Operator's Manual

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Eenpompofmotorisversleten.
1.Vervangdeonderdelenindienditnodig
is.
2.Hetpeilvandehydraulischevloeistof
istelaag.
2.Tankvanhydraulischevloeistof
bijvullentothetvereistepeil
3.Devloeistofinhethydraulische
systeemheeftdeverkeerdeviscositeit.
3.Vervangdeolieindehydraulische
tankdooroliemetdejuisteviscositeit;
raadpleeghethoofdstukSpecicaties.
4.Hetlterelementisgeblokkeerd.
4.Filterelementvervangen.
5.Dedrukontlastklepwerktnietgoed.5.Laatdeontlastklepreinigenendedruk
controleren.Neemcontactopmetuw
erkendedistributeur.
6.Hetsysteemraaktoververhit.
6.Controleerdeafstellingvandecilinder
t.o.v.hetonderstemes.Verkleinde
belasting(kieseenhogeremaaistand
ofverlaagderijsnelheid).
Demachinewerkteerstnaarbehoren,
maarverliestdanvermogen.
7.Dezuigslanglekt.7.Aansluitingencontrolerenen
vastzetten.Slangvervangenindiendit
nodigis.
1.Eriseenoneffenheidopdecilinder
ofhetonderstemesdoorcontactmet
eenvreemdvoorwerp.
1.Verwijderdeoneffenheidmeteen
steenenwethetmes.Ernstigeschade
vereistslijpen.
Eencilinder'klopt'bijhetdraaien.
2.Decilinderlagerszijnversleten.2.Vervangdelagersindienditnodigis.
1.Erziteenlagervandemaaicilinder
vast.
1.Vervangdelagersindienditnodigis.
2.Eriseenmotormeteenonjuisterotatie
gemonteerd.
2.Motorcontrolerenenindiennodig
vervangen.
3.Deingebouwderegelklepvandemotor
isgeblokkeerdindeopen-stand.
3.Regelkleplatenreinigenen
controleren.
4.Demaaicilinderdrukttegenhet
onderstemes.
4.Pasdeinstellingaan.
Eenmaaicilinderdraaitlangzaam.
5.Demotorisversleten.5.Vervangdemotor.
1.Eriseenpakkingvandehefcilinder
defect.
1.Vervangdepakkingen.
2.Dedrukontlastklepisopengedruktof
verkeerdingesteld.
2.Deontlastkleplatennakijken.Neem
contactopmetuwerkendedistributeur.
3.Eenregelklepwerktnietnaarbehoren.3.Regelklepreviseren.
Eenvandemaaidekkengaatnietomhoog
nahetmaaien.
4.Eriseenmechanischeobstructie.4.Verwijderdeobstructie.
1.Deslangenzijnnietgoedgeleidof
dehydraulischettingszijnverkeerd
gericht.
1.Beweegdemaaidekkenzover
mogelijkenkijkofdeslangenstrak
komentestaan.Slangenopcorrecte
wijzeleidenenaansluitingengoed
plaatsenindienditnodigis.
2.Dedraaipuntenzittentevast.2.Zethetdraaipuntlosensmeerhet
indiennodig.
3.Demaaierwordtgebruiktindestand
VASTHOUDEN.
3.Schakelaarvanhenrichtingop
OMLAAG/ZWEEFSTANDzetten.
Demaaidekkenvolgendecontourenvan
degrondniet.
4.Degewichtsoverbrengingstaatte
hoog.
4.Degewichtsoverbrenging
verminderen.
38