GEBRUIKSAANWIJZING
BESTE KLANT, Wij feliciteren u met de aankoop van uw Butler 560!
Inhoud 1 2 3 4 5 6 Handset en basisstation Display Werking 3.1 Installatie 3.2 Basisfuncties 3.2.1 Binnenkomende oproep 3.2.2 Uitgaande oproep 3.2.3 Paging van het basisstation naar de handset (max. 6 handsets) 3.2.4 Interne oproep naar een andere handset 3.2.5 Interne oproep vanaf een andere handset 3.2.6 Interne oproep naar een andere handset tijdens een externe oproep 3.2.7 Externe oproep tijdens interne verbinding 3.2.8 Telefoneren 3.2.8.1 Normaal Telefoneren 3.2.8.
1 Handset en basisstation 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Display Programmeertoets Intercomtoets Geheugentoets Mutetoets Aan/Uit-toets Lijntoets Flashtoets Nummerherhalingstoets Batterij-indicator Lijn-indicator Paging-toets 1 5 7 6 8 2 3 4 11 10 9 12 2 Display VERGRENDELING-indicator De handset is vergrendeld PROGRAMMATIE-indicator U bent in het menu TELEFOON-indicator U bent in gesprek SCAN-indicator De handset is actief INT INTERCOM-indicator Een interne oproep of een basisprogrammatie met programmat
BATTERIJ-indicator Indicator heroplaadbare batterij. De indicator knippert als hij bijna leeg is. Batterijcapaciteit 25% Batterijcapaciteit 50% Batterijcapaciteit 75% Batterijcapaciteit 100% 3 Werking 3.1 Installatie • Verbind de telefoonkabels met het -1H1 basisstation en steek de batterijen in de batterijruimte van de handset. • Zodra de handset op het basisstation wordt gelegd, worden de batterijen van de handset opgeladen.
De handset heeft de basis gevonden -1- H1 BASIS NR HANDSET NR 3.2 Basisfuncties OPMERKINGEN Als u een externe oproep ontvangt tijdens een intern gesprek, hoort u een aankloptoon. 3.2.1 Binnenkomende oproep Als de basis een externe oproep ontvangt, begint deze te rinkelen en knippert de Lijnindicator op de basis. De handsets die niet in gesprek zijn, rinkelen eveneens en de Telefoon-indicator knippert op hun display. • Druk op eender welke toets behalve op de ‘ ’-toets.
3.2.3 Paging van het basisstation naar de handset (max. 6 handsets) De handset rinkelt als men op de Paging-toets van de basis drukt, maar een interne oproep tussen basis en handset is niet mogelijk. • Druk op de Paging-toets van de basis. Alle handsets rinkelen gedurende 20 sec. Als er geen antwoord is, stopt het rinkelen automatisch na 20 seconden. • Om deze actie te stoppen, druk nogmaals op de Paging-toets. Alle handsets stoppen met rinkelen.
3.2.5 Interne oproep vanaf een andere handset Als de handset een interne oproep ontvangt van een andere handset, rinkelt deze handset en verschijnt het handsetnummer op de display. 1 INT • • Druk op eender welke toets om in 2 1 verbinding te treden met deze interne oproep. Druk op de ‘ ’-toets of op de ‘ INT’-toets om de interne verbinding te beëindigen. 3.2.
Na 5 sec. keert de handset terug naar standby modus. -1- H1 Als de handset de doorverbonden oproep niet aanneemt binnen de 30 sec., dan keert de oproep terug naar de eerste handset. Als de eerste handset deze oproep niet terugneemt binnen de 30 sec., wordt de verbinding automatisch verbroken. b) De externe oproep terugnemen, de interne oproep wordt verbroken • Druk op de ‘R’-toets om de interne oproep te beëindigen.
3.2.8 Telefoneren 3.2.8.1 Normaal Telefoneren • Druk op de ‘ ’-toets. De TELEFOON-indicator knippert op de display. Vervolgens weerklinkt de kiestoon en de TELEFOON-indicator stopt met knipperen. • Geef het telefoonnummer in. • Als je een pauze wil invoegen, druk op de ‘ ’-toets na het ingeven van het nummer. Op de display verschijnt ‘P’. 868P1230 3.2.8.2 Herhalen van het laatst gevormde nummer Het laatst gevormde nummer kan automatisch opgeroepen worden. • • Druk op de ‘ ’-toets.
