Gebruiksaanwijzing TOPCOM ZENO 150 Digitale draadloze telefoon: DECT
Inhoud 1 Beschrijving ........................................................................... 4 1.1 Toestel ............................................................................. 4 1.1.1 Handset ........................................................................................ 4 1.1.2 Basisstation ................................................................................. 4 1.1.3 Lader ............................................................................................ 5 1.
Inhoud Inhoud 4.4 Het Persoonlijk Identificatie Nummer of PIN-code ......... 31 4.4.1 PIN-code van de handset ......................................................... 31 4.4.2 PIN-code van het basisstation ................................................. 32 4.5 Intercom ........................................................................ 33 4.6 Bevestigingstonen ........................................................ 33 4.7 Weergave ladingstoestand batterij ............................. 34 4.
Beschrijving 1 Beschrijving 1.1 To e s t e l Beschrijving 1.1.3 Lader 1.1.1 Handset (bijkomende handsets zijn in optie verkrijgbaar) 1.2 Opmerkingen • Hoorapparaten In combinatie met een hoorapparaat kunnen zich storende geluiden voordoen. • Onderbreking Onvolledige programmering wordt onderbroken en schermafbeeldingen verdwijnen 30 seconden na indrukken van de laatste toets. Er verandert niets en u hoort de negatieve waarschuwingstoon. • 1.1.
Beschrijving 1.3 Beschrijving To e t s e n 1.4 Display Het klavier bestaat uit 19 toetsen, waarvan sommige een dubbele functie hebben. De functie staat gedrukt bij de respectieve toets. De toetsen hebben volgende functies: De numerieke toetsen van 1 tot 0 en de speciale toetsen en # * worden gebruikt om nummers te vormen. De laatste 2 worden alleen gebruikt bij toonkiezen (DTMF).
Beschrijving Beschrijving Als de handset in de standby-modus staat, toont het display “B” en de ladingstoestand van de batterij (kan uitgeschakeld worden). 1.5 Installatie • Plaats De ladingstoestand van de batterij wordt op het display in stappen van 10 procent weergegeven door een getal tussen 000 (minimumwaarde) en 100 (maximumwaarde). Als de minimumwaarde bereikt wordt, knippert het display en hoort u een waarschuwingssignaal.
Beschrijving 1.6 Beschrijving • Batterij De handset is voorzien van 2 nikkel-cadmium (NiCd) batterijen. Een nieuwe batterij bereikt pas zijn maximale vermogen nadat ze een aantal keren opgeladen en ontladen werd bij normaal gebruik. Gebruik de handset niet bij een omgevingstemperatuur van meer dan 35° C (laat hem bv. nooit lang in de zon liggen) omdat daardoor het vermogen van de batterij aanzienlijk daalt.
Te l e f o n e re n 2 Te l e f o n e re n 2.1 Standby-modus Te l e f o n e re n 2.2 - De handset staat in de standby-modus. - Druk op de lijntoets. Op het display verschijnt het antennesymbool en het toestelnummer van de handset. - Vorm het telefoonnummer. De cijfers worden onmiddellijk gevormd als ze ingedrukt worden. Als de batterij opgeladen is, is de handset bedrijfsklaar en staat hij in de standby-modus, de gewone werkstand.
Te l e f o n e re n Te l e f o n e re n - Druk op de lijntoets. Op het display verschijnt het antennesymbool, het telefoonnummer wordt gevormd. - Voer het telefoongesprek. - Na een minuut gesprek verschijnt ofwel de gespreksduur ofwel de prijs van het gesprek op het display. Opmerking: Nadat het eerste cijfer van een telefoonnummer ingedrukt werd, kunnen een of meerdere pauzes ingelast worden door middel van de herkies-/pauzetoets. Een pauze is bv.
Te l e f o n e re n 2.4 Te l e f o n e re n Een gesprek beëindigen, de handset uitschakelen - Tijdens een verbinding verschijnt volgende informatie op het display: het telefoonnummer, de gespreksduur, de gesprekseenheden of de prijs van het gesprek. - Druk op de lijntoets. De verbinding wordt verbroken en de handset keert terug naar de standby-modus. Na 3 seconden verdwijnt de gespreksduur/- eenheden of prijs van het display.
A n d e re functies A n d e re functies 3 A n d e re functies 3.2.2 Herkiezen van de 5 laatstgevormde nummers 3.1 M i c rofoon uitschakelen (mute) De 5 laatstgevormde nummers worden in chronologische volgorde door het toestel opgeslagen, ze kunnen na elkaar opgevraagd worden. Als er een nieuw nummer bijkomt, verdwijnt het oudste nummer uit het geheugen. Deze functie werkt alleen bij blokkiezen (zie Bijlage).
