Form No. 3394-988 Rev A Reelmaster® 5010-H tractie-eenheid Modelnr.: 03674—Serienr.: 315000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. de voetsteun bevindt. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Modelnr.: WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud Brandstofleidingen en aansluitingen controleren ........................................................44 Onderhoud van de waterafscheider ..........................44 Rooster van brandstofaanzuigbuis ............................45 Brandstofinjectors ontluchten ..................................45 Onderhoud elektrisch systeem ....................................46 Onderhoud van de startaccu ....................................46 Zekeringen ...........................................................
Veiligheid ◊ onjuiste bevestiging en verdeling van lasten. • De eigenaar/gebruiker kan ongelukken voorkomen en is verantwoordelijk voor ongelukken, letsel van hemzelf/haarzelf of van anderen en schade aan eigendommen. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN ISO-norm 5395:2013 en de B71.4-2012-specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie.
• • • Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit als u de brandstofhouder totdat het bijvullen voltooid is. Gebruik geen hulpmiddelen die de vulpijp in de geopende stand vergrendelen. Kleed u onmiddellijk om als er brandstof wordt gemorst op uw kleding. Doe de brandstoftank nooit te vol. Plaats de brandstoftankdop en draai deze goed aan.
• Let goed op dat er voldoende ruimte boven de machine • • • • is (denk aan takken, deuropeningen, elektrische kabels) voordat u onder een object door rijdt en zorg ervoor dat u dit niet raakt Houd de rolbeugel in deugdelijke staat door deze regelmatig grondig te controleren op beschadiging, en zorg dat alle bevestigingsmateriaal stevig is vastgedraaid. Een beschadigde rolbeugel moet worden vervangen. U mag deze niet laten repareren of herstellen. Verwijder de bouten niet.
• Wees voorzichtig als u omgaat met brandstof. Neem zetten en de maaidekken en werktuigen neer te laten op de grond. gemorste brandstof op. • Controleer elke dag of de interlockschakelaars goed • Controleer regelmatig of de brandstofleidingen goed functioneren. Als een schakelaar defect is, moet u deze vervangen voordat u de machine gebruikt. vastzitten en slijtage vertonen. Indien nodig moet u ze vastzetten of repareren.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7272 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd; ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 110-8921 1. Snelheid tractie-eenheid 2. Langzaam 3. Snel 93–6696 1. Opgeslagen energie – Lees de Gebruikershandleiding. 110-9642 1.
117-2718 93-6688 1. Waarschuwing – Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 125-8754 Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6.
110-8869 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding, gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 3. Machine kan kantelen – Verminder uw vaart voordat u een bocht ingaat, maak geen bocht bij hoge snelheid, laat het maaidek neer als u een helling afrijdt, gebruik een rolbeugel en doe de veiligheidsgordel om. Draag altijd een veiligheidsgordel, ook als de machine is voorzien van een rolbeugel.
125-8753 1. Lees de Gebruikershandleiding voor meer onderhoudsinformatie.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 3 4 Geen onderdelen vereist – Banden op juiste spanning brengen. Geen onderdelen vereist – Maaihoogte instellen. Geen onderdelen vereist – De stand van de bedieningsstang instellen. Maaidekken 5 Maaidekken monteren. 5 Egalisatieset 1 De egalisatiesets monteren (egalisatiesets worden afzonderlijk verkocht).
ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De voor- en achterbanden moeten een spanning hebben van 0,83-1,03 bar. 3 Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste bandenspanning hebben voor een gelijkmatig contact met de grasmat. De stand van de bedieningsstang instellen 2 Geen onderdelen vereist Hoogte van de treeplank wijzigen Procedure De stand van de bedieningsarm kan worden aangepast aan de wensen van de gebruiker. Geen onderdelen vereist 1.
4 Maaidekken monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 5 Maaidekken Procedure VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. G027133 Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren (Figuur 26). 1 Figuur 4 1. Contragewicht 1.
Figuur 6 1. Andere lip op draagframe D. 2. Stangbeugel Monteer de stangbeugel aan de lippen op het maaidek met de slotbouten en de moeren (Figuur 6). Opmerking: Als u de maaidekken monteert of verwijdert, moet u de R-pen in de opening voor de veerstang naast de stangbeugel plaatsen. Anders moet de R-pen worden geplaatst in de opening in het uiteinde van de stang. Figuur 8 1. Hefarm 3. Juk van draaipunt van hefarm 2. As van draagframe 5. Laat alle hefarmen helemaal neer. 6.
