Formnr. 3355–585 Rev A Reelmaster) 2000-D Tractie-eenheid Modelnr.
Waarschuwing Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningsorganen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Starten en stoppen van de motor . . . . . . . . . . . . . . Het brandstofsysteem ontluchten . . . . . . . . . . . . . . Werking van interlockschakelaars controleren . . . De tractie-eenheid slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikseigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De maaisnelheid kiezen (toerental van de messenkooien) .
Inleiding Veiligheid Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.
• Elke bestuurder en monteur moet ervoor zorgen dat hij of zij professionele en praktische instructie krijgt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van de gebruikers. Bij een dergelijke instructie moet de nadruk liggen op: • Vervang defecte geluiddempers/knalpotten. • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen.
• Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt. • Bij gebruik van werktuigen nooit de afvoeropening naar omstanders toe richten of personen in de buurt van de in werking zijnde machine laten komen. • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die het zicht kunnen belemmeren. • Gebruik de machine nooit als schermen, afdekplaten of andere beveiligingsmiddelen zijn beschadigd of ontbreken.
• Wees voorzichtig als u omgaat met brandstof. Neem gemorste brandstof op. • Maak de accukabels los en verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaamheden gaat verrichten. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Sluit eerst de pluspool van de accu aan en daarna de minpool. • Controleer elke dag of de interlockschakelaars goed functioneren. Als een schakelaar defect is, moet u deze vervangen voordat u de machine gebruikt.
Onderhoud en stalling Geluidsniveau • Zorg ervoor dat alle aansluitstukken van de hydraulische leidingen vastzitten en alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren voordat u druk zet op het hydraulische systeem. Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA/1 pW, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures vastgelegd in Richtlijn 2000/14/EG en de wijzigingen daarvan.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7267 1. Vergrendel de parkeerrem 106-8120 2. Ontgrendel de parkeerrem 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden—Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 94-5056 1.
3-6668 1. De accu bevat lood. Werp deze niet in het afval. 2. Lees de bedieningshandleiding voor de juiste onderhoudsprocedures. 93-7276 1. 2. 3. 4. Risico van explosie—Draag oogbescherming. Risico van bijtende vloeistof—Afspoelen met water. Brandgevaar – Geen vonken of vuur en niet roken. Vergift – Houd kinderen uit de buurt van de accu. 106-8119 1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding 2. Machine kan kantelen—Rij niet op een helling van meer dan 15 graden. 3.
6-8109 104-3991 10
104-3994 (aanbrengen op sticker onderdeelnr. 104–3991 om te voldoen aan de Europese voorschriften) 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding Geen startvloeistof gebruiken. 7. 8. 9. 10. 3. Messenkooien opheffen en neerlaten. 4. Messenkooien neerlaten. 5. Neutraalstand 6. Messenkooien opheffen. 11 Aftakas Omhoogtrekken Uitdrukken Motor—Afzetten 11. 12. 13. 14.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Algemene specificaties Configuratie Motor Radiator Elektrisch systeem: Inhoud brandstoftank Driewielig voertuig met tweewielaandrijving en achterwielbesturing. Briggs & Stratton-Daihatsu, vloeistofgekoelde driecilinder viertaktdieselmotor met centrifugale waterpomp, verticale OHV 18.4 pk (13,7 kW); afgeregeld op een maximaal toerental van 3200 tpm. 850 cc inhoud.
Afmetingen Optionele apparatuur Spoorbreedte van banden 138 cm Driewielaandrijving, set Wielbasis 140 cm Gewichten, set Breedte 194 cm Transportbreedte met 69 cm maaidekken 183 cm met 81 cm maaidekken 216 cm Lengte 244 cm Hoogte zonder stoel 112 cm Gewicht Tractie-eenheid zonder maaidekken 484 kg Model 03210 – 69 cm maaidek met 5 messen 62 kg Model 03211 – 69 cm maaidek met 8 messen 65 kg Model 03214 – 69 cm maaidek met 11 messen 68 kg Model 03212 – 81 cm maaidek met 5 messen 72 k
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Zonder deze onderdelen kan de montage niet worden voltooid. Sommige onderdelen kunnen al in de fabriek zijn gemonteerd.
