Form No. 3428-675 Rev A EdgeSerie DPA maai-eenheid met messenkooi van 17,8 cm met 8 radiale messen, 8 voorwaarts gebogen messen, of 11 voorwaarts gebogen messen Reelmaster® 5010-serie tractie-eenheid Modelnr.: 03638—Serienr.: 403450001 en hoger Modelnr.: 03639—Serienr.: 403450001 en hoger Modelnr.: 03641—Serienr.: 403450001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding. Inleiding Deze maai-eenheid is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras van goed onderhouden gazons in parken, golfbanen, sportvelden en commerciële terreinen. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.
Veiligheid Montage .................................................................... 5 1 De smeernippel van de messenkooi monteren......................................................... 5 2 De maai-eenheid afstellen ............................... 6 3 De messenkooimotoren monteren ................... 6 Algemeen overzicht van de machine ......................... 7 Specificaties ...................................................... 7 Werktuigen/accessoires .....................................
Veiligheid van de messen tractie-eenheid. Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid zorgvuldig voor de volledige instructies over het veilig gebruik van de machine. Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Rechte smeernippel 1 De smeernippel van de messenkooi monteren. Geen onderdelen vereist – De maai-eenheid afstellen. O-ring Inbusbouten (kunnen al gemonteerd zijn) 1 2 De messenkooimotoren monteren.
3 De messenkooimotoren monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 O-ring 2 Inbusbouten (kunnen al gemonteerd zijn) g028640 Figuur 4 1. Inbusbout (2) 3. Smeernippel 2. Stelschroef 4. Smeeropening 2. Procedure Belangrijk: Voordat u de messenkooimotoren monteert, moet u de contragewichten en andere accessoires bestellen en monteren aan de tegenovergestelde zijde van de messenkooimotoren zoals omschreven in de instructies die zijn meegeleverd met de gewichten of accessoires.
Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Specificaties Maai-eenheid De maai-eenheid afstellen Gewicht 03638 54 kg 03639 54 kg Het achterscherm verstellen 03641 55 kg In de meeste gevallen wordt het maaisel het beste verspreid als het achterscherm dicht zit (vooruitworp). Bij zware of natte omstandigheden kunt u het achterscherm openen.
Opmerking: Na verloop van tijd moet de correct is afgesteld. U moet dit controleren, ook als de maaikwaliteit aanvaardbaar is. 1. schuinte (Figuur 8) worden geslepen, omdat deze slechts gedurende 40% van de levensduur van het ondermes meegaat. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken. Opmerking: De stelknoppen hebben pallen waarmee elke aangegeven stand van het ondermes telkens met 0,023 mm kan worden veranderd.
1. Plaats de maai-eenheid op een vlak, horizontaal oppervlak. 2. Draai de stelschroeven van de snijbalk linksom zodat de snijbalk de messenkooi niet raakt (Figuur 9). 6. Draai de stelschroef aan de rechterkant van de snijbalk rechtsom tot u lichte weerstand van de afstandsring voelt. Draai de stelschroef van de snijbalk vervolgens twee klikstanden terug en verwijder de afstandsring.
u bij de voor- en achterrol en het ondermes kunt komen. Opmerking: De positie van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de geassembleerde onderdelen, dus evenwijdig stellen is niet nodig. Er is een beperkte instelling mogelijk door de maai-eenheid op een vlakke plaat te zetten en de inbusbouten van de zijplaat los te draaien (Figuur 13). Stel de inbusbouten af en draai ze vast. Draai de inbusbouten vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.
2. Draai de moer op de hoogtelat los (Figuur 16) en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte. g027169 Figuur 14 g003327 1. Gazoncompensatieveer 3. Veerstang 2. R-pen 4. Zeskantige moeren 2. Figuur 16 Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 15,9 cm bedraagt (Figuur 14). 1. Hoogtelat 4. Openingen voor het instellen van de maaihoogte van de groomer 2. Stelschroef voor maaihoogte 5. Ongebruikte opening 3.
6. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is. Belangrijk: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte. 7. Draai de moeren vast om de afstelling te borgen. Opmerking: Draai de moeren niet te vast. Draai net zolang aan de moer totdat de ring geen speling meer heeft.