5 De egalisatiesets monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Egalisatieset Figuur 10 Procedure 2. Kettingbeugel 1. Ketting van hefarm Belangrijk: Om ervoor te zorgen dat de slang op de juiste manier wordt geleid en dat de slangen niet verdraaid zijn, dient u de motoren op de maaidekken te monteren voordat u de egalisatiesets monteert. 12. Smeer schoon vet op de sleufas van de motor van de messenkooi. 13.
2 1 3 3 g027210 1 2 Figuur 12 maaideklocatie nr. 4, links vooraan 1. Extra flensmoer g02721 1 3. Tussenschotbeugel Figuur 14 maaideklocatie nr. 5, rechts vooraan 2. Connectorplaat 1. Tussenschotbeugel 6. Herhaal de procedure voor de resterende (4) tussenschotlocaties zoals getoond inFiguur 13 totFiguur 16.
1 2 3 Figuur 17 3. Veerstang 2. Borgpen 4. Zeskantige moeren 2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 12,7 cm bedraagt op de maaidekken van 12,7 cm of 15,9 cm op de maaidekken van 17,8 cm (Figuur 17). g027209 Figuur 16 maaideklocatie nr. 2, links achteraan 1. Tussenschotbeugel 1. Gazoncompensatieveer Opmerking: Als u werkt op oneffen terrein, moet de veer 13 mm korter zijn.
8 De kick-standaard van het maaidek gebruiken Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kick-standaard van maaidek Procedure Als het maaidek moet worden gekanteld om bij de snijplaat/messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen met de kick-standaard zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 20). g027072 Figuur 18 1. Rubberen ring 3. Verwijder de moer uit de motorkapsluiting (Figuur 19). Figuur 19 1.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Instelknoppen bestuurdersstoel Met de stoelverstelhendel (Figuur 22) kunt u de stoel naar voren en naar achteren schuiven. Met de instelhendel voor het gewicht kan de stoel worden aangepast aan het gewicht van de bestuurder. De meter voor de instelling van het gewicht geeft aan wanneer de stoel is ingesteld naar het gewicht van de bestuurder. Met de instelknop voor de hoogte kan de stoel worden aangepast aan de lengte van de bestuurder. Figuur 21 1.
2 om dezelfde maaisnelheid te bereiken als wanneer u in de normale modus maait. 1 Rempedaal Trap het rempedaal in (Figuur 23) om de machine te stoppen. 3 Parkeerrem 4 Om de parkeerrem in werking te stellen, (Figuur 23) moet u het rempedaal intrappen en de bovenkant naar voren drukken om dit vast te zetten. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u het rempedaal in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken. 5 6 G021208 Figuur 24 1. Maai-/hefhendel 4.
VOORZICHTIG Als u de voeding naar de maaidekken niet onderbreekt, bestaat de kans dat iemand de maaidekken per ongeluk start. Hierdoor kan ernstig letsel aan handen en voeten ontstaan. Koppel altijd de snelkoppelingen voor de voeding naar de maaidekken los voordat u werkzaamheden aan de maaidekken gaat uitvoeren. Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine, zoals de bedrijfsstatus en allerlei diagnostische informatie (Figuur 27).
Verklaring van pictogrammen in InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in InfoCenter (cont'd.
hoofdmenu. Raadpleeg de volgende tabellen voor een overzicht van de opties die u hebt in de menu's: Aftakas Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van het aftakascircuit aan. Engine Run Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van de motor aan. Wetten Geeft de invoer, bepalende factoren en uitvoer voor het inschakelen van de wetfunctie aan.
A messenkooi tpm Energiezuinige modus De berekende toerentalstand van de achterste messenkooien. De messenkooien kunnen ook handmatig worden ingesteld. • Scroll in het hoofdmenu naar beneden tot het Als de Energiezuinige modus geactiveerd is, wordt het motortoerental tijdens het maaien verlaagd zodat de machine stiller en zuiniger werkt. Het toerental van de messenkooi verandert niet, maar de maaisnelheid neemt af als de maaistop niet overeenkomstig wordt aangepast.
• Druk op de rechterknop om de maaisnelheid in te stellen. • Gebruik de middelste en de rechterknop om de gepaste • Als u opnieuw op de middelste knop drukt, krijgt u toegang tot het eReel-informatiescherm dat aangeeft of de messenkooi actief is en dat het toerental voor de 5 maaidekken weergeeft. maaisnelheidinstelling te selecteren op de mechanische maaisnelheidbegrenzer van het tractiepedaal. Druk op de linkerknop om het maaisnelheidmenu te verlaten en de instelling te bewaren.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Transportbreedte 228 cm Maaibreedte 254 cm Lengte 282 cm Hoogte met rolbeugel 160 cm Gewicht 1259 kg Motor Kubota 26,1 kW (24.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Laat de maaidekken neer op de grond, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhouds- of afstelwerkzaamheden aan de machine verricht.
6. Plaats de vuldop en sluit de kap. 3. Plaats de dop van de expansietank terug. Het koelsysteem controleren Brandstof bijvullen Verwijder dagelijks het vuil van de radiateur, de oliekoeler en de voorkant van de radiateur. Vaker reinigen bij extreem stoffige en vuile omstandigheden. Zei het hoofdstuk Vuil verwijderen uit het koelsysteem in Onderhoud koelsysteem (bladz. 49). Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof of biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van GEVAAR tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst.
Hydraulische vloeistof controleren verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. Belangrijk: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Een flesje is voldoende voor 15-22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer, Onderdeelnr. 44-2500.
Torsie van wielmoeren controleren GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. Haal de wielmoeren aan met 94 tot 122 N·m. na 1-4 bedrijfsuren en opnieuw na 10 bedrijfsuren. Haal de wielmoeren daarna om de 250 bedrijfsuren aan. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen.
uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de toerentalregeling van de messenkooien juist is afgesteld. U stelt het toerental van de messenkooien als volgt in: 5. Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het sleuteltje op Uit. Opmerking: Normaal gesproken zal de motor na bovenstaande ontluchtingsprocedure starten. Indien de motor echter niet start, kan er lucht tussen de injectiepomp en de injectors zitten; zie Injectors ontluchten. 1.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3–4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie kan worden beschadigd. De omloopklep moet open zijn als de machine wordt geduwd of gesleept. 1. De omloopklep bevindt zich links van de hydrostaat (Figuur 36). Draai de bout 1–1/2 slag om deze te openen en de olie inwendig om te laten leiden. Omdat de vloeistof wordt omgeleid, kan de machine worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt beschadigd. 1 2 g019276 Figuur 34 1. Veer 2.
WAARSCHUWING Rijden op de weg zonder richtingaanwijzers, verlichting, reflectoren of een bord met de aanduiding 'Langzaam rijdend voertuig' is gevaarlijk en kan leiden tot ongelukken die lichamelijk letsel veroorzaken. Rijd niet met de machine op de openbare weg. De machine transporteren: 1. Als u een aanhanger gebruikt, bevestig deze dan aan het sleepvoertuig en sluit de veiligheidskettingen aan. 2. Sluit indien van toepassing de remmen van de aanhanger aan. 3.
• Voor – rechthoekig blok, onder de asbuis, aan de WAARSCHUWING binnenzijde van beide voorwielen (Figuur 40). Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. • Gebruik de rolbeugel (in de opgeklapte stand) wanneer u de veiligheidsgordel gebruikt bij het laden van de machine.
De interlockschakelaars controleren 3. Zoek de juiste outputfunctie in het diagnostisch systeem van het InfoCenter. 4. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste functie van de machine. Als de status van de juiste outputs verandert, duidt dit erop dat de ECM die functie inschakelt.
te rijden en het gras te maaien, moet u de tractiepedaal naar voren intrappen. Opmerking: Laat de motor 5 minuten stationair lopen voordat u deze afzet of nadat de machine volledig belast is gebruikt. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met de turbocompressor ontstaan. Transporteren Zet de activerings-/blokkeringsschakelaar op Blokkeren en hef de maaidekken op in de transportstand. Zet de maai-/hefhendel in de Transportstand.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren. Radiateur en scherm controleren op vuil. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Opmerking: Op zoek naar een elektrisch schema of hydraulisch schema van uw machine? Download het schema gratis op www.Toro.com en zoek uw machine via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Onderhoudsschema Figuur 42 VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
• Draagframe van maaidek en draaipunt (2 elk) (Figuur 45) • Draaipunt van asbesturing (1) (Figuur 48) Figuur 48 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) (Figuur 49) Figuur 45 • As van draaipunt van hefarmen (1 elk) (Figuur 46) Figuur 46 Figuur 49 • Trekstang van achteras (2) (Figuur 47) • Rempedaal (1) (Figuur 50) G011615 Figuur 50 Figuur 47 42
Onderhoud motor Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het element aan te drukken om dit vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele midden van het filter. Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Onderhoud brandstofsysteem 2. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug. 3. Verwijder het oliefilter (Figuur 54). GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
Figuur 55 g027141 1. Filterbus van waterafscheider Figuur 56 1. Brandstofinjectors 3. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd. 4. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze wordt gemonteerd. 2. Draai het sleuteltje op Start en bekijk hoe de brandstof om de connector stroomt. Draai het sleuteltje op Uit wanneer u een ononderbroken straal brandstof ziet. 5. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus. 3. Draai de leidingconnector goed vast. 6.
Onderhoud elektrisch systeem Opmerking: U hoeft het zuurpeil van het 48 volt accupack niet te controleren omdat deze onderhoudsvrij en verzegeld zijn Belangrijk: Voordat u laswerkzaamheden aan de machine verricht, moet u alle accukabels loskoppelen van de accu, beide stekkers van de kabelboom losmaken van de ECM en de accupoolconnector uit de wisselstroomdynamo halen om beschadiging van het elektrische systeem te voorkomen. Zekeringen Er zijn 8 zekeringen in het elektrische systeem van 12 volt.
1 2 Figuur 61 g027135 Figuur 59 1. Deksel van de zekeringhouder 2. Zekeringhouder g027136 1 Figuur 60 1.
Onderhoud aandrijfsysteem 4. Start de motor en draai de zeskantige moer van de afstelnok in beide richtingen totdat de wielen ophouden met draaien. 5. Draai de borgmoer vast om de afstelling te borgen. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand 6. Zet de motor af. Haal de kriksteunen weg en laat de machine neer op de grond. 7. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt. De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is ingetrapt.
Onderhoud koelsysteem Vuil verwijderen uit het koelsysteem Verwijder elke dag het vuil van het scherm, de oliekoelers en de radiateur. Vaker reinigen bij gebruik in vuile omstandigheden. 1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 3. Maak de sluiting los en draai het achterscherm open (Figuur 64). Figuur 65 1. Oliekoeler 2. Vergrendelingen van oliekoeler 6.
Parkeerremvergrendeling afstellen Onderhouden remmen Parkeerremmen afstellen Als de parkeerrem niet werkt of vergrendelt, moet de pal van de parkeerrem worden afgesteld. Stel de remmen af als de rempedaal meer dan 25 mm speling heeft (Figuur 67), of als er meer remkracht nodig is. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. 1. Draai de 2 schroeven los waarmee de pal van de parkeerrem is bevestigd aan het frame (Figuur 69).
Onderhoud riemen Onderhoud hydraulisch systeem De conditie en de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 100 bedrijfsuren. Hydraulische vloeistof verversen Riem van wisselstroomdynamo spannen Ververs de hydraulische vloeistof in normale omstandigheden om de 800 bedrijfsuren. Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw plaatselijke Toro-dealer omdat het systeem dient te worden schoongespoeld.
Belangrijk: Vul niet teveel vloeistof bij. WAARSCHUWING Hydraulisch filter vervangen Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Belangrijk: Als andere filters worden gebruikt, kan de garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2.
Onderhoud van maaidek 2 Maaidekken wetten WAARSCHUWING Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Houd vingers, handen of kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen. • Probeer de messenkooien nooit met uw handen of voeten te draaien of aan te raken terwijl de motor draait. 1 g027139 Opmerking: Tijdens het wetten zijn de voormaaidekken en de achterste maaidekken tegelijk in werking. Figuur 74 1.
Stalling 5. Zet de maai-/hefhendel in de Maaistand en zet de activerings-/blokkeringsschakelaar op Blokkeren. Zet de maai-/hefhendel naar voren om te beginnen met wetten. De tractie-eenheid gebruiksklaar maken 6. Breng de wet-pasta aan met de borstel met de lange steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel. 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 7.
11. Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur.
Opmerkingen: 56
Opmerkingen: 57
Opmerkingen: 58
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.