Beschrijving Hoeveelheid Sticker voor dashboard 1 Onderdelencatalogus 1 Certificaat van Integriteit en Naleving 1 Instructievideo 1 Gebruikershandleiding 2 Gebruikershandleiding van motor 1 Achterwiel monteren Gebruik Aanbrengen op het dashboard om te voldoen aan de Europese voorschriften. Bekijken voordat de machine in gebruik wordt genomen. Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen. worden afgesteld.
De draagframes aan de maaidekken monteren 3. Draai de bovenste tapbout los waarmee de linkerarm van het tegengewicht is bevestigd aan het frame (Fig. 5). 1. Haal de maaidekken uit de dozen. U moet de maaidekken afstellen overeenkomstig de instructies in de gebruikershandleiding voor de maaidekken. 7 1 2. Plaats een draagframe op elk maaidek en houd daarbij de montagegaten recht tegenover de montageverbindingen (Fig. 3). 2 3 3.
8. Zet het andere uiteinde van de hefketting vast in het gat in de hefarm en monteer het lipje met de gaffelpennen en de borgpennen. Gebruik het juiste gat in de hefarm, zoals is afgebeeld in Figuur 6. Maaidekken monteren 9. Herhaal deze procedure voor de rechterhefarm. 2. Schuif het draagframe van het maaidek op de draaistang en zet dit vast met een platte ring en een flensschroef (Fig. 8). 1. Schuif een drukring op de draaistang van de hefarm (Fig. 8).
Veren voor het tegengewicht monteren 2. Zet het andere uiteinde van de veer vast in het juiste gat (zie onder) op de voorste en achterste armen voor het tegengewicht (Fig. 11 & 12) met de veerbeugel, de gaffelpen en de borgpen. Waarschuwing • Vierde gat vanaf de bovenkant voor messenkooien met vijf messen Wees voorzichtig als u de veren spant omdat de veerbelasting hoog is.
3. Bij het achtermaaidek moet u de veer bevestigen in het bovenste gat op de heflip van het maaidek. 3. Steek de onderbrekerstang in het vierkante gat in de arm voor het tegengewicht, draai de arm terug in zijn oorspronkelijke positie en plaats de montagegaten in een rechte lijn. Opmerking: Als u de veerspanning verhoogt, zal het gewicht op het binnenste uiteinde van het maaidek verminderen, het gewicht op het buitenste uiteinde toenemen en de tractie toenemen.
Ballast achter plaatsen 6. Bij de achterste armen voor het tegengewicht moet u de vinyl kap op de veer plaatsen voordat u het andere uiteinde van de veer op de veerbeugel in het tweede gat vanaf de bovenkant bevestigt (Fig. 15). 3 1 Deze machine is in overeenstemming met ANSI-norm B71.4–1999 en alle toepasselijke Europese normen als de achterkant is verzwaard met ballast. Gebruik onderstaande tabel om te bepalen wat het vereiste gewicht of de gewichtscombinaties zijn. 2 Figuur 15 1.
Accu in gebruik nemen en opladen 3. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de accuklemmen. 4. Verwijder de vuldoppen. Giet langzaam accuzuur in elke cel totdat het peil net boven de vulring komt. Plaats de vuldoppen terug. Waarschuwing Belangrijk Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over andere delen van de machine. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging veroorzaken.
Vóór het gebruik 3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop (Fig. 18) verwijderen en voldoende olie bijvullen totdat het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt. Voorzichtig 1 Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de machine verricht of deze afstelt, moet u de motor afzetten en het sleuteltje uit het contact verwijderen.
Brandstoftank vullen Het koelsysteem controleren De motor loopt op Nr. 2 dieselbrandstof. Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50 verhouding van permanente ethyleenglycol-antivries en water. Controleer elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil. De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5 liter. De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 25 liter. Gevaar 1. Verwijder dagelijks het vuil van het radiatorscherm (Fig. 21), de radiator (Fig. 22) en de oliekoeler (Fig. 22).
De hydraulische vloeistof controleren Voorzichtig Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiatordop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. Het reservoir van het hydraulische systeem is in de fabriek gevuld met ongeveer 12,5 liter hoogwaardige hydraulische vloeistof. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst wordt gestart, en vervolgens dagelijks.
Bandenspanning controleren Dit is een biologisch afbreekbare vloeistof op basis van plantaardige olie, die Toro heeft getest en goedgekeurd voor dit model. Deze vloeistof is niet bestand tegen hoge temperaturen zoals de standaard vloeistof; u dient dus een oliekoeler te monteren als de gebruikershandleiding dit voorschrijft, en u te houden aan de aanbevolen verversingsintervals voor deze vloeistof.
