Form No. 3443-767 Rev A Reelmaster® 3100-D tractie-eenheid Modelnr.: 03170—Serienr.: 403430001 en hoger Modelnr.: 03171—Serienr.: 403430001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Maaisnelheid (toerental messenkooi) ............... 31 Het messenkooitoerental afstellen.................... 32 Tips voor bediening en gebruik ......................... 33 Na gebruik ........................................................... 33 Veiligheid na het werk ....................................... 33 Na het maaien .................................................. 34 De bevestigingspunten zoeken......................... 34 De machine transporteren ................................
Veiligheid Inhoud van hydraulisch systeem....................... 53 Hydraulische vloeistof verversen ...................... 53 Hydraulisch filter vervangen ............................. 54 Onderhoud van maai-eenheid.............................. 55 Veiligheid van de messen ................................. 55 Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren................................ 55 Maai-eenheden wetten ..................................... 55 Reiniging ...........................
decal94-3353 94-3353 1. Handen kunnen bekneld raken – Houd uw handen uit de buurt. decal93-7276 93-7276 1. Risico van explosie – Draag oogbescherming. 2. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden – Afspoelen met water en eerste hulp verlenen. 99-3444 3. Brandgevaar – Geen vonken of vuur en niet roken 4. Gevaar voor vergiftiging – Houd kinderen uit de buurt van de accu. decal99-3444 99-3444 1. Rijsnelheid – snel 2. Maaisnelheid – langzaam decal106-9290 106-9290 1. Inputs 5. In stoel 9.
decal121-3628 121-3628 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders uit de buurt van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken. 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9.
decal121-3620 121-3620 1. Aftakas – Uitschakelen 7. Vergrendelen 2. Aftakas – Inschakelen 3. Beweeg de maaidekken naar rechts. 8. Motor – Uit 9. Motor – Lopen 4. Beweeg de maaidekken naar links. 10. Motor – Starten 5. Breng de maaidekken omlaag. 11. Snel 6. Breng de maaidekken omhoog. 12.
decal121-3623 121-3623 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 5. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de 6. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. machine gaat slepen. 3. Kantelgevaar – Vertraag voor bochten; laat de maaidekken in de laagste stand en hou uw veiligheidsgordel om wanneer u op hellingen rijdt. 7.
decal138-6979 138-6979 1. Lees de Gebruikershandleiding.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Voorwielmontage Achterwielconstructie Stuur Dop van stuur Grote ring Contramoer Schroef 2 1 1 1 1 1 1 Accuzuur – De accu in gebruik nemen, opladen en aansluiten. Inclinometer 1 De hoekindicator controleren. Geen onderdelen vereist – De bandenspanning afstellen.
Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Contactsleuteltje 2 De motor starten. Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding van motor 1 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Instructiemateriaal voor gebruiker 1 Lezen voordat u de machine gebruikt. Controlelijst vóór levering 1 Controleren om er zeker van te zijn dat de machine goed is ingesteld.
4. Plaats de dop op het stuurwiel en bevestig deze met de schroef (Figuur 3). WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. 3 • Houd vonken en open vuur uit de buurt van de accu. De accu opladen en aansluiten • Rook nooit in de buurt van de accu. 3. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accupolen. 4.
graden aangeven gezien vanuit de positie van de bestuurder. g008873 g011213 Figuur 6 Figuur 5 1. Pluskabel (+) van de accu 1. Hoekindicator 2. Minkabel (-) van de accu Belangrijk: Als u ooit de accu verwijdert, moet u ervoor zorgen dat de bouten van de accuklem zijn gemonteerd met de boutkoppen aan de onderkant en de moeren aan de bovenkant. Als de bouten van de klem andersom zitten, kunnen zij in aanraking komen met de hydraulische leidingen als u de maai-eenheden verplaatst. 6.
