FORM NO. 3318-232 NL Rev. B MODEL NR. 03422TE—70001 & HOGER MODEL NR.
Deze gebruikershandleiding bevat informatie betreffende veiligheid, gebruik en onderhoud. In deze handleiding wordt aandacht besteed aan veiligheid en mechanische en algemene produktinformatie. GEVAAR, WAARSCHUWING en LET OP duiden op veiligheidsinformatie. Als u het driehoekige veiligheidswaarschuwingssymbool tegenkomt, moet u de veiligheidsinformatie die volgt doornemen zodat u deze begrijpt. “BELANGRIJK” duidt op speciale mechanische informatie en “N.B.
Veiligheid Training Voorbereiding 1. Lees de voorschriften aandachtig door. Maak uzelf vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine. 1. Draag altijd geschikt schoeisel en een lange broek tijdens het maaien. Bedien de apparatuur niet indien u blootsvoets bent of sandalen draagt. 2. Sta nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of personen die niet vertrouwd zijn met deze voorschriften.
Veiligheid 4. 5. Maaien op hellingen: • Maai nooit zijwaarts op hellingen van meer dan 5°, • Maai nooit klimmend op hellingen van meer dan 10°, • Maai nooit dalend op hellingen van meer dan 15°. Denk eraan dat er niet zoiets bestaat als een “veilige” helling. U moet bijzonder goed opletten als u op met gras begroeide hellingen rijdt.
Veiligheid Onderhoud en Opslag Geluids- en trillingsviveau 1. Geluidsniveau Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven goed vastgedraaid zijn zodat er veilig met de apparatuur gewerkt kan worden. 2. Parkeer de apparatuur nooit in een gebouw terwijl er nog brandstof in de tank zit en waar de dampen in contact kunnen komen met open vuur of vonken. 3. Laat de machine eerst afkoelen voordat u deze parkeert in een afgesloten ruimte. 4.
Overzicht van gebruikte symbolen Giftige dampen Bijtende vloeistoffen, chemische of gassen, verbrandwonden aan stikking vingers of hand Bekneld raken gehele lichaam van bovenaf Zijwaardse beknelling bovenlichaam Vloeistof onder Hogedruk-stralen, Hogedruk-stralen, Bekneld raken Bekneld raken hoge druk, kan beschadiging van beschadiging vingers of hand, tenen of voet, druk van weefsel lichaam binnen- weefsel druk van bovenaf van bovenaf dringen Zijwaardse Zijwaardse beknelling vingers beknelling van of h
Veiligheid Oogbescherming Veiligheidshelm Gehoorbescher- Gevaar, giftige verplicht verplicht ming verplicht stoffen Eerste hulp Spoelen met water Motor Overbrenging Vuur, open licht Hydraulisch systeem en roken verboden Remsysteem Koelvloeistof (water) Luchtinlaat Uitlaatgassen Druk Peilindicator Vloeistofpeil Filter Temperatuur Defect Startschakelaar/ Aan/starten mechanisme Inschakelen Uitschakelen Neerlaten hulpstukken Ophalen hulpstukken Afstand Sneeuwruimer, verzamelvijzel Claxon
Veiligheid Motorkoelvloeistofdruk Motorkoelvloeistoffilter Motorkoelvloei- Motorinlaat/ stoftemperatuur verbrandingslucht Motorinlaat/ verbrandingsluchtdruk Motorinlaat/ luchtfilter Motor starten Motor stoppen n/min Motorisch defect Motortoerental/ frequentie Injectiepompje Elektrisch voor- Transmissieolie Transmissieolie- Transmissieoliedruk (starthulpmiddel) gloeien (hulptemperatuur middel starten bij lage temperaturen) Choke NH L F RP Defect transmissie Koppeling Neutraalstand Hoog Laag V
Specificaties Motor: Perkins, vloeistofgekoelde 3-takt dieselmotor met 3 cilinders, verticale kopkleppen met centrifugaalwaterpomp. Afgesteld op 13,4kW bij een maximumsnelheid van 3200 tpm. 676 cc cilinderinhoud. Geforceerde smeerpomp voor versnellingsbak. Mechanische centrifugale regulateur. Mechanische brandstofpomp. Brandstof/water-afscheider met vervangbaar filterelement. 12-volt (0,7kW) startmotor. Heavy-duty, apart gemonteerd luchtfilter. Opschroefbaar oliefilter. Radiator: Aan de zijkant bevestigd.
Voor het gebruik LET OP Stop de motor en verwijder de sleutel uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uit gaat voeren of de machine af gaat stellen. Het controleren van het carteroliepeil (Afb. 1 & 2) Afbeelding 2 1. Olie-vuldop De motor wordt geleverd met olie in het carter; u moet echter het oliepeil controleren voor- en nadat u de machine voor het eerst gebruikt. BELANGRIJK: Controleer iedere 5 bedrijfsuren of dagelijks het oliepeil. Ververs de olie na iedere 50 bedrijfsuren. 1.
Voor het gebruik Afbeelding 4 Figure 3 1. Radiatorscherm 2. Radiator 3. Oliekoeler 1. Brandstofvuldop 3. Vul de tank tot circa 2,5 cm onder de bovenkant van de tank (onderkant van de vulnek). VUL NIET TEVEEL BRANDSTOF BIJ. Draai vervolgens de dop weer vast. 4. Om brand te voorkomen verwijdert u eventueel gemorste brandstof. Het controleren van het koelsysteem Verwijder dagelijks het vuil van het radiatorscherm, de radiator en van de oliekoeling (Afb.
Voor het gebruik Shell Amoco Conoco International Harvester Texaco Exxon Kendall BP Oil Boron Oil Phillips Union Oil Chevron Donax TD Amoco 1000 Power Tran 3 Hy-Tran TDH Torque Fluid Hyken 052 BP HYD TF Eldoran UTH HG Fluid Hydraulic/Tractor Fluid Tractor Hydraulic Fluid N.B.: Er is een rode kleurstof verkrijgbaar voor het hydraulisch systeem in flesjes van 20 ml. Een fles is voldoende voor 15–23 liter hydraulische vloeistof. Bestel Nr. 44-2500 bij uw Officiële Toro Dealer. 1.
Voor het gebruik vuil bevat. Indien er water of ander vuil aanwezig is, moet dit verwijderd worden voordat u de machine opnieuw gebruikt. 1. Zet het brandstofkraantje boven het filter dicht. 2. Haal de moer los waarmee de brandstofkolf aan de filterkop bevestigd is. Verwijder water en ander vuil uit de brandstofkolf. 3. Inspecteer het brandstoffilter en vervang dit indien het vuil is. 4. Bevestig de brandstofkolf aan de filterkop.
Bedieningsorganen Tractie- en rempedaal (Afb. 8, 9 & 10)—Het tractiepedaal heeft drie functies: één, om de machine vooruit te laten rijden; twee, om de machine achteruit te laten rijden, en drie, om hem te stoppen. Gebruik de hak en de tenen van uw rechtervoet om de bovenkant van het pedaal in te trappen om vooruit te rijden en de onderkant van het pedaal om achteruit te rijden of om te helpen remmen als u vooruit rijdt. U kunt ook het pedaal in de neutraalstand zetten om de machine te stoppen.
Bedieningsorganen Urenteller (Afbeelding 11)—Geeft het totaal aantal bedrijfsuren aan. De urenteller begint te lopen op het moment dat de contactschakelaar op “ON/AAN” gezet wordt. Knop voor koud starten (Afb. 10)—Als de motor koud gestart wordt, moet u de knop voor koud starten indrukken om de tractiepomp elektrisch te ontgrendelen. Laat de knop los als de motor start.
Bedieningsorganen Stoelverstelling (Afb. 13) Verstelling naar voren en naar achteren—Duw de hendel aan de zijkant van de stoel naar buiten, schuif de stoel in de gewenste positie en laat de hendel los om de stoel in positie vast te zetten. Stoelverstelling deluxe (Afb. 13) Gewichtafstelling—Druk de hendel omhoog of omlaag om de stoel aan te passen aan het gewicht van de bestuurder. Hendel omhoog—lichte bestuurder; hendel in middelste positie—bestuurder met normaal gewicht; hendel omlaag—zware bestuurder.
Bediening Het starten/stoppen van de machine 6. BELANGRIJK: Het is mogelijk dat het brandstofsysteem ontlucht moet worden in één van de volgende situaties: • Allereerste keer starten van een nieuwe motor. • De motor is afgeslagen omdat hij zonder brandstof is komen te staan • Er is onderhoud uitgevoerd op onderdelen van het brandstofsysteem; m.a.w., het filter is vervangen, enz. Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de besturing te controleren.
Bediening GEVAAR Omdat dieselbrandstof brandbaar is, moet u voorzichtig te werk gaan als u deze bewaart of ermee werkt. • Rook niet tijdens het bijvullen van de brandstoftank. • Vul de brandstoftank niet bij als de motor loopt, heet is of als de machine in een afgesloten ruimte staat. • Vul de tank altijd in de open lucht bij, en verwijder eventueel gemorste dieselbrandstof voordat de motor gestart wordt. • Bewaar brandstof in een schone, goedgekeurde container en houd de dop op zijn plaats.