Maaihoogteschema Maaihoogte Aggressiviteit van het maaien Aantal afstandsstukken achter Aantal kettingschakels Met groomer gemonteerd** 0,64 cm Laag Normaal Hoog 0 0 1 5 5 5 J J - 0,95 cm Laag Normaal Hoog 0 1 2 5 5 5 J J - 1,27 cm Laag Normaal Hoog 0 1 2 5 5 5 J J J 1,56 cm Laag Normaal Hoog 1 2 3 5 5 5 J J - 1,91 cm Laag Normaal Hoog 2 3 4 5 5 5 J J - 2,22 cm Laag Normaal Hoog 2 3 4 5 5 5 J J - 2,54 cm Laag Normaal Hoog 3 4 5 5 5 4+ J J - 2,86 cm Laag Normaal Hoog
Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk ondermes het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte. Ondermes/maaihoogtetabel Ondermes Onderdeelnr.
g033976 Figuur 19 1. Afstandsstukken, achter 3. Agressiviteit van maaistand 2. Montageflens van zijplaat Afstandsstukken, achter Het aantal afstandsstukken achter bepaalt de agressiviteit van de maaistand van de maai-eenheid. Bij een bepaalde maaihoogte verhoogt de plaatsing van extra afstandsstukken onder de montageflens van de zijplaat de agressiviteit van de maai-eenheid.
Onderhoud De kickstandaard gebruiken als u de maai-eenheid kantelt Als de maai-eenheid moet worden gekanteld om bij het ondermes/de messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van de maai-eenheid met de kickstandaard (meegeleverd met de tractie-eenheid) ondersteunen zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 21). g027174 Figuur 22 Smeerpunten aan de kant van de messenkooimotor.
g028838 Figuur 24 Modellen 03639 en 03641 1. 1,3 mm 2. 2. 30 graden Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatigheid van de messen niet meer dan 0,025 mm bedraagt. Opmerking: Hierdoor wordt de platte zijkant een beetje groter.
Onderhoud van het ondermes De servicelimieten voor het ondermes staan in de volgende tabel. Belangrijk: Als de maai-eenheid wordt gebruikt met het ondermes na de onderhoudslimiet, kan dit leiden tot een slecht maairesultaat en het ondermes minder bestand tegen stoten maken.
Onderhoud van de snijbalk De snijbalk verwijderen 1. Draai de stelschroeven van de snijbalk linksom om het ondermes weg te trekken van de messenkooi (Figuur 29). g034113 Figuur 27 2. Hoekindicator 1. Ondermes (verticaal) 2. Druk op de Alt Zero knop op de hoekindicator. 3. Plaats de steun van de hoekindicator op de rand van het ondermes zodat de rand van de magneet past op de rand van het ondermes (Figuur 28). g006498 Figuur 29 Opmerking: Gedurende deze stap moet de 1.
2. Maak de schroefdraad schoon. 3. Breng anti-seizemiddel aan op de schroeven en monteer het ondermes als volgt op de snijbalk (Figuur 33): g027176 Figuur 31 1. Snijbalkbout 3. Stalen ring 2. Moer 4. Nylon ring De snijbalk monteren 1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de drukring en de stelschroef van de snijbalk bevinden. 2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 6 ringen.
g279162 Figuur 34 1. Ondermesschroever 2. Monteer deze eerst en schroef ze vast met een torsie van 1 N·m. 4. 3. Aandraaien tot 23-28 N·m. Slijp het ondermes.
Onderhoud uitvoeren aan de zwaar uitgevoerde tweepuntsafstelling (DPA) 1. 2. Verwijder alle onderdelen (raadpleeg Aanwijzingen voor montage van de HD DPA-set en Figuur 35). Breng anti-seizepasta aan op de binnenkant van de plaats van de lager op het middelste frame van de maai-eenheid (Figuur 35). 3. Lijn de pinnen van de flenslagers uit met de openingen in het frame en monteer de lagers (Figuur 35). 4.
15. Onderhoud van de rol Draai de moer van elke snijbalkafsteller vast tot de drukveer volledig ingedrukt is. Draai vervolgens de moer een halve slag los (Figuur 35). 16. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de eenheid. 17. Stel het contact tussen ondermes en messenkooi af; zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen (bladz. 8). Er zijn een revisieset voor de rol en een gereedschapsset voor revisie van de rol (Figuur 36) verkrijgbaar om de rol een onderhoudsbeurt te geven.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Inbouwverklaring The Toro Company, 8111 Lyndale Ave. South, Bloomington, MN, VS verklaart dat de volgende eenheid/eenheden voldoet/voldoen aan de vermelde richtlijnen als ze volgens de bijgeleverde instructies gemonteerd worden op bepaalde Toro-machines, zoals beschreven in de relevante gelijkvormigheidsattesten. Modelnr.: 03638 03639 03641 Serienr.
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Toro garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1.500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.