Gebruiksaanwijzing Startschakelaar De startschakelaar (Fig. 28), waarmee de motor wordt gestart, afgezet en voorgegloeid, heeft drie standen: UIT, AAN en START. Draai het sleuteltje naar rechts op AAN en houd dit in deze stand totdat het indicatielampje van de gloeibougie dooft. Draai daarna het sleuteltje naar rechts op START om de startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor start. Het sleuteltje komt automatisch op AAN/LOPEN.
Maaidekschakelaar: Messenkooilampje De schakelaar (Fig. 28) heeft twee standen: INSCHAKELEN en UITSCHAKELEN. De druk-trekschakelaar bedient een solenoïdeklep op de kleppenset om de maaidekken aan te drijven. Het messenkooilampje (Fig. 29) gaat branden als de messenkooien zijn neergelaten in de maaistand. Urenteller Steeds als de motor wordt afgezet, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt.
Brandstofafsluitklep 5. Als de motor voor de eerste keer wordt gestart of de motor een revisiebeurt heeft gehad, moet u de machine een of twee minuten in de vooruit- en de achteruitstand laten werken. Controleer ook de werking van de hefhendel en de messenkooischakelaar om er zeker van te zijn dat alle onderdelen naar behoren functioneren. Sluit de brandstofafsluitklep onder de tank (Fig. 31) als u de machine stalt. Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de stuurreacties te controleren.
3. Als de motor loopt, de bestuurder niet op de stoel zit en de wetknop naar rechts is gedraaid, mag de motor niet afslaan als de messenkooien zijn ingeschakeld. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. Gevaar In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. 4.
Gebruikseigenschappen De maaisnelheid kiezen (toerental van de messenkooien) Voorzichtig Deze machine stelt de bestuurder bloot aan geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij langdurige blootstelling kan dit leiden tot gehoorbeschadiging. Draag gehoorbescherming als u deze machine gebruikt.
Tabel voor keuze van variabel toerental van messenkooien—Messenkooi met 5 messen Maaihoogte (inches) Tabel voor keuze van variabel toerental van messenkooien—Messenkooi met 8 messen 3-wielaan- 2-wielaandrijving drijving 5–8 km 10–11 km per uur per uur Maaihoogte (inches) 3-wielaan- 2-wielaandrijving drijving 5–8 km 10–11 km per uur per uur 2-1/2 (2.50) 3 5 2-1/2 (2.50) 3* 3 2-3/8 (2.38) 3 5 2-3/8 (2.38) 3* 3 2-1/4 (2.25) 4 5 2-1/4 (2.25) 3* 3 2-1/8 (2.13) 4 5 2-1/8 (2.
Oefenperiode Transport Voordat u met de machine gaat maaien, is het raadzaam dat u zich op een vrij terrein oefent in het starten en stoppen, opheffen en neerlaten van de maaidekken, draaien, enz. In deze oefenperiode kunt u zich vertrouwd maken met de bediening en de werking van de machine. Zorg ervoor dat de maaidekken volledig zijn opgeheven, verwijder de pedaalaanslag onder het tractiepedaal zodat dit een volledige slag kan maken, en zet de gashendel op SNEL.
Standaard Controle Module (SCM) De output-circuits worden geactiveerd door correcte input-condities. De drie outputs omvatten Aftakas, ETR en STARTEN. De output-LED’s controleren de conditie van de relais en geven aan dat er elektrische spanning op een van de drie contactpunten voor de output is. De Standard Control Module is een ”ingekapseld” elektronisch apparaat dat is vervaardigd in een ”one size fits all” configuratie.
Elke (horizontale) rij op de onderstaande tabel geeft de input- en output-vereisten voor elke specifieke functie van het product aan. De functies van het product worden vermeld in de linkerkolom. De symbolen geven de conditie van een specifiek circuit aan zoals: geactiveerd voor spanning, gesloten om massa te maken en geopend om massa te maken. – Geeft aan dat een circuit is gesloten om massa te maken – LED AAN O Geeft aan dat een circuit is geopend om massa te maken of is gedeactiveerd – LED UIT.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Spanning van aandrijfriem controleren. Motoroliefilter vervangen. Spanning van tractieriem controleren. Hydraulische filter vervangen. Wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • • • • • Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Ma. Gecontroleerde item Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Luchtfilter, stof-cup en burp-klep controleren. Radiator, oliekoeler en scherm controleren op rommel. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Onderhoudsschema Voorzichtig Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie.
Lagers en lagerbussen smeren De tractie-eenheid is voorzien van smeernippels die regelmatig moeten worden gesmeerd met Nr. 2 Smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u de lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren. De lagers en de lagerbussen moeten elke dag worden gesmeerd als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt.
Algemeen onderhoud van het luchtfilter • Controleer het luchtfilterhuis op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang het luchtfilterhuis indien dit beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen. • Geef het luchtfilter om 200 bedrijfsuren een onderhoudsbeurt of eerder als de prestaties van de motor achteruitgaan als gevolg van buitengewoon stoffige en vuile omstandigheden.
3. Verwijder en vervang het voorfilter. Het wordt afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet aansluiten, en het filterhuis. Een beschadigd element mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het filter.
Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen 3. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt gemonteerd (Fig. 48). Verwijder het filter uit de onderkant van het filterhuis en laat de vloeistof in de bak lopen. Gebruik een sleutel die geschikt is voor een filter met een bodem. U moet het oliefilter op de juiste wijze afvoeren.
Testpoorten van het hydraulische systeem Brandstofsysteem De testpoorten worden gebruikt om de druk in de hydraulische circuits te testen. Neem contact op met uw plaatselijke Toro-dealer als u hulp nodig heeft. Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Inspecteer op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. Brandstofleidingen en -verbindingen Testpoort nr. 1 (Fig.
Injectors ontluchten 3. Draai de borgmoer op de afstelnok van de tractie los (Fig. 53). Opmerking: Deze procedure mag uitsluitend worden toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht met behulp van de normale ontluchtingsprocedures en de motor niet start; zie Het brandstofsysteem ontluchten. 1. Draai de leidingconnector naar verstuiver nr. 1 en de houder los (Fig. 52). 1 1 1 Figuur 53 1.
Schakelaar voor neutraalstand afstellen Nadat de pompplaat is afgesteld, moet u de werking van de schakelaar voor de neutraalstand (Fig. 54) controleren en deze indien nodig als volgt afstellen: 1 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en zet de motor af. 2. Draai de borgmoer los waarmee de stelschroef van de schakelaar is vastgezet. Draai deze van de schakelaar weg totdat de schroefkop vrijkomt van de schakelaar. Figuur 55 1. Afstelstang Riem van wisselstroomdynamo 1 1.
Het tractiepedaal afstellen De demper van het tractiepedaal afstellen Als het tractiepedaal tegen de voetsteun aan komt als dit volledig voorwaarts is gedrukt of de maximumsnelheid vooruit niet kan worden bereikt, moet het mechanisme van het tractiepedaal worden afgesteld. 1. Om bij de demper van het tractiepedaal te kunnen komen, moet u het rechterpaneel verwijderen. 2. Draai de borgmoer los waarmee de draaipen van de demper is bevestigd aan de beugel van de demper (Fig. 58). 1.
Handrem afstellen Accuonderhoud 1. Verwijder beide voorwielen. Het accuzuur moet op het juiste peil worden gehouden en de bovenkant van de accu moet schoon blijven. Indien de machine wordt opgeslagen in een zeer hete omgeving, zal de accu sneller ontladen dan wanneer de machine in een koele omgeving wordt opgeslagen. 2. De rem moet buiten werking zijn gesteld. 3. Draai de contramoer op de gaffel los. Verwijder de borgpen waarmee de bovenkant van de gaffel is bevestigd aan de bovenste remhendel (Fig.
Zekeringen Waarschuwing De zekeringen van het elektrische systeem bevinden zich op de achterkant van het dashboard (Fig. 60). Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
Wetten 4. Stel het contact tussen de messenkooi en de snijplaat af en zorg ervoor dat dit geschikt is voor het wetten bij alle maaidekken. Start de motor en laat deze op een laag stationair toerental lopen. Gevaar 5. Schakel de messenkooien in door de knop op het dashboard uit te trekken. Tijdens het wetten kunnen de messenkooien tot stilstand komen en dan weer starten.
Elektrisch schema 49
Hydraulisch schema 50
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem Garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem voor gebruik in de staat Californië Uw rechten en verplichtingen uit hoofde van de garantie Inleiding De California Air Resources Board en The Toro® Company willen u graag een nadere toelichting op de garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem op machines en voertuigen met bouwjaar 2006 geven.