Bediening 2. De motor moet starten als de bestuurder niet op de stoel zit, de wet-knop tegen de wijzers van de klok in gedraaid is, het tractiepedaal in de neutraalstand staat en de schakelaar van de messenkooien in de OFF/AF-positie staat. Indien ofwel het tractiepedaal ingetrapt wordt, of de schakelaar van de messenkooien op ON/AAN gezet wordt terwijl de bestuurder zich niet op de stoel bevindt, dan zou de motor moeten afslaan.
Bediening Het selecteren van de maaiverhouding (toerental messenkooien) Stel de maaiverhouding (toerental messenkooien) als volgt af: Het toerental van de messenkooien moet worden aangepast aan de maaihoogte om een consistent maairesultaat van hoge kwaliteit te bereiken en om ervoor te zorgen dat het gazon er gelijkmatig gemaaid uitziet. Afbeelding 19 1. Toerentalregeling messenkooien 1. Controleer de maaihoogte-instelling op de maaieenheden.
Bediening Trainingsperiode – Voordat u met de Reelmaster aan de slag gaat, adviseert The Toro Company dat u een open plek opzoekt en hier oefent met starten en stoppen, ophalen en neerlaten van de maai-eenheden, draaien enzovoorts. Deze trainingsperiode zorgt ervoor dat de bestuurder vertrouwen krijgt in de prestaties van de Reelmaster. de machine gecontroleerd wordt op het lekken van hydraulische vloeistof en dat u kijkt of er geen hydraulische en mechanische componenten beschadigd of versleten zijn.
Onderhoud Minimaal aanbevolen onderhoudsschema Luchtfilter, stofdop en ontluchtklep inspecteren Alle smeernippels smeren ✝Motorolie verversen ✝V-snaarspanning controleren Elke 50 uur Elke 100 uur Elke 200 uur Elke 400 uur ✝Vervang oliefilter van de motor ✝Controleer de spanning van de aandrijfriem Luchtfilter onderhouden Brandstoffilter vervangen ✝Hydraulisch filter vervangen ✝Wielbouten aanhalen Hydraulische vloeistof verversen Accupeil en -verbinding controleren Beweging tractie-verbinding inspecte
Overzichtsschema 1. Motoroliepeil 2. Aftappunt motorolie (17mm opening) 3. Hydraulisch oliepeil—Midden van peilglas 4. Snaren (Ventilator/waterpomp, hydraulische pomp) 5. Koelvloeistofpeil 6. Brandstof—Uitsluitend diesel 7. Smeernippels 8. Radiatorscherm 9. Luchtfilter 10. Waterafscheider/brandstoffilter 11. Accu 12. Bandenspanning: (0,8–1,1 bar) voor (0,6–0,7 bar) achter 13. Zekeringen OnderVloeistof Filter Soort deelnr.
Onderhoud Afbeelding 21 Afbeelding 24 Afbeelding 22 Afbeelding 25 Afbeelding 23 Afbeelding 26 24
Onderhoud LET OP Stop de motor en verwijder de sleutel uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uit gaat voeren of de machine af gaat stellen. Het verwijderen van de motorkap De motorkap kan op eenvoudige wijze verwijderd worden zodat u goed bij de motor kunt. 1. Maak de vergrendelingen los en open de motorkap. 2. Verwijder de borgpen waarmee de scharnieras van de motorkap aan de bevestigingsbeugels zit. 3.
Onderhoud (100 psi) om het beschadigen van het filter te voorkomen. 2. Houd de luchtspuit ten minste 3 cm van het gevouwen papier verwijderd, en beweeg de spuit op en neer terwijl u het filterelement ronddraait.
Onderhoud oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, zet de motor af, activeer de parkeerrem en verwijder de sleutel uit het contact. 2. Maak de vergrendelingen los en open de motorkap om bij de bedieningsorganen te kunnen komen. 3. Draai de wet-knop op het kleppen-blok met de wijzers van de klok mee naar de wet-positie. Zet de knop van de toerentalregeling van de messenkooien in positie 1. Afbeelding 30 1. Hydraulisch oliefilter 5. Vul het reservoir bij tot het juiste peil. 6.
Onderhoud 7. 8. Om de messenkooien bij te stellen tijdens het wetten, zet u de messenkooien AF door de knop op het instrumentenpaneel in te drukken en de motor AF te zetten. Herhaal stappen 4–6 als u klaar bent met afstellen. Als het wetten uitgevoerd is, draait u de wetknop tegen de wijzers van de klok in naar de MOW/MAAIEN-positie, zet u de toerentalregeling van de messenkooien in de gewenste maai-stand en spoelt u al het wetmiddel van de messenkooien. N.B.
Onderhoud 15° en 20° Hoek-kaart Houd deze rand langs een verticaal object zoals een boom, gebouw, paal enzovoorts. Dit is e e o ek v an een nh Dit is 20˚ 5˚ hoek van 1 Langs de juiste lijn omvouwen Voorbeeld: Vergelijk de hoek met de omgevouwen rand.