Operator's Manual

Onderhoud
23
HET VERVERSEN VAN DE
MOTOROLIE EN HET VERVANGEN
VAN HET FILTER (Afb. 26–28)
Ververs de olie en vervang het filter aanvankelijk na de
eerste 8 bedrijfsuren, en ververs daarna de olie om de
50 uur en vervang het filter om de 100 uur.
NB: Ververs de olie en vervang het filter om de 25 uur
indien de machine zwaar wordt belast of er bij hoge
omgevingstemperaturen wordt gewerkt.
1. Verwijder de aftapplug en de olievuldop en laat de
olie in een opvangbak lopen. Wanneer de olie is
afgetapt, stopt u de aftapplug weer terug.
Afbeelding 27
1. Aftapplug
2. Verwijder het oliefilter. Breng een dunne laag
zuivere olie aan op de nieuwe filterpakking.
Afbeelding 28
1. Oliefilter
3. Schroef het filter handmatig vast totdat de pakking
contact maakt met de filteradapter, en draai het filter
vervolgens
1
⁄2 tot
3
⁄4 slag verder. DRAAI HET
FILTER NIET TE VAST AAN.
4. Voeg olie toe bij het carter; zie HET
CONTROLEREN VAN HET MOTOROLIEPEIL.
5. Start de motor en controleer op eventuele lekkages
rondom het filter.
6. Voer de olie op correcte wijze af.
HET ONDERHOUDEN VAN HET
LUCHTFILTER (Afb. 29–30)
Het schuim voorfilter dient om de 50 bedrijfsuren, en het
luchtfilterpatroon om de 100 bedrijfsuren te worden
gereinigd. Onder stoffige of smerige omstandigheden
moet vaker worden gereinigd.
1. Haal de borgclips los en verwijder het luchtfilter-
deksel. Reinig het deksel grondig.
Afbeelding 29
1. Luchtfilterdeksel
Schakel de motor uit en neem de sleutel uit het contact
alvorens u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren
of de machine afstelt.
LET OP
1
1
1