6 De motorkapvergrendeling monteren (uitsluitend CE) Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Vergrendelbeugel 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") g012629 Figuur 8 1. Beugel van CE-vergrendeling Procedure 1. Haak de motorkapvergrendeling los van de beugel van de motorkapvergrendeling. 2. Verwijder de popnagels (2) waarmee de beugel van de motorkapvergrendeling aan de motorkap is bevestigd (Figuur 7). Verwijder de beugel van de motorkapvergrendeling van de motorkap. 2.
g012631 Figuur 10 1. Bout 3. Arm van vergrendelbeugel 2. Moer 7 g008875 Figuur 11 Het uitlaatscherm monteren (uitsluitend CE) 1. Uitlaatscherm 2. Bevestig het uitlaatscherm aan het frame met 4 zelftappende schroeven (Figuur 11). Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Uitlaatscherm 4 Zelftappende schroef 8 De rolbeugel monteren Procedure 1.
9 De hefarmen aan de voorzijde monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: g011160 Figuur 12 1. Rolbeugel 4. Slang voor brandstofleiding/ontluchtingsbuis 2. Montagebeugel 5. Slangklem Bevestig de beide zijden van de rolbeugel aan de montagebeugels met 2 flenskopbouten en borgmoeren (Figuur 12). Draai de bevestigingen vast met een torsie van 81 N·m. 3. Bevestig de slang voor de brandstofleiding/ontluchtingsbuis aan de rolbeugel met de slangklem.
3. 4. Bevestig de draaistangen aan de hefarmen met 2 bouten (5/16 x ⅞"). Bevestig de hefarmen op de draaipunten van de hefarmen (Figuur 15) en bevestig deze met de koppeling en de bouten die u eerder hebt verwijderd. Opmerking: Draai de bouten aan tot 95 N·m. g011968 Figuur 16 1. Voorste draagframe 3. g011966 Figuur 15 1. Hefarm, rechts 2. Borgring 4. Hefcilinder 5. Afstandsstukken (2) 3. Hefarm, links 6. Montagepen 5. 6. 7.
de bevestigingen vast met een torsie van 42 N·m. • Bevestig de achterste montagekoppelingen in de openingen van het achterste draagframe met een bout (⅜" x 2¼"), 2 platte ringen en een borgmoer, zoals getoond in Figuur 19. Plaats tijdens het monteren een ring aan beide zijden van de koppeling. Draai de bevestigingen vast met een torsie van 42 N·m. g012688 Figuur 17 1. Voorste draagframe 2. Voorste montagekoppeling 3. Achterste montagekoppeling 4.
g011218 Figuur 22 1. Stabilisatieketting g012016 Figuur 20 1. Drukring 12 3. Lynchpen 2. Draagframe 3. Smeer alle draaipunten van de hefarmen en draaiframes. De aandrijfmotoren voor de maaidekken monteren Belangrijk: Zorg ervoor dat de slangen vrij zijn van draaien of scherpe bochten en dat de slangen van het achterste maaidek lopen zoals wordt getoond in (Figuur 21). Breng de maaidekken omhoog en schuif deze naar links (model 03171).
3. Verwijder de plug uit de lagerbehuizing op het buitenste uiteinde van het rechtermaaidek en monteer de gewichten en de pakking. 4. Verwijder de transportplug uit de lagerbehuizingen van de overige maaidekken. 5. Plaats de O-ring (meegeleverd met het maaidek) op de flens van de aandrijfmotor (Figuur 24). g008876 Figuur 25 Maai-eenheden verwijderd ter verduidelijking 1. Hefarm 3. Speling 2.
g008880 Figuur 29 g008878 1. Achterste cilinder Figuur 27 1. Voorste cilinder 2. Contramoer Pak de cilinderstang vlak bij de moer beet met een tang en een doek en draai aan de stang. C. Breng de maaidekken omhoog en controleer de speling. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang en draai de gaffel. D. Plaats de pen en controleer de speling. E. Herhaal indien nodig stap A tot en met D. D. Herhaal indien nodig stap A tot en met C. F. Draai de contramoer van de gaffelpen vast. E.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen g016925 Figuur 30 1. Framebeugel 4. 2. Tipperbeugel Breng de maaidekken omlaag en monteer de tipperbeugel aan het frame met de 2 slotbouten en 2 moeren die met de set zijn meegeleverd (Figuur 30). 15 g008887 Figuur 31 De CE-stickers aanbrengen 1. Tractiepedaal voor vooruit Benodigde onderdelen voor deze stap: 2. Tractiepedaal voor achteruit 3.
