VÓÓR INGEBRUIKNAME Hartelijk dank voor de aankoop van deze nieuwe digitale draadloze telefoon. Geachte klant, U heeft een Cocoon 510/610 gekocht, een product dat gefabriceerd is volgens de DECT norm (Digital Enhanced Cordless Telecommunications). DECT-technologie wordt gekenmerkt door een hoge mate van beveiliging tegen onderscheppingen (afluisteren) alsook door een digitale transmissie van hoge kwaliteit. Deze telefoon is ontworpen voor een brede reeks van toepassingen.
Cocoon 510 / 610 Twin BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN REINIGEN MILIEU ASPECTEN.
Cocoon 510 / 610 Twin 10. 10.1. 10.2. 10.3. 10.4. 11. 12. 12.1. 12.2. 12.3. 13. 14. 15.
Cocoon 510 / 610 Twin Onderstaande fundamentele veiligheidsvoorschriften moeten bij het gebruik van elektrische apparaten in ieder geval opgevolgd worden. Lees de onderstaande informatie over veiligheid en doelmatig gebruik aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met alle functies van het apparaat. Bewaar deze handleiding zorgvuldig en geef deze zo nodig aan anderen door.
Cocoon 510 / 610 Twin Explosiegevaar: • Het apparaat mag niet in de onmiddellijke nabijheid van ontvlambare materialen (bijv. gordijnen, brandbare vloeistoffen enz.) worden geplaatst. • Gooi nooit batterijen in het vuur. Vergiftegingsgevaar: • Hou de batterijen uit de buurt van kinderen. Opgepast: • • • • • Gebruik enkel de meegeleverde adapter. Geen vreemde adapters gebruiken, de accucellen kunnen hierdoor beschadigd worden.
Cocoon 510 / 610 Twin NEDERLANDS 4. EERSTE GEBRUIK 4.1 HANDSET EN BASISSTATION VAN DE COCOON 510 1. 2. 18. 3. 4. 17. 5. Cocoon 510 6. 16. 7. 15. 14. 13. 1 2ABC 4GHI 5 6MNO 7PQRS 8TUV 9WXYZ JKL 3DEF 0 R INT 12. Cocoon 510 8. 9. 10. 11. 1. Luidspreker 1. Handset LED-indicator 3. Handenvrij 4. Menu/OK /OK 5. Herkies/ Pauzetoets /P 6. Lijn-toets 7. Paging-toets 8. Conferentie gesprek 9. Interne oproep INT 10. Spanning/ inkomende oproep indicator LED Cocoon 510 / 610 Twin 11.
Cocoon 510 / 610 Twin 4.
Cocoon 510 / 610 Twin NEDERLANDS 4.3 HANDSET EN BASISTOESTEL VAN DE COCOON 610 1. 2. 18. 3. 4. 17. Cocoon 610 5. 6. 16. 7. 15. 14. 13. 1 2ABC 3DEF 4GHI 5JKL 6MNO 7PQRS 8TUV 9WXYZ 8. Cocoon 610 9. 0 12. R 10. INT 11. 1. Luidspreker 2. Handset LED-indicator 3. Handenvrij 4. Menu/OK /OK 5. Herkies/ Pauzetoets /P 6. Lijn-toets 7. Paging-toets 8. Conferentie gesprek 9. Interne oproep INT 10. Spanning/ inkomende oproep indicator Cocoon 510 / 610 Twin 11. Laadindicator 12.
Cocoon 510 / 610 Twin 4.
Cocoon 510 / 610 Twin Regel voor pictogrammen 10. 11. 9. 1. 2. NEDERLANDS 4.5 DISPLAY- SYMBOLEN 3. 4. 5. 6. 7. 8. Regel voor karakters (max. 12 karakters) en cijfers Elke handeling heeft zijn bijhorend icoon Pictogram: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. INT EXT Betekenis: Nieuwe nummers in de oproeplijst Het adresboek openen. You are in the menu. rechargeable battery level indicator 1 segment: weak, 2 segments: medium, 3 segments full.
Cocoon 510 / 610 Twin 4.6 HANDSETINDICATOR (LED) De handset-LED heeft de volgende functie: • AAN als de externe lijn bezet is • UIT wanneer alle handsets zich in de standby-modus bevinden • Knippert bij een inkomende oproep 5. VERPAKKINGSINHOUD Basisstation, lader, 2 handsets, 2 adaptors, telefoonsnoer, 4 batterijen, 2 riemclips (enkel Cocoon 610) 6. TELEFOON IN GEBRUIK NEMEN 6.1 AANSLUITINGEN 1. 5. 4. 2. 3. 1. 2. 3. 4. 5.
Cocoon 510 / 610 Twin NEDERLANDS 1. 2. UP SET MODE 3. 1. Achterzijde van de lader Cocoon 510 2. Onderaanzicht van de lader Cocoon 610 3. Voedingsadaptor Opmerking: In de verpakking zitten 2 voedings adaptors. De voedingsadaptor met de rode plug moet aangesloten worden aan de rode connector van de extra handset lader. Indien u toch de rode stekker in het basisstation plaatst zal de telefoon niet werken maar ook niet beschadigd worden. 6.