A n d e re functies A n d e re functies 3.2.3 Nummers in het herkiesgeheugen veranderen 3.3 Voordat een nummer uit het herkiesgeheugen gevormd wordt, kan u het veranderen. Zo kan u bijvoorbeeld naar een ander toestelnummer binnen een bedrijf telefoneren zonder het hele telefoonnummer van dat bedrijf opnieuw te vormen. 3.3.1 Programmeren van geheugennummers - De handset staat in de standby-modus. - Druk op de herkiestoets.
A n d e re functies A n d e re functies 3.3.2 Verkorte nummers controleren - De handset staat in de standby-modus of is in gesprek. - Druk op de functietoets. - Druk op de geheugentoets. - Vorm het nummer van de gewenste geheugenplaats (van 1 tot 0). - Het nummer dat op die plaats opgeslagen is, verschijnt op het display. Andere geheugens controleren - Druk op de geheugentoets. - Vorm het nummer van de gewenste geheugenplaats (van 1 tot 0).
A n d e re functies A n d e re functies 3.3.5 Alle verkorte nummers wissen - De handset staat in de standby-modus. - Druk op de functietoets en op “9”. - Voer de PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) van de handset in. Zie Instellingen punt 4.4.1, de standaardcode is 0000. - Druk op de functietoets om alle opgeslagen nummers uit het geheugen te wissen. De handset keert terug naar de standby-modus.
A n d e re functies A n d e re functies 3.5.2 Noodkiesnummers controleren Volg dezelfde procedure als voor het programmeren van noodkiesnummers (zie punt 3.5.1). Het opgeslagen noodkiesnummer verschijnt op het display nadat de PIN-code ingevoerd is. Druk op de functietoets om terug te keren naar de standby-modus. 3.5.5 Noodkiesnummers wissen - De handset staat in de standby-modus en de noodkiesfunctie staat aan. - Druk achtereenvolgens op de functietoets en op “9”. 3.5.
A n d e re functies 3.6 Instellingen De zendverbinding contro l e re n Met deze functie kan u de kwaliteit van de zendverbinding controleren. - De handset staat in de standby-modus of is in gesprek. - Druk op de functietoets. - Druk op “0”. - De kwaliteit van de zendverbinding wordt weergegeven op het display. 99 = goede verbinding 00 = geen verbinding De grens voor een redelijke verbinding ligt rond 75. - Druk op de functietoets. 3.
Instellingen 4.3 Instellingen 4.3.2 Belmelodie van het basisstation Belmelodie 4.3.1 Belmelodie van de handset - Druk op de intercomtoets. - De handset staat in de standby-modus of is in gesprek. - Druk op de functietoets. - Vorm “10”. U hoort de ingestelde belmelodie, de instelling verschijnt op het display, zie ook Belmelodie van de handset, punt 4.3.1. - Het volume kan geregeld worden door op een van de toetsen van 1 tot 6 (1 is stil, 6 is luid) te drukken.
Instellingen Instellingen - Vorm de oude PIN-code, de standaard PIN-code is 0000. Elk ingevoerd cijfer wist een streepje. - Voer de nieuwe PIN-code in. De tweede groep streepjes verdwijnt. - Voer de nieuwe PIN-code opnieuw in. De derde groep streepjes verdwijnt. Het toestel vergelijkt deze twee PIN-codes. - Als ze van elkaar verschillen, kan u de nieuwe PIN-code nog een keer invoeren. - Druk op de functietoets om de nieuwe PIN-code op te slaan.
Instellingen 4.7 Instellingen We e rgave ladingstoestand batterij (zie ook D i s p l a y, punt 1.4) Afhankelijk van de huidige instelling kan de weergave van de ladingstoestand van de batterij op volgende wijze aan- of uitgeschakeld worden: - De handset staat in de standby-modus. 4.9 Negatieve bevestigingstoon (zie Waarschuwingstonen, punt 9.5) Afhankelijk van de huidige instelling kan de negatieve bevestigingstoon op volgende wijze aan- of uitgeschakeld worden.
Instellingen Instellingen 4 . 1 1 Stemcodering (zie Bijlage) 4 . 1 2 Blokkeringen (zie Bijlage) 4.11.1 Stemcodering aan-/uitschakelen Uitgaande oproepen kunnen voor verschillende telefoonnummers, of delen van nummers zoals de 0 voor interzonale of de 00 voor internationale gesprekken, geblokkeerd worden. Binnenkomende oproepen kunnen nog wel beantwoord worden.
