Form No. 3427-716 Rev A Reelmaster® 5410 en 5510 tractie-eenheid Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) 03675—Serienr.: 403410001 en hoger 03675TE—Serienr.: 400000000 en hoger 03676—Serienr.: 403410001 en hoger 03676TE—Serienr.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
De machine duwen of slepen ............................ 32 Onderhoud .............................................................. 34 Veiligheid bij onderhoud.................................... 34 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 34 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 36 Smering ............................................................... 37 Lagers en lagerbussen smeren......................... 37 Onderhoud motor ................................................
Veiligheid Stalling .................................................................... 56 Veiligheid tijdens opslag ................................... 56 De tractie-eenheid gebruiksklaar maken........... 56 De motor gebruiksklaar maken ......................... 56 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395 (als u de instellingsprocedures voltooit) en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute).
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-6689 93-6689 1. Waarschuwing – Het is niet toegestaan passagiers te vervoeren. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4.
decal110-9642 110-9642 1. Opgeslagen energie – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Beweeg de borgpen naar de opening die het dichtst bij de stangbeugel is, en verwijder daarna de hefarm en het juk van het draaipunt. decal120-4158 120-4158 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Motor – Voorgloeien 2. Motor – Starten 4. Motor – Afzetten decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Geen vonken of vuur en niet roken. r:\decal117-0169 117-0169 1.
decal121-5644 121-5644 1. Lichtschakelaar 6. Langzaam 2. Inschakelen 7. Omlaag 3. Aftakas 8. Omhoog 4. Uitschakelen 9. Lees de Gebruikershandleiding. 5.
decal133-2930 133-2930 1. Waarschuwing – Bedien deze machine uitsluitend als u daarin 4. Kantelgevaar – Rijd traag in bochten; neem geen scherpe bent getraind. bochten als u snel rijdt; de maai-eenheden moeten altijd neergelaten zijn als u op een helling rijdt; draag altijd een veiligheidsgordel. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 5.
decal133-2931 133-2931 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – De banden op de juiste spanning brengen. Geen onderdelen vereist – De bedieningsarm afstellen. Slanggeleider rechts vooraan Slanggeleider links vooraan 1 1 Maai-eenheden monteren. Geen onderdelen vereist – De gazoncompensatieveer afstellen. Motorkapsluiting Ring 1 1 CE-conforme motorkapsluiting monteren.
voor- en achterbanden moeten een spanning hebben van 0,83-1,03 bar. 3 Belangrijk: Zorg ervoor dat alle banden steeds de juiste bandenspanning hebben zodat er een gelijkmatig contact met de grasmat is. De maai-eenheden monteren 2 Benodigde onderdelen voor deze stap: De bedieningsarm afstellen Geen onderdelen vereist Slanggeleider rechts vooraan 1 Slanggeleider links vooraan Procedure 1. Procedure De stand van de bedieningsarm kan worden aangepast aan de wensen van de gebruiker. 1.
gemonteerd aan de rechterzijde van het maaidek. A. Verwijder de 2 slotbouten en moeren waarmee de stangbeugel aan de lipjes van het maaidek is bevestigd (Figuur 5). g030896 Figuur 7 1. 2. 3. 4. g003949 Figuur 5 1. Gazoncompensatieveer Maai-eenheid Maai-eenheid Maai-eenheid Maai-eenheid 1 2 3 4 5. Maai-eenheid 5 6. Messenkooimotor 7. Gewicht 3. Veerbuis 2. Stangbeugel B. Verwijder de flensmoer waarmee de bout van de veerbuis bevestigd is aan het lipje van het draagframe (Figuur 5).
g019284 Figuur 9 1. De slanggeleiders moeten naar het middelste maaidek gericht zijn. Opmerking: Als u de maaidekken monteert of verwijdert, moet u de R-pen in de opening voor de veerstang naast de stangbeugel plaatsen. Anders moet de R-pen worden geplaatst in de opening in het uiteinde van de stang. 6. Laat alle hefarmen volledig zakken. 7. Verwijder de borgpen uit het juk van het draaipunt van de hefarm. Verwijder dan de dop (Figuur 10). g003977 Figuur 11 1. Hefarm 3.
15. 16. Smeer olie op de O-ring van de motor van de messenkooi en plaats deze op de flens van de motor. Plaats de motor door deze rechtsom te draaien zodat de flenzen van motor loskomen van de bouten (Figuur 14). Opmerking: Draai de motor linksom totdat de flenzen om de bouten zitten en draai vervolgens de bouten vast. g003979 Figuur 12 1. Lynchpen en ring Belangrijk: Controleer of de slangen B. Breng het juk van de hefarm aan op de as van het draagframe (Figuur 11). C.
1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de veerstang (Figuur 15). g003863 g004143 Figuur 15 1. Gazoncompensatieveer 3. Veerstang 2. R-pen 4. Zeskantige moeren 2. Figuur 16 1. Rubberen ring 3. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 12,7 cm bedraagt op de Reelmaster 5410 met 12,7 cm maaidekken of 15,9 cm op de Reelmaster 5510 met 17,8 cm maaidekken; zie Figuur 15.
6 De kickstandaard van het maaidek gebruiken Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kickstandaard van maaidek Procedure Als het maaidek moet worden gekanteld om bij het ondermes/messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen met de kick-standaard zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 18). g004144 Figuur 19 1. Kettingbeugel 3. Kickstandaard van maaidek 2.
Algemeen overzicht van de machine Tractiepedaal Het tractiepedaal (Figuur 22) regelt de beweging vooruit en achteruit. Om vooruit te rijden, moet u de bovenkant van het pedaal intrappen en om achteruit te rijden de onderkant van het pