Operator's Manual

3. Trap langzaam het onderste deel van het tractie-
pedaal in om achteruit te rijden.
HET CONTROLEREN VAN HET
FUNCTIONEREN VAN DE
INTERLOCK-SCHAKELAARS
1. Als de bestuurder niet op de stoel zit, het tractie-
pedaal in de neutraalstand staat en de schakelaar
van de aftakas uitgeschakeld is, zou de motor
moeten starten. Indien ofwel het tractiepedaal wordt
ingetrapt of de schakelaar van de aftakas wordt
ingeschakeld, zou de motor moeten stoppen.
Corrigeer het probleem als het systeem niet naar
behoren functioneert.
2. Trap het tractiepedaal in om vooruit of achteruit te
rijden, terwijl de bestuurder op de stoel zit, de
parkeerrem is ingeschakeld en de motor loopt. De
motor zou nu moeten stoppen. Corrigeer het
probleem als het systeem niet naar behoren
functioneert.
3. Laat de maai-eenheden op de grond zakken terwijl
de bestuurder op de stoel zit, de parkeerrem is
geactiveerd en de motor loopt. Schakel de aftakas
in. De elektrische koppeling van de motor zou nu in
moeten schakelen. Haal de maai-eenheden op. De
schakelaar van de aftakas zou nu uitgeschakeld
moeten worden. Corrigeer het probleem als het
systeem niet naar behoren functioneert.
LIFTHENDEL APPENDAGES
Het ophalen van appendages
Trek de lifthendel van de appendages naar achteren om
een appendage naar de gewenste hoogte omhoog te
halen.
Het neerlaten van appendages
Druk de lifthendel van de appendages naar voren om het
appendage te laten zakken.
NB: Houd de hendel nog circa 1–2 seconden in de
neerwaartse positie nadat het appendage is neergelaten
zodat het appendage zich aan kan passen aan de hand
van de contouren van de grond.
HET SLEPEN OF DUWEN VAN DE
MACHINE
In geval van nood kan de tractie-eenheid over een korte
afstand worden geduwd of gesleept. TORO adviseert dit
niet als standaard methode te gebruiken.
BELANGRIJK: Sleep of duw de machine niet sneller
dan 3 tot 5 km per uur omdat de transmissie
hierdoor beschadigd kan worden. Indien de tractie-
eenheid over een aanzienlijke afstand moet worden
verplaatst, dient u hem op een vrachtauto of een
aanhanger te vervoeren.
1. Om de machine vooruit te duwen of te slepen moet
het tractiepedaal volledig ‘vooruit’ worden
ingetrapt.
2. Om de machine achteruit te duwen of te slepen
moet het tractiepedaal volledig ‘achteruit’ worden
ingetrapt.
INLEERPERIODE
Voordat u gaat maaien met de Grounds Pro 2000, stelt de
TORO Company u voor een open plek uit te kiezen om
te oefenen met het stoppen en wegrijden, het ophalen en
neerlaten van de maai-eenheden, het draaien, enzovoorts.
Deze trainingsperiode zal een gunstig effect hebben op
het winnen van het vertrouwen in het functioneren van
de Grounds Pro 2000.
VOOR HET MAAIEN
Inspecteer het gebied en maak het vrij van afval. Ga na
in welke richting het gebied de vorige keer gemaaid is.
(Maai altijd in tegengestelde richting van de vorige
maaibeurt, zodat de grassprieten minder gemakkelijk
gaan liggen waardoor ze moeilijker tussen de snijplaat en
de messenkooi gepakt kunnen worden.)
Bediening
17
Haal de veiligheidsschakelaars niet los omdat zij voor
de veiligheid van de bestuurder zorgen. Controleer
dagelijks het functioneren van de schakelaars om u
ervan te verzekeren dat het systeem correct
functioneert. Indien een schakelaar niet naar behoren
functioneert, vervangt u deze alvorens de machine te
gebruiken. Vervang de schakelaars elke twee jaar om
verzekerd te zijn van de maximale veiligheid.
LET OP