Instellingen Instellingen - Druk op “1” om de blokkering te activeren. Druk op “0” om de blokkering uit te schakelen. - Druk op de functietoets om de instelling te bevestigen. of - Druk op de wistoets om de programmeermodus te verlaten zonder eventuele wijzigingen op te slaan. - Druk op de lijntoets. Opmerking: Als “geen blokkering” ingesteld is, kan het toestel toch nog geblokkeerd worden voor bepaalde telefoonnummers. Zie hiervoor Blokkeren voor bepaalde telefoonnummers, punt 4.12.2.
Instellingen Instellingen 4.12.2.2 Geblokkeerde nummers controleren en veranderen 4.12.2.4 Blokkering aan-/uitschakelen De procedure om geblokkeerde nummers te controleren en te veranderen is dezelfde als voor het programmeren van de nummers, maar om de nummers alleen maar weer te geven, drukt u na de PIN-code op de functietoets.
Instellingen Instellingen 4 . 1 3 Vrijgegeven nummers (zie Bijlage) 4.13.2 Vrijgegeven nummers controleren en veranderen 4.13.1 Programmeren van vrijgegeven nummers - Druk op de intercomtoets. - Druk op de functietoets. - Vorm “30”. De procedure is dezelfde als voor het programmeren, maar om de nummers alleen maar weer te geven, drukt u na de PIN-code op de functietoets. Wordt er na de PIN-code een nieuw nummer ingevoerd, dan wordt het oude overschreven.
Instellingen Multilink 4 . 1 4 Te rug naar de oorspronkelijke instellingen (zie Standaardinstellingen, punt 9.3) Opmerking: De PIN-code, het identificatienummer van de handset in het basisstation en de toegewezen nummers van de handsets blijven dezelfde. 4.14.1 Reset van de handset - De handset staat in de standby-modus. - Druk achtereenvolgens op de functietoets en op “9”. - Vorm “98”. Op het display verschijnt het symbool van de PIN-code en 4 streepjes.
Multilink 5.2 Multilink Een handset afmelden - De handset staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets. - Druk op de functietoets. - Vorm “40”. - Voer de PIN-code van het basisstation in, de standaardcode is 0000. Nummers van de handsets worden afgebeeld. - Vorm het nummer van de handset die u wil afmelden, bv. “3”. - Druk op de functietoets. U hoort de bevestigingstoon. - Druk op de lijntoets. Opmerking: De laatste handset kan niet afgekoppeld worden.
Multilink 5.5 Multilink B e l p ro g r a m m e r i n g Als er meerdere handsets op het basisstation aangesloten zijn, kan u zelf bepalen welke handsets moeten bellen bij een binnenkomende oproep. - Het toestel staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets. 5.6 Vo l g o rde van bellen Als er meerdere handsets aangesloten zijn, kan u zelf bepalen welke handset bij een binnenkomende oproep voor de andere begint te bellen. - Het toestel staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets.
Multilink 5.7 Te l e f o o n c e n t r a l e Instellen van de belvert r a g i n g 6 Aansluiting op een huistelefooncentrale 6.1 Instellen van het kiessysteem en de flashfunctie Als de belvolgorde geactiveerd is, kan u zelf het interval bepalen waarna de andere handsets beginnen te bellen. - Het toestel staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets. - Het toestel staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets. - Druk op de functietoets. - Druk op de functietoets. - Vorm “34”.
Te l e f o o n c e n t r a l e 6.2 Te l e f o o n c e n t r a l e Opslaan/wijzigen aanvraagnummer buitenlijn (zie Bijlage) - Het toestel staat in de standby-modus. Overschrijven: Druk op de herkiestoets (zie hoger) en vorm “24”. De aanvraagnummers voor de buitenlijn kunnen overschreven worden. 6.3 - Druk op de intercomtoets. Aanvraagnummer buitenlijn wissen (zie Bijlage) - Druk op de functietoets. - Het toestel staat in de standby-modus. - Vorm “24”. - Druk op de intercomtoets.
Te l e f o o n c e n t r a l e 6.4 Te l e f o o n k o s t e n G e s p rekken doorv e r b i n d e n / ruggespraak via een huistelefooncentrale - Er wordt een telefoongesprek gevoerd. - Druk op de doorverbindtoets (R, flash). U hoort de interne kiestoon van de centrale. - Vorm het nummer van een binnentoestel. 7 Te l e f o o n k o s t e n 7.1 Het telefoontarief i n v o e re n / c o n t ro l e re n / w i j z i g e n - Het toestel staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets.