3.2.9 Blokkiezen 3.2.9.1 Normaal telefoneren • Geef het gewenste nummer in. • Als je een pauze wil invoegen, druk op de ‘ ’-toets na het ingeven van het 868P1230 nummer. Op de display verschijnt ‘P’. • Hebt u een fout gemaakt bij de ingave van het nummer, druk op de ’ ’-toets om het te verbeteren. U kan ook het hele nummer verwijderen door, gedurende 1 seconde, op deze toets te drukken. Geef dan het nieuwe nummer in. • Druk op de ‘ ’-toets. Het gevormde nummer wordt 68P1230 opgeroepen. 3.2.9.
OPMERKINGEN De geheugennummers worden niet opgeslagen in het redial-geheugen. 3.2.10 Tijdelijke uitschakeling van de microfoon (Mute) Het is mogelijk de microfoon tijdens een gesprek uit te schakelen. Dan kan u vrij spreken zonder dat de beller u kan horen. • Druk op de ’ ’-toets. De microfoon wordt gedeactiveerd en de MUTE-indicator verschijnt op de display. • Druk nogmaals op de ’ ’-toets. De microfoon wordt opnieuw geactiveerd en de MUTE-indicator verdwijnt van de display. U kan het gesprek hervatten.
3.2.13 Gespreksduurteller Tijdens en na een externe oproep verschijnt de gespreksduur op de display. • Bij het opnemen van de handset, verschijnt de gespreksduur na 20 sec. • Na het gesprek, blijft de gespreksduur nog 5 sec. zichtbaar op de display. 00-20 04-00 OPMERKINGEN 1) Ook als het externe gesprek minder dan 20 seconden duurt, zal de gespreksduur op de display verschijnen. 2) De gespreksduur van een externe binnenkomende oproep verschijnt eveneens op de display.
3.3 Programmatie Systeemparameters Bij de programmatie van de basisparameters wordt de programmatie automatisch beëindigd als er, gedurende 30 sec., geen enkele toets wordt ingedrukt. OPMERKINGEN Voer de programmatie uit als de basis en de handset in standby modus zijn. Tijdens de programmatie kan u een externe of interne oproep ontvangen door te drukken op de ‘ ’-toets of op de ‘ ’-toets. U kan de programmatie altijd beëindigen door te drukken op de ‘ ’-toets. 3.3.
3.3.3 Programmatie PSIC/EIC Code Als u de telefoon gebruikt met een PABX binnenhuiscentrale, kan u de pauzetijd automatisch invoegen door het volgende te programmeren. U kan een code programmeren voor PSIC (3 soorten: H0, H1, H2) en voor EIC (3 soorten : A0, A1, A2). OPMERKINGEN PSIC (Primary Station Identification Code) EIC (Exchange Identification Code) De pauzetijd kan tweemaal automatisch ingevoegd worden als de telefoon verbonden is met twee seriële PABX systemen.
• • Druk op de ‘ ’-toets om de inhoud van de huidige locatie te bewaren en over te gaan naar de volgende locatie. of Druk op de ‘ ’-toets. 3.3.5 Vergrendeling van uitgaande gesprekken U kan de handset zodanig programmeren dat bepaalde telefoonnummers niet kunnen opgeroepen worden. De basis heeft 3 blokkadegeheugens per handset (max. 8 digits). Als deze functie is geactiveerd, verschijnt de VERGRENDELING-indicator op de display. Enkel de noodnummers (zie 3.3.4) kunnen altijd gevormd worden.
• • • Druk op de ’ ’-toets om het laatste cijfer te wissen, mocht er zich een fout hebben voorgedaan bij de ingave van het nummer. Druk op de ‘ ’-toets om de inhoud van de huidige locatie te bewaren en naar de volgende locatie over te gaan. of Druk op de ‘ ’-toets. 3.4 Programmatie Handsetparamaters Bij de programmatie van de handsetparameters wordt de programmatie automatisch beëindigd als er, gedurende 30 sec., geen enkele toets wordt ingedrukt.
3.4.4 Belvolume en Belmelodie Handset Belvolume Handset U kan het gewenste belvolume instellen : 0 (geen beltoon) tot niveau 3 (hoog). • Druk op de toetsen ‘ ’ en ‘4’. • Kies het gewenste belvolume (0, 1, 2 of 3) 4 2 • Druk op de ‘ ’-toets. Belmelodie Handset De handset heeft 6 melodieën. • Druk op de toetsen ‘ ’ en ‘6’. • Geef de gewenste belmelodie in (1-6). • Druk op de ‘ ’-toets. 6 2 3.4.5 Luidsprekervolume aanpassen Tijdens een gesprek kan u het luidsprekervolume aanpassen. Er zijn 3 niveaus.
3.4.7 Geheugennummers programmeren Er kunnen 10 geheugennummers in het geheugen opgeslagen worden (0-9). • Druk op de toetsen ‘ • Geef de geheugenplaats in waar u het geheugennummer wil opslaan ( 0-9 ). of Druk op de ‘ ’-toets om naar de volgende geheugenplaats over te gaan. De geheugenplaats (bvb: 0) verschijnt op de display. • • • • • ’ en ‘ ’. 0 Geef het telefoonnummer in (max.20 digits). Als je een pauze wil invoegen, druk op 0 851P2385 de ‘ ’-toets na het ingeven van het nummer.
3.4.9 Het belgeheugen wissen Deze procedure wist alle geheugennummers, redial-nummers en directe geheugennummers. • Druk op de toetsen ‘ ’, ‘9’ en ‘9’. • Druk op de ‘ ’-toets. 3.4.10 Babycall Om onbevoegd gebruik te vermijden, kan u een babycallnummer programmeren. Deze functie laat toe één enkel specifiek nummer te programmeren dat automatisch gevormd wordt wanneer men eender welke toets drukt.
• • Geef de pincode van de handset in (default ‘0000’). Druk op de ‘ ’-toets. De babycallfunctie is geactiveerd. De VERGRENDELING-indicator en het babycall-nummer verschijnen op de display. 82 811124 OPMERKINGEN 1) Als het babycallnummer is geactiveerd, kan u interne gesprekken ontvangen maar niet zelf maken. 2) Als het babycallnummer opgeroepen wordt, kan u het gesprek enkel beëindigen door op de ‘ ’-toets te drukken of de handset op de basis te leggen.
3.6 AANMELDING EN AFMELDING 3.6.1 Aanmelding Een nieuwe handset kan aan het basisstation aangemeld worden. Basisstation • Druk op de Paging-toets tot de aanmeldtoon weerklinkt. • U hoort de aanmeldtoon gedurende 30 sec. Tijdens deze periode hebt u de tijd om de handset aan te melden. Handset • Schakel de handset uit (Druk langer dan een seconde op de ‘ ’-toets). • Druk op de ‘ ’-toets met het gewenste basisnummer (1-4). • De handset ondersteunt een basispincode van max. 8 digits afhankelijk van de basis.
• • Selecteer het handsetnummer van de handset die u wil afmelden. Druk op de ‘ ’-toets. INT 1 3.7 BASISSTATION SELECTEREN Deze procedure zoekt het basisstation en treedt ermee in verbinding. • Druk op de toetsen ‘ ’ en ‘INT’. Op de display verschijnen de basisnummers van de basisstations 1234 waarop de handset is aangemeld. Het basisnummer van de huidig geselecteerde basis knippert. • Selecteer het basisnummer van de basis die u wenst (bvb) Druk op ‘2’. Het 01 34 geselecteerde basisnummer knippert.
Vermelding basisnummer op display Vermelding handsetnummer op display Default basisstation Handset pincode Alle aangemelde basisstations AAN AAN Automatische Zoekmodus (‘-0-‘) 0000 GEWIST 3.8.2 Standaard parameters van het basisstation Deze procedure stelt alle standaard parameters terug in en wist alle aangemelde handsets. • Schakel de stroom uit (ontkoppel de adapter). • Druk op de Paging-toets en schakel de stroom terug aan (de adapter insteken). • Wacht tot u een bieptoon hoort.
5 Troubleshooting PROBLEEM OPLOSSING De SCAN-indicator verschijnt niet op de display. • • • Controleer de batterij in de handset. Plaats de handset op de basis voor het opladen van de batterij. Verwijder de batterij, steek de batterij er weer in en activeer de handset. De batterij is niet opgeladen. • • Controleer de batterij in de handset. Reinig het laadgedeelte van de handset en de basis. De BATTERIJ-indicator knippert en er weerklinkt een onderbroken waarschuwingstoon.
6 Garantie Garantie • 1 jaar • Contacteer uw dealer en vraag naar de gratis omruilgarantie. Opgelet • Vergeet uw aankoopbewijs niet bij uw toestel te steken. Dit apparaat is goedgekeurd volgens Beschikking van de Raad 98/482/EG (TBR 21) voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde (PSTN).