Operator's Manual

1.33 1.33
Verstelbare stuurkolom
WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN -
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen, moet u controleren of het verstelmechanisme
van de stuurkolom goed functioneert en het stuurwiel stevig is vergrendeld.
WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN -
Het stuurwiel en de stuurkolom mogen uitsluitend worden versteld als de maaimachine stil-
staat en op de handrem is gezet.
GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE
A
A
De hoek van het stuurwiel verstellen: Zet
hendel 'A' omlaag om de hoek van het stuurwiel te
verstellen. Laat de hendel los om het stuurwiel in zijn
stand te vergrendelen.
De lengte van de stuurkolom verstellen: Zet
hendel 'A' omhoog om de hoogte van de stuurkolom
te verstellen. Laat de hendel los om de stuurkolom in
zijn stand te vergrendelen.
Het platform vastmaken: Laat het platform
voorzichtig neer. De gasveer zal dit
gemakkelijker maken. Beweeg de handgreep
van de grendel naar de voorkant van de
maaimachine (positie A), terwijl het platform
bijna in de volledig neergelaten stand komt.
Hierdoor komen de haken van de grendel los
van de grendelstaaf. Laat het platform volledig
neer en beweeg de handgreep van de grendel
naar de achterkant van de maaimachine
(positie B) totdat de haken van de grendel
de grendelstaaf helemaal vastgrijpen. Zet de
handgreep van de grendel weer vast met het
slot.