Te l e f o o n k o s t e n 7.2 Te l e f o o n k o s t e n We e rgave van de gespre k s k o s t e n - Druk op de intercomtoets. - Druk op de functietoets. - Vorm “35”. Op het display verschijnt “0” voor het aanvraagnummer van de buitenlijn, gevolgd door het nummer van het binnentoestel (van 1 tot 4). - Vorm het gewenste nummer om de kosten weer te geven. “0” voor de totale kosten of 1 tot 4 voor weergave van de kosten per handset. - Voer een ander cijfer in indien gewenst.
Te l e f o o n k o s t e n 7.4 Te l e f o o n k o s t e n Maximale kostenre k e n i n g 7.4.1 Maximale kosten programmeren Door 4 cijfers in te voeren, kan u bepalen tot welk bedrag elke handset afzonderlijk kan telefoneren. Deze functie werkt alleen als uw telefoonmaatschappij kostenpulsen naar uw toestel stuurt. De bestaande kostentellers van de handset voor telefoonkosten worden door deze instelling gewist.
Te l e f o o n k o s t e n Te l e f o o n k o s t e n 7.4.2 Weergave van het resterende bedrag van de maximale kostenrekening - Het toestel staat in de standby-modus. 7.4.3 De maximale kostenrekening aan-/uitschakelen - Het toestel staat in de standby-modus. - Druk op de intercomtoets. - Druk op de intercomtoets. - Druk op de functietoets. - Druk op de functietoets. - Vorm “41”. - Vorm “39”. - Voer de PIN-code van het basisstation in. Het nummer van de aangesloten handset verschijnt op het display.
Werking met meerd e re basisstations 8 Werking met meerd e re basisstations 8.1 Een basisstation kiezen Voor u een bijkomend basisstation installeert, moet dit geregistreerd worden in de handset. - Het toestel staat in de standby-modus. Werking met meerd e re basisstations 8.2 Basisstation activeren en handset koppelen Blijf op de intercomtoets van het basisstation drukken. Na 10 seconden laat het basisstation een waarschuwingssignaal horen. Laat de intercomtoets los.
Werking met meerd e re basisstations 8.3 Ve r a n d e ren van basisstation Ga als volgt te werk om de handset te laten werken via een ander basisstation. Bijlage 9 Bijlage 9.1 P ro b l e e m o p l o s s i n g - De handset staat in de standby-modus. Het toestel werkt niet/geen displays. - De batterij is leeg. Laad de batterij. - Druk op de functietoets. Geen uitgaande gesprekken mogelijk. - Verkeerd kiessysteem ingesteld. (Puls of toonkiezen) - Druk op “2”.
Bijlage Bijlage Gedeeltelijke blokkering - Bepaalde telefoonnummers, of delen van telefoonnummers, kunnen niet opgeroepen worden. Zo kan u bijvoorbeeld uitgaande internationale gesprekken blokkeren door “00” te programmeren. Programmeert u “0”, dan worden alle uitgaande interzonale gesprekken geblokkeerd. Als geblokkeerde nummers gevormd worden, verbreekt de handset niet alleen de kiesprocedure maar ook de verbinding met het basisstation.
Bijlage Bijlage Vrijgegeven nummers - Dit zijn nummers, of delen van nummers, die ondanks een gedeeltelijke blokkering toch gevormd kunnen worden. Bij een volledige blokkering van uitgaande gesprekken worden vrijgegeven nummers ook geblokkeerd. Zie ook Volledige blokkering en Gedeeltelijke blokkering. Het toestel geeft naast mededelingen op het display ook akoestische signalen. 9.
Bijlage 9.6 Bijlage Technische gegevens Standaard: DECT Frequentiebereik: 1880-1900 MHz Zendbereik: tot 300 m (50 m in gebouwen) Voeding: Basisstation 220 V/50 Hz, 10,7 VA stekker: AC-adapter Lader: 230 V/50 Hz, 5,3 VA stekker: AC-adapter Werkingsduur: (met volledig opgeladen batterij) in standby-modus: max. 40 h in gesprek: max.
Bijlage Garantie O Oproep binnenkomend ........................................................12, 17 10 P Persoonlijk Identificatie Nummer ........................................31, 67 PIN-code ..............................................................................31, 67 Positieve bevestigingstoon .......................................................69 Programmeren geheugennummers ..........................................