Operation Manual
41
4.12.2.4 Blokkering aan-/uitschakelen
De blokkering van de geprogrammeerde nummers (zie hoger)
moet nog wel geactiveerd worden. Deze functie kan ook
uitgeschakeld worden zonder de nummers te wissen.
- Druk op de intercomtoets.
- Druk op de functietoets.
- Vorm “28”.
- Voer de PIN-code van het
basisstation in, zie
Instellingen, punt 4.4.2. De
standaard PIN-code is 0000.
- De instelling verschijnt op
het display:
1 = aan
0 = uit
- Druk op de functietoets om
de blokkering aan of uit te
schakelen.
of
- Druk op de wistoets om de
programmeermodus te
verlaten zonder eventuele
wijzigingen op te slaan.
- Druk op de lijntoets.
Opmerking:
De blokkering kan alleen geactiveerd worden als er ook
nummers geprogrammeerd zijn die geblokkeerd moeten worden.
Als dit niet het geval is, wordt de procedure afgebroken en hoort
u na het indrukken van “28”, een negatieve waarschuwingstoon.
40
4.12.2.2 Geblokkeerde nummers controleren en veranderen
De procedure om geblokkeerde nummers te controleren en te
veranderen is dezelfde als voor het programmeren van de
nummers, maar om de nummers alleen maar weer te geven,
drukt u na de PIN-code op de functietoets. Wordt er na de PIN-
code een nieuw nummer ingevoerd, dan wordt het oude
overschreven en moet u daarna op de functietoets drukken om
de wijziging op te slaan en de programmeermodus te verlaten.
4.12.2.3 Geblokkeerde nummers wissen
- Druk op de intercomtoets.
- Druk op de functietoets.
- Vorm “29”.
- Voer de PIN-code van het
basisstation in. Zie
Instellingen, punt 4.4.2. De
standaardcode is 0000. De
geprogrammeerde
geblokkeerde nummers
worden nu op het display
weergegeven.
- Druk op de functietoets.
of
- Druk op de wistoets om de
programmeermodus te
verlaten zonder eventuele
wijzigingen op te slaan.
- Druk op de lijntoets.
I n s t e l l i n g e n
bevestigingstoon
(indien geactiveerd)
I n s t e l l i n g e n
bevestigingstoon
(indien geactiveerd)
40