Operator's Manual

1.71 1.71
Maaidek wetten vervolg
9. Als het wetresultaat onvoldoende is, herhaal dan
stappen 3 t/m 8.
10. Verwijder alle resten van carborundumpasta van de
cilinders en de onderste messen en was ze schoon.
11. Zet de bedieningshendel in 'Normaal bedrijf'.
Op het moment dat de wethendel in de stand 'Normaal
bedrijf' wordt gezet, wordt de vergrendeling van de
wetbedieningshendel naar buiten gedrukt. Wanneer de
wetbedieningshendel de stand 'Normaal bedrijf' bereikt,
moet de vergrendeling van de wetbedieningshendel
terugspringen en de hendel op zijn plaats borgen.
Slijpen
Het is noodzakelijk om snijvlakken van de
spiraalmessen van de cilinders of snijvlakken van de
onderste messen die erg bot zijn geworden of vervormd
te slijpen. Onderste messen die het einde van hun
levensduur naderen, moeten worden vervangen. Slijp de
messen op hun houders voorafgaand aan de montage,
zie DE ONDERSTE MESSEN VERVANGEN. Als
het nodig is om de messen te slijpen is het essentieel
dat dit tegelijk gebeurt bij de cilinders en onderste
messen. De enige uitzondering op deze regel is wanneer
een nieuwe cilinder wordt aangebracht. In dat geval
hoeft alleen het onderste mes geslepen te worden. Het
slijpen dient te worden gedaan door uw dealer op een
hoogwaardige, goed onderhouden slijpmachine speciaal
voor cilinders/onderste messen.
De onderste messen vervangen
Verwijder de houder van het onderste mes door de drie
stelbouten aan ieder uiteinde te verwijderen en hem
uit het maaidek te nemen. Verwijder het versleten mes
en gooi de verzonken schroeven en borgmoeren weg.
Plaats het nieuwe mes in de houder en maak het vast
met de nieuwe verzonken schroeven en borgmoeren.
Draai de middelste bouten vast met een torsie van
40 Nm. Draai vervolgens de overige bouten vast met
dezelfde torsie en werk daarbij vanuit het midden
richting de uiteinden van het mes.
ONDERHOUD