g191213 g336062 Figuur 33 Figuur 32 1. Gashendel 1. Contramoer 2. Borgschroef voor snelheid 2. Urenteller 3. Temperatuurlampje Hendel om stuurwiel te verstellen Trek de hendel om het stuur te verstellen (Figuur 31) naar achteren om het stuurwiel in de gewenste stand te zetten en duw de hendel vervolgens naar voren om vast te zetten. 7. Aandrijfschakelaar maaidek 8. Schakelhendel van maaidek 9. Contactschakelaar 4. Oliedruklampje 10. Parkeerrem 5. Waarschuwingslampje gloeibougie 11.
Toerenregelaar van messenkooien de grond bevinden en de machine rijdt (uitsluitend model 03171). De toerenregelaar bevindt zich onder de kap van het bedieningspaneel (Figuur 34). Om de maaisnelheid (toerental van de messenkooien) in te stellen, draait u de knop voor de toerenregeling van de messenkooien naar de juiste instelling voor de maaihoogte en de snelheid van de machine. Zie Maaisnelheid (toerental messenkooi) (bladz. 31).
Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. g008890 Figuur 35 1. Instelhendel bestuurdersstoel 2.
Gebruiksaanwijzing • Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere Opmerking: Bepaal vanuit de normale • Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de ontstekingsbronnen. voor de brandstof. brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof toevoegen. Voor gebruik • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een afgesloten ruimte.
3. • De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop Neem plaats op de stoel, plaats het tractiepedaal in de neutraalstand, ontgrendel de parkeerrem en zet de schakelaar van de maaidekken in de stand UIT. De motor moet starten. Sta op uit de stoel en druk langzaam het tractiepedaal neer. De motor moet binnen 1 tot 3 seconden afslaan. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel.
Bescherming van de rolbeugel • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom worden beschadigd. • Verwijder geen onderdelen van de rolbeugel van • • Voordat u de motor start: zorg dat alle • • aandrijvingen in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt.
te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. waterhindernissen en andere gevaarlijke punten. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand instort. Zorg voor een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone. – Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien er gevaren zijn, maait u de helling met een loopmaaimachine. – Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u werkt op hellingen.
4. Gras maaien met de machine Draai de ontluchtschroef op de brandstofinjectiepomp open (Figuur 37). 1. Breng de machine naar het werkterrein en stel deze buiten het maaigebied op om de eerste baan te maaien. 2. Zorg ervoor dat de schakelaar van de maaidekaandrijving omhoog is gezet (de UITGESCHAKELDE stand); Maaidekschakelaar (bladz. 24). 3. Zet de gashendel op SNEL; zie Gashendel (bladz. 24). 4.
Selectieschema toerentalregeling voor messenkooi (cont'd.
Sidewinder en beweegt u de schakelhendel naar links of naar rechts, afhankelijk van uw maaiwerkzaamheden. De maaidekken kunnen ook worden ingesteld op verschillende bandbreedten. • De maaidekken werpen het gras meestal naar de voorzijde of de achterzijde van de machine. Gebruik de vooruitwerpstand als u kleine hoeveelheden gras maait. Zo krijgt u een mooier maairesultaat. Om aan de voorzijde uit te werpen, kunt u eenvoudig het achterscherm op de maaidekken sluiten.
• • • Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan met 3 tot 4 km per uur slepen omdat anders het aandrijfsysteem beschadigd kan raken. Als de machine over een grote afstand moet worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger. koelschermen en het motorcompartiment om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op. Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u de machine sleept of niet gebruikt. Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien nodig.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid bij onderhoud • Ondersteun de machine met assteunen als u onder de machine werkt. • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel • • verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Schakel de maai-eenheid/maai-eenheden uit en laat de werktuigen zakken. – Stel de parkeerrem in werking. – Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 500 bedrijfsuren • Smeer de lagers van de achteras. Om de 800 bedrijfsuren • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen. • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u het hydraulische filter vervangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Brandstofpeil controleren. Oliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie Procedures voorafgaande aan onderhoud Accudeksel verwijderen Verwijder de 2 knoppen waarmee het accudeksel aan de machine is bevestigd en verwijder het deksel (Figuur 40). g336542 Figuur 43 1. Motorkapvergrendeling 2. Draai de motorkap naar boven en achteruit (Figuur 43). g336164 Figuur 42 1. Knop 2. Accudeksel De motorkap openen g336543 Figuur 44 1.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (smeer alle lagers en bussen dagelijks in stoffige en vuile omstandigheden). Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. Smeer de lagers en lagerbussen dagelijks in erg stoffige en vuile werkomstandigheden.
g008901 Figuur 52 • Schuif voor maaien/transport (Figuur 53) g008898 Figuur 49 • Draaipunt van voorste hefarm links en hefcilinder (2) (Figuur 50) g008902 Figuur 53 • Draaipunt riemspanning (Figuur 54) g008899 Figuur 50 • Draaipunt van voorste hefarm rechts en hefcilinder (2) (Figuur 51) g008903 Figuur 54 • Stuurcilinder (Figuur 55) g008900 Figuur 51 • Afstelmechanisme neutraalstand (Figuur 52) 40
De gesloten lagers controleren Lagers vertonen zelden materiaalgebreken of fabricagefouten. Defecten worden voornamelijk veroorzaakt door vocht of vuil dat via de afdichtingen binnendringt. Lagers die moeten worden gesmeerd, dienen regelmatig een onderhoudsbeurt te krijgen om vuil of ander schadelijk materiaal uit de lagers te verwijderen.
Onderhoud motor dat tussen de buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit. Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. Deze reiniging voorkomt dat er vuil in de inlaat terechtkomt als het voorfilter wordt verwijderd. Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. De carterinhoud is ongeveer 3,8 liter met filter. Gebruik hoogwaardige motorolie die moet voldoen aan de volgende specificaties: • Vereiste onderhoudsclassificatie van API: CH-4, CI-4 of hoger. • Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -17 °C) • Alternatieve olie: SAE 10W-30 of 5W-30 (voor alle g008882 Figuur 60 temperaturen) 1. Olievuldop Opmerking: Toro Premium motorolie met een viscositeit van 15W-40 of 10W-30 is verkrijgbaar bij de dealer.
Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn brandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is en uit staat. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de brandstoftank tot 25 mm vanaf de bovenkant van de tank, niet de vulbuis. Dit geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
2. Draai de aftapplug onder de filterbus los (Figuur 63). g008913 Figuur 64 1. Brandstofinjectors g336554 Figuur 63 1. Waterafscheider/filterbus 2. Zet de gashendel op 3. Draai het sleuteltje naar de stand START en kijk hoe de brandstof om de connector stroomt. Draai het sleuteltje naar de stand UIT wanneer u een ononderbroken straal ziet. 4. Draai de leidingconnector goed vast. 5. Herhaal deze procedure bij de overige spuitmonden. 3. Aftapventiel 2. Ontluchtingsplug 3.
Onderhoud elektrisch systeem U kunt het peil in de cellen bijhouden met gedestilleerd of gedemineraliseerd water. Vul de cellen niet hoger dan de onderkant van de sleufring in elke cel. Plaats de vuldoppen terug zodat de ventielen naar achteren wijzen (in de richting van de brandstoftank). Veiligheid van het elektrisch systeem Houd de bovenkant van de accu schoon door deze af en toe te reinigen met een borstel die in een oplossing van ammoniak of natriumbicarbonaat is gedompeld.
Onderhoud aandrijfsysteem de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar. 2. De bandenspanning controleren Krik een voorwiel en een achterwiel van de grond en plaats steunblokken onder het frame. WAARSCHUWING Als de machine niet goed is ondersteund, kan deze per ongeluk naar beneden vallen, waardoor iemand die zich eronder bevindt, letsel kan oplopen.
