Operator's Manual

1.53 1.53
Dagelijks en vóór gebruik vervolg
WAARSCHUWING - VOORKOM ONGEVALLEN: Gebruik de machine niet wanneer het
pedaalmechanisme haperingen vertoont en niet probleemloos terugkeert naar de
neutraalstand.
Controleer de bestuurdersaanwezigheidssensoren:
WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Houd omstanders op een afstand als u de
bestuurdersaanwezigheidssensoren controleert. Gebruik de maaimachine UITSLUITEND
als de bestuurdersaanwezigheidssensoren correct functioneren zoals hieronder wordt
beschreven. In geval van problemen kunt u contact opnemen met uw erkende dealer.
Stoelschakelaar bestuurderaanwezigheid: Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de motor.
Laat de maaidekken neer op de grond en stel de maaiaandrijving in werking in voorwaartse richting.
Kom omhoog uit de stoel en controleer of de maaicilinders na 0,5 - 1 seconde tot stilstand komen.
Herhaal dit met de maaicilinders in de achteruitstand.
Beveiligingsschakelaar maaiaandrijving: Zet de motor van de maaimachine af. Zet de schakelaar
van de maaiaandrijving op 'Uit' en draai het contactsleuteltje op 'I'. Het indicatielampje van de
maaiaandrijving moet gaan branden. Zie GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE.
Zet de schakelaar op 'Vooruit'. Het indicatielampje moet doven en de motor mag niet starten als het
contactsleuteltje wordt omgedraaid. Herhaal dit met de schakelaar op 'Achteruit'.
Beveiligingsschakelaar parkeerrem: Zet de motor af. Stel de handrem in werking en draai het
contactsleuteltje op 'I'. Het indicatielampje van de handrem moet gaan branden. Zie GEBRUIK VAN
DE MAAIMACHINE. Zet de parkeerrem vrij. Het indicatielampje moet doven en de motor mag niet
starten als het contactsleuteltje wordt omgedraaid.
Beveiligingsschakelaar transmissie in vrijstand: Zet de motor af en haal uw voet van de
rijpedalen. Draai het contactsleuteltje op stand 'I'. Het indicatielampje Transmissie in vrijstand moet
nu gaan branden. Bij lichte druk op het rijpedaal in de vooruit- of achteruitstand dient het lampje uit
te gaan. Controleer grondig of de ruimte rond de machine veilig is, voordat u controleert dat de motor
onder deze omstandigheden inderdaad niet zal starten.
ONDERHOUD