Operator's Manual

47
Het tractiemechanisme
controleren en afstellen
Als gevolg van normale slijtageprocessen in de koppeling
van de bediening en de hydrostatische transmissie, kan het
zijn dat er meer dan normale inspanning nodig is om de
transmissie terug te zetten in de neutraalstand. Controleer
de machine regelmatig.
Het tractiemechanisme controleren
1. Rij met de machine met vol gas en op maximale
tractiesnelheid over een uitgestrekt, vlak en open
terrein.
2. Haal uw voet van het tractiepedaal en meet de afstand
die de machine nodig heeft om tot stilstand te komen.
3. Als deze afstand groter dan 5,5 meter is, moet het
tractiemechanisme worden afgesteld. Ga verder met de
volgende stap.
Het tractiemechanisme afstellen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, laat
de maaidekken neer op de grond en schakel de motor
uit.
2. Koppel de pedalen met de borgpen, trap de pedalen
volledig in en trek de vergrendeling voor de parkeerrem
uit.
3. Draai de buitenste zeskantige schroef los waarmee de
oogbout is bevestigd aan de plaat van de
veerverankering.
1
2
3
4
5
Figuur 64
1. Plaat van de
veerverankering
2. Oogbout
3. Binnenste borgmoer
4. Buitenste borgmoer
5. Verklein de afstand om de
tijd die nodig is om de
machine te stoppen te
verminderen.
4. Draai de oogbout rechtsom totdat de afstand tussen de
binnenkant van het oog van de oogbout en de
binnenkant van de plaat van de veerverankering met
3 mm is ingekort, zoals is afgebeeld in Figuur 64. Draai
de zeskantige moer vast.
5. Laat de machine rijden en controleer de remweg. Indien
nodig nogmaals afstellen.
Opmerking: Door de afstand tussen de binnenkant van het
oog van de oogbout en de plaat van de veerverankering te
verkleinen, wordt de kracht op het tractiepedaal vergroot.
Maak de afstand daarom niet te klein.