7. Onderhoud koelsysteem Haal de steunblokken weg en laat de machine neer op de grond. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet beweegt als het tractiepedaal in de neutraalstand staat. Veiligheid van het koelsysteem • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor loopt. • Gebruik een doek als u de radiateurdop verwijdert en draai de dop langzaam open om de stoom te laten ontsnappen. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Parkeerrem afstellen Onderhoud van de riemen van de motor Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. 1. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 70). Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren.
De aandrijfriem van de hydrostaat vervangen 1. Onderhoud bedieningsysteem Steek een dopschroevendraaier of een stukje buis in het uiteinde van de spanveer van de riem. De gashendel afstellen WAARSCHUWING Wees voorzichtig als u de veer ontspant omdat de veerbelasting hoog is. 2. Druk het uiteinde van de veer omlaag en naar voren (Figuur 72) om deze los te maken van de beugel en de veerspanning op te heffen. 1. Zet de gashendel naar achteren zodat deze tegen de sleuf in het bedieningspaneel aan komt.
Onderhoud hydraulisch systeem Veiligheid van het hydraulische systeem • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts. g008886 Figuur 74 • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem. 1.
Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen. Om de 800 bedrijfsuren—Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
5. parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. Vul het reservoir (Figuur 77) met hydraulische vloeistof; zie Controleer het peil van de hydraulische vloeistof (bladz. 52). 2. Trek de slang van de bevestigingsplaat van het filter. 3. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt gemonteerd. 4. Plaats een opvangbak onder het filter (Figuur 76) en verwijder het filter. 5. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof. 6.
Maai-eenheden wetten Onderhoud van maai-eenheid GEVAAR Het aanraken van de messenkooien kan leiden tot lichamelijk letsel of de dood. • Houd uw handen en voeten altijd uit de buurt van de messenkooien als de motor loopt. • Tijdens het wetten kunnen de messenkooien stoppen en weer starten. • Probeer de messenkooien niet met handen of voeten opnieuw te starten. • Stel de messenkooien niet af terwijl de motor loopt. • Als de messenkooi stopt, zet dan de motor af voordat u de messenkooi onderzoekt.
Reiniging Belangrijk: Draai de wetknop niet van de maaistand naar de wetstand terwijl de motor loopt. Hierdoor zouden de messenkooien beschadigd kunnen raken. 4. Stel het contact tussen de messenkooi en het ondermes af en zorg ervoor dat dit geschikt is voor het wetten bij alle maaidekken. Start de motor en laat deze op een laag stationair toerental lopen. 5. Schakel de messenkooien in door de aftakasschakelaar op het bedieningspaneel in te schakelen. 6.
Stalling C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro onderdeelnr. 505-47) of petrolatum op de kabelklemmen en de accupolen om corrosie te voorkomen. D. Laad de accu om de 60 dagen 24 uur lang op om loodsulfatie van de accu te voorkomen. Veiligheid tijdens opslag • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. De motor gebruiksklaar maken – Schakel de maaidekken uit en laat deze zakken. – Stel de parkeerrem in werking. 1.
Problemen, oorzaak en remedie De Standaard Controle Module (SCM) gebruiken De Standard Control Module is een ingekapseld elektronisch apparaat dat is vervaardigd in een 'one size fits all'-configuratie. De module gebruikt halfgeleider- en mechanische elementen ten behoeve van de controle en regeling van de standaard elektrische functies die nodig zijn voor een veilig gebruik van het product. De module controleert inputs zoals neutraalstand, parkeerrem, aftakas, starten, wetten en hoge temperatuur.
6. Als een specifieke output-LED niet brandt, moet u beide zekeringen controleren. 7. Als een specifieke output-LED niet brandt en de inputs zijn in goede conditie, moet u een nieuwe SCM plaatsen en kijken of de storing verdwijnt. Elke (horizontale) rij in de volgende tabel geeft de input- en output-vereisten voor elke specifieke functie van het product aan. De functies van het product worden vermeld in de linkerkolom.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).