Formuliernr. 3355–865 Rev. A DPA snij-unit met 8 bladen en 5 inch haspel Reelmaster) 5210 & 5410 Tractie-units Modelnr. 03661 – Serienr.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheids- en instructiestickers . . . . . . . . . . . . . . Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid • Haal alle puin of andere voorwerpen weg die opgeraapt kunnen worden en door de messen van het maaidek kunnen worden weggeslingerd. Houd omstanders uit het trimgebied. Veilige bediening • Als de snijbladen op een vast voorwerp stoten of als de unit abnormaal trilt, stopt u en schakelt u de motor uit. Controleer of het maaidek niet beschadigd is. Herstel eventuele schade voordat u het maaidek weer start en gaat gebruiken.
Specificaties Algemene specificaties Tractie-eenheden Deze maaidekken worden gemonteerd op de Reelmaster® 5210 en 5410 Tractie-Units. Maaihoogte De maaihoogte wordt afgesteld op de voorste roller met behulp van twee verticale schroeven en geborgd met twee tapbouten. Maaistanden Het standaard maaihoogtebereik is 3 mm tot 25 mm. Met de Hoge Maaistand-kit is het bereik 25 mm tot 38 mm.
Maaidekaccessories en -sets Kam/Schraperset: Een vaste kam achter de frontroller helpt korrels en sponzig gras te verminderen door het gras rechtop te zetten voor het maaien. Een schraper voor de Wiehle-frontroller zit ook in de set. (zie onderdelencatalogus voor onderdeelnummers) Opmerking: Alle accessoires en sets zijn er 1x per maaidek tenzij anders aangegeven. High HOC set: Door de nieuwe frontrollerbeugels en extra afstandsringen kan het maaidek een maaihoogte van meer dan 25 mm bereiken.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Lijst met losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Als een van deze onderdelen ontbreekt, kan de machine niet volledig worden gemonteerd. Beschrijving Hoeveelheid Gebruik O-ring 1 Installeren op messenmotor. Gebruikershandleiding 1 Lezen voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Achterste afscherming afstellen 1. Op de maaidekken 2 en 4 verwijdert u de 2 tapbouten en zet u het contragewicht vast aan het linkereind van het maakdek. Verwijder het contragewicht (Fig. 5). In de meeste gevallen wordt de beste verspreiding bereikt als de achterste afscherming dicht zit (uitwerpen voor). Bij zware of natte omstandigheden kan de achterste afscherming geopend worden. 1. Om de achterste afscherming te openen (Fig.
Afstelling 3. Steek een lange strook krantenpapier tussen de messen en de snijplaat (Fig. 8) aan een uiteinde van de messenkooi. Draai de messen langzaam naar voren en draai de stelschroef van de snijbalk (Fig. 7) telkens één klik rechtsom totdat het papier aan hetzelfde uiteinde van de mensenkooi enigszins wordt vastgeklemd als het vanaf de voorkant evenwijdig aan de snijplaat wordt ingestoken. U zult dan een lichte weerstand voelen als u aan het papier trekt.
Achterste roller afstellen 2. U stelt de achterrol als volgt in: • Hef de achterkant van het maaidek op en plaats een blok onder de snijplaat. 1. Afstellen achterste rollerbeugels (Fig. 9) op de gewenste maaihoogte. • Verwijder de (2) moeren waarmee de beugels van beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de montageflens van beide snijplaten. • Positie van de vereiste hoeveelheid tussenringen onder de montageflens op de zijplaat (Fig. 9) volgens de HOC-grafiek op pagina 11.
Hoogte van maaigrafiekvoorwaarden Achterste tussenringen Het aantal achterste tussenringen bepaalt de agressiviteit van maaihoogte voor het maaidek. Voor een bepaalde maaihoogte verhoogt het toevoegen van tussenringen onder de montageflens op de zijplaat de agressiviteit van het maaidek. Alle maaidekken op een bepaalde machine moeten op dezelfde agressiviteit van maaihoogte gezet worden (aantal achterste tussenringen, onderdeelnr.
Grafiek Maaihoogte + * Maaihoogteinstelling (HOC) Agressiviteit van maaihoogte Aantal achterste tussenringen Aantal kettingschakels Met afwerkset geïnstalleerd 6,4 mm Minder Normaal Meer 0 0 1 3+ 3+ 3 J J – 9,5 mm Minder Normaal Meer 0 1 2 4 3 3 J J – 12,7 mm Minder Normaal Meer 0 1 2 4 3+ 3 J J J 15,9 mm Minder Normaal Meer 1 2 3 4 3 3 J J – 19,0 mm Minder Normaal Meer 2 3 4 3+ 3 3 J J – 22,2 mm Minder Normaal Meer 2 3 4 4 3 3 J J – 25,4 mm Minder Normaal Meer 3 4 5
Maaihoogte instellen Opmerking: Voor maaihoogten van meer dan 25 mm moet de Hoge Maaistand-set worden gemonteerd. 1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogte-armen zijn bevestigd aan de zijplaten van het maaidek (Fig. 13). Figuur 15 Belangrijk Bij een correcte afstelling zullen de achteren voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen de snijplaat aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van de snijplaat dezelfde maaihoogte. Figuur 13 1. Maaihoogte-arm 2. Borgmoer 3.
Gebruiksaanwijzing 3. Indien het contact te zwaar is, moet u de stelknoppen van de snijplaat telkens één klik linksom draaien, totdat er geen contact meer is. Draai vervolgens de stelknoppen telkens één klik rechtsom, totdat u voelt en hoort dat er een licht contact wordt gemaakt. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen de snijplaat en de messenkooi is.
Onderhoud De messenlagers afstellen Controleer regelmatig of er nog eindspeling op de messenkooi zit, zodat de messenlagers lang meegaan. De messenlagers kunnen als volgt gecontroleerd en bijgesteld worden: Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Smering 1. Maak het snijplaatcontact los door de instelknoppen van de snijplaat naar links te draaien (Fig. 18) tot er geen contact meer is. Elk maaidek is voorzien van 6 smeernippels (Fig.
Onderhoud van de snijbalk 3. Ga als volgt te werk, als er speling is: A. Draai de externe instelschroef los die de lagerbijstelmoer vasthoudt op het lagerhuis aan de linker kant van het maaidek (Fig. 20). De snijbalk verwijderen 1. Draai de stelschroeven van de snijbalk linksom om de snijbalk weg te trekken van de messenkooi (Fig. 21). Figuur 21 1. Stelschroef van snijbalk 2. Veerspanningsmoer Figuur 20 1. Stelschroef 3. Snijbalk 4. Ring 2.
De snijbalk monteren 3. Draai de borgmoer van de snijbalkbout op beide zijden van de machine los (Fig. 22). 1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de drukring en de stelschroef van de snijbalk bevinden. 2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 6 ringen. Plaats een nylon ring op beide zijden van de verdikking op de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Fig. 23).