Operator's Manual

1.63 1.63
De maaimachine slepen (vervolg)
U stelt de schijfremmen van de voorwielmotor
als volgt weer in bedrijf:
1. Ga naar de schijfrem op de rechter
voorwielmotor. Draai de stelschroef (item
5) linksom en verwijder deze samen met
de ring (item 4) en de remuitzetstang (item
3). Plaats de rubberen plug (item 2) weer
in de zijkant van de motor.
2. Ga naar de remschijf op de linker
voorwielmotor en herhaal bovenstaande
procedure.
Bewaar de remuitzetstangen, ringen
en stelschroeven (items 3, 4 en 5) voor
toekomstig gebruik.
Verwijder de wielblokken.
Maak de sleepstang los.
De remmen van de maaimachine zullen nu
normaal werken.
WAARSCHUWING: VOORKOM
ONGEVALLEN - Alvorens de maaimachine
in gebruik te nemen, moet u controleren of
de remmen correct werken. Controleer de
maaimachine vooraf bij een lage snelheid.
Gebruik de machine niet als de remmen
niet goed werken.
Gebruik de machine niet als de remmen
buiten bedrijf zijn gesteld.
1
2
3
45
ONDERHOUD
1. Motor voorwiel -111-2557
2. Zeskantige stop - 950639
3. Remuitzetstang
4. Ring - M12 - 09485
5. Stelschroef M12 x 40 - ZDH1L040U