Cocoon 510 / 610 Twin Een oplaadbare batterij vervangen of plaatsen: 1. Schuif het kapje naar beneden en til het op. 2. Plaats de batterijen en houd daarbij rekening met de polariteit (+ en -). 3. Plaats het kapje terug. 3. 1. 2. + + - 1. Achteraanzicht van de handset 2. Oplaadbare batterijen 3. Kapje Opmerking: De batterijen gaan telkens zo'n 250 uur mee en de gesprekstijd is maximaal 15 uur. Na verloop van tijd raken de batterijen sneller leeg. De batterijen moeten dan worden vervangen.
2. 3. 4. 5. 6. Druk een paar keer op de UP- 4 toets tot het juiste uur verschijnt (1-12) Druk op SET 4 om het ingestelde uur te bevestigen en de minuten in te stellen Druk een paar keer op de UP- 5 toets tot het juiste aantal minuten verschijnt Druk opnieuw op SET 4 om de ingestelde minuten te bevestigen Druk op de UP- 5 toets om AM (uren tussen middernacht en middag) of PM (uren tussen middag en middernacht) te selecteren. 7. Druk op SET 4 om te bevestigen 8.
Cocoon 510 / 610 Twin 7.4 EEN EXTERNE OPROEP 7.4.1 Normale nummering: 1. Druk op 2. Telefoonnummer ingeven 7.4.2 Blokkiezen: 1. Druk het nummer van uw correspondent. 2. Druk op Als u een nummer wilt corrigeren, gebruik dan de toets om een ingevoerd cijfer te wissen 7.5 EEN INTERNE OPROEP (INT) Alleen mogelijk wanneer meer dan één handset werd geregistreerd op het basistoestel! 1. Druk op INT toets 2. Voer het nummer van het interne toestel in (1 tot 5) 7.
3. Zodra de interne correspondent opneemt, indrukken en vasthouden 4. Als de interne correspondent de oproep niet beantwoordt, druk dan nogmaals op INT om weer over te schakelen naar de externe correspondent die aan de lijn is. 7.9 TONEN VAN DE GESPREKSDUUR De gespreksduur wordt getoond na 15 seconden (eerst de minuten, dan de seconden): “0020” Aan het einde van elk gesprek wordt de totale gespreksduur getoond gedurende vijf seconden. 7.
Cocoon 510 / 610 Twin 1. Druk op . Als de lijst geen oproepen bevat, krijgt u ‘LEEG’ (EMPTY) te zien. 2. De oproepen kunt u doorbladeren met behulp van de pijltjestoetsen of . De namen van de bellers worden getoond als de naam door het netwerk werd doorgestuurd of in het telefoonboek is opgeslagen. Als u het einde van de lijst heeft bereikt, krijgt u een bieptoon te horen. 3. Als u op OK drukt, wordt het telefoonnummer getoond.
Opmerking: Als de naam wordt getoond, kunt u heen en weer schakelen tussen de naam en het nummer met behulp van de OK-toets. 7.14 BELLEN VANUIT HET TELEFOONBOEK Een correspondent bellen wiens naam u in het telefoonboek heeft opgeslagen, doet u als volgt: 1. Druk op om het telefoonboek te openen 2. Voer de eerste letter van de naam in. De eerste naam die begint met deze letter of met de dichtstbijzijnde letter van het alfabet wordt nu getoond. 3. Doorloop de lijst met behulp van de toetsen en .
Cocoon 510 / 610 Twin 7.16 HET MENU GEBRUIKEN Dankzij een gebruiksvriendelijk menu heeft u toegang tot een groot aantal telefoonfuncties. 1. Om het menu te openen drukt u op /OK 2. Doorloop de selectiemogelijkheden met de toetsen en , zodra u de laatste heeft bereikt springt het menu weer naar de eerste. De pijltjes rechts in het scherm geven aan dat er verschillende selecties zijn waar u kunt doorheen bladeren. 3. Druk op OK om een selectie te bevestigen. 4.
Cocoon 510 / 610 Twin Druk op OK Selecteer ‘BEL VOL’ (RING VOL) met behulp van de toetsen en Druk op OK Selecteer het gewenste volume (‘UIT’ of van 1 tot 5). Druk op OK om te bevestigen of op om terug te keren naar het vorige menu. NEDERLANDS 3. 4. 5. 6. 7. 8.2.2 Belvolume van het basistoestel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Cocoon 510 / 610 Twin 8.4 BIEPTONEN ACTIVEREN/DESACTIVEREN De handsets kunnen een bieptoon laten horen wanneer een toets wordt ingedrukt, wanneer de batterijen bijna leeg zijn en wanneer het toestel te ver van het basistoestel is verwijderd. 8.4.1 Bieptoon bij indrukken van toets aan- en uitzetten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Open het menu met een druk op /OK Selecteer Handset met behulp van de toetsen en Druk op OK Selecteer BEEP met behulp van de toetsen en .
