Operator's Manual

1.55 1.55
GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE
MK3 200 mm (8") / 254 mm (10") Vast Maaidek:
Als de maaimachine wordt uitgerust met vaste
maaidekken, wordt de maaihoogte gemeten door
de achterrol en het maaidek kan daarbij zijwaarts
scharnieren om de contouren van het maaioppervlak te
volgen. Dit wordt algemeen aangeraden voor normale
maaiwerkzaamheden.
(MK3 200 mm (8") Maaidek afgebeeld).
MK3 200 mm (8") Zwevend Maaidek: Als
de maaimachine wordt uitgerust met zwevende
maaidekken, wordt de maaihoogte gemeten door de
voor- en achterrollen. Het maaidek kan hierbij zowel
zijwaarts als naar voren en achteren bewegen. Dit
wordt aangeraden voor veeleisende gazonnen en werkt
uitstekend als het gras kort is en het terrein sterk golft.
Grasgeleiders: De achterste grasgeleiders moeten altijd
juist zijn aangebracht. De geleiders moeten zo laag
mogelijk ingesteld zijn om grasafval naar de grond te
leiden.
WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN
- Zorg er altijd voor dat de grasgeleiders lager
dan horizontaal zijn afgesteld om gezondheids- en
veiligheidsrisico’s te vermijden.
Maaihoogtemeter: Een optionele maaihoogtemeter
is beschikbaar om een precieze afstelling van de
maaihoogte te bevorderen. Deze is zowel bij vaste als
bij zwevende maaidekken te gebruiken.
Hayter artikelnr. 63-01-760
Algemene informatie maaidek
De maaimachine is ontworpen voor het gebruik van MK3 200 mm (8") vaste of zwevende maaidekken of MK3 254 mm
(10") vaste maaidekken.
Het is essentieel dat de onderste messen goed zijn afgesteld ten opzichte van de maaicilinders en dat de messen scherp
gehouden worden om een goed maairesultaat, een minimaal stroomverbruik en een langer levensduur van de messen te
kunnen waarborgen, zie ONDERHOUD - MAAIDEKKEN.