FORM NO. 3318-394 NL Rev A MODELNR. 03461—60001 & HOGER MODELNR.
Inhoud SPECIFICATIES HET AFSTELLEN VAN DE MAAI-EENHEDEN Het bevestigen van de voorste roller Het instellen van de maaihoogte en uitlijnen van de achterste roller Snijplaat evenwijdig afstellen op de Messenkooi Het controleren van de maaihoogte-afstelling 2 3 3 4 5 5 GEBRUIKSAANWIJZING Kenmerken Maai-eenheid Dagelijks bijstellen maai-eenheid SMERING Het smeren van lagers, lagerbussen en scharnierpunten HET WETTEN VAN DE MAAI-EENHEDEN 6 6 6 7 8 Specificaties Type Maaier: Alle maai-eenheden worden onderst
Het afstellen van de maai-eenheden BELANGRIJK: Lees deze Gebruikershandleiding grondig door voordat u met de maai-eenheid gaat werken. Doet u dit niet dan kan dit schade aan de maai-eenheid ten gevolge hebben. Nadat de maai-eenheid uitgepakt is, volgt u de volgende procedures om u er van te verzekeren dat de maai-eenheden juist afgesteld worden. 1. Controleer of beide uiteinden van de messenkooi gesmeerd zijn. Het smeer moet duidelijk zichtbaar zijn op de lagers van de messenkooien. 2.
van het lager de beugels bij te stellen, verwijdert u de rollerbeugel aan de kant met de nylon bus met de flens, en u lijnt de beugel vervolgens uit ten opzichte van de andere beugel, met maximaal eenzesde slag van de zeskantige moer en vervang rollerbeugel. 7. Zet de maaihoogte-pinnen weer op hun plek terug. 8. Draai de (2) borgmoeren vast waarmee de hoekbeugels aan de maai-eenheid bevestigd zijn. HET INSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE EN UITLIJNEN VAN DE ACHTERSTE ROLLER (Afb. 1) 1.
SNIJPLAAT EVENWIJDIG AFSTELLEN OP DE MESSENKOOI (Afb. 2–3) 1. Zorg ervoor dat de messenkooi geen contact meer maakt door de stelknop van de snijplaat tegen de wijzers van de klok in (Afb. 2) te draaien. Kantel de maai-eenheid om bij de messenkooi en de snijplaat te kunnen komen (Afb. 3). 2. Steek aan beide uiteinden van de messenkooi een lange strook droog krantepapier tussen de messenkooi en de snijplaat.
Gebruiksaanwijzing KENMERKEN MAAI-EENHEID Het enkelknops systeem voor de afstelling snijplaat-messenkooi waarmee deze maai-eenheid is uitgerust, vereenvoudigt de afstelprocedure die nodig is om te komen tot optimale maaiprestaties.
slijtage van snijplaat/messenkooien versneld worden, en kan de slijtage ongelijkmatig verlopen, hetgeen de maaikwaliteit nadelig beïnvloedt. N.B.: Doordat de messen voortdurend langs de snijplaat lopen, zal er een braamrandje gevormd worden over de volle lengte van de snijrand van de snijplaat. Als u af en toe een vijl over de voorkant haalt om deze braam te verwijderen, kunnen de maairesultaten verbeterd worden.
Het wetten van de maai-eenheden GEVAAR TER VOORKOMING VAN LICHAMELIJK LETSEL OF LEVENSGEVAARLIJKE SITUATIES: • Nooit uw handen of voeten in de buurt van de messenkooien houden terwijl de motor draait. • Tijdens het wetten is het mogelijk dat de messen even stoppen en dan weer doordraaien. • Probeer de messenkooien niet met de hand of met uw voeten opnieuw op gang te brengen. • Stel de messenkooien niet af terwijl de motor loopt.