Cocoon 510 / 610 Twin en . NEDERLANDS 4. Selecteer pin code met behulp van de toetsen 5. Druk op OK. 6. Voer de oude PIN-code van 4 cijfers in. 7. Druk op OK. 8. Voer de nieuwe PIN-code van 4 cijfers in. 9. Druk op OK. 10. Voer de nieuwe PIN-code een tweede keer in. 11. Druk op OK om te bevestigen 8.7 DE KIESMODUS INSTELLEN 8.7.1 Er zijn twee kiesmodi: • • DTMF/toonsysteem (het meest gebruikelijke) pulssysteem (bij oudere installaties) 8.7.2 De kiesmodus wijzigen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Cocoon 510 / 610 Twin 8.10 RESET U heeft de mogelijkheid om de telefoon weer om te schakelen naar de oorspronkelijke standaardconfiguratie. Dat is de configuratie die reeds was geïnstalleerd toen u de telefoon in gebruik nam. Terugkeren naar de standaardinstellingen doet u als volgt: 1. Open het menu met een druk op /OK 2. Selecteer SETUP met behulp van de toetsen en 3. Druk op OK 4. Selecteer ‘RESET’ (DEFAULT) met behulp van de toetsen 5. Druk op OK 6.
3. 4. 5. 6. Druk op OK. Selecteer ‘CORRIG’ (MODIFY) met behulp van de toetsen en . Druk op OK. Doorloop de namenlijst met behulp van de toetsen en . De lijst wordt weergegeven in alfabetische volgorde. 7. Druk op OK als u de naam heeft gevonden die u wilt wijzigen. 8. Gebruik de toets om terug te gaan en de nieuwe naam in te voeren. 9. Druk op OK om te bevestigen. 10. Voer het nieuwe telefoonnummer in. 11.
Cocoon 510 / 610 Twin 9.3.1 Het prioritaire toestel instellen 1. Open het menu met een druk op /OK 2. Selecteer Setup met behulp van de toetsen en . 3. Druk op OK. 4. Selecteer ‘VOORRANG’ (PRIORITY) met behulp van de toetsen en . 5. Druk op OK. 6. Selecteer ‘KEUZE’ (SELECT) met behulp van de toetsen en . 7. Druk op OK. 8. Selecteer ‘BASIS’ (BASE) of "handset X" met behulp van de toetsen en 9. Druk op OK om te bevestigen. 10. Kies het aantal beltonen met behulp van de toetsen en . 11.
Cocoon 510 / 610 Twin 1 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Open het menu met een druk op /OK Selecteer Setup met behulp van de toetsen en . Druk op OK. Selecteer PABX met behulp van de toetsen en . Druk op OK. Selecteer ‘PAUZE’ (PAUSE) met behulp van de toetsen en Druk op OK. Selecteer de pauzeduur met behulp van de toetsen en . Druk op OK om te bevestigen NEDERLANDS 9.4.2 De duur van de pauze instellen . 10. GEBRUIK VAN MEERDERE HANDSETS 10.
Cocoon 510 / 610 Twin 9. Als de handset het basistoestel heeft gelokaliseerd, wordt het identificatienummer van het basistoestel getoond. De registratie bij het basistoestel bevestigt u met een druk op OK. Stoppen is mogelijk met een druk op de toets . 10. Als de handset het basistoestel niet lokaliseert, keert het na enkele seconden automatisch terug naar de standbymodus.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Open het menu met een druk op /OK Selecteer setup met behulp van de toetsen en . Druk op OK Selecteer ‘SEL BS’ (SEL BASE) met behulp van de toetsen en . Druk op OK Selecteer een basistoestel of kies AUTO met behulp van de toetsen Druk op OK en NEDERLANDS Cocoon 510 / 610 Twin . Bij het selecteren van het basistoestel wordt het huidige geselecteerde basistoestel aangeduid door een 'o'-teken na het nummer van het basistoestel.
Cocoon 510 / 610 Twin 12. GARANTIE 12.1 GARANTIEPERIODE Op de Ucom-toestellen wordt een garantie van 36 maanden verleend. De garantieperiode begint op de dag waarop het nieuwe toestel wordt gekocht. De garantie op batterijen is beperkt tot 6 maanden na aankoop. Kleine onderdelen of defecten die een verwaarloosbaar effect hebben op de werking of waarde van het toestel zijn niet gedekt door de garantie.
Cocoon 510 / 610 Twin • Standaard:DECT • • • • • • • Frequentieband: Aantal kanalen: Modulatie: Codering: Zendvermogen: Bereik: Voedingsadaptors • Stroomtoevoer - Basisstation: • • • • • • • - Lader: Handsetbatterijen: Autonomie basistoestel: Gesprekstijd: Laadduur: Normale gebruiksomstandigheden: Kiessysteem: Flashtijd: NEDERLANDS 13.
Cocoon 510/610 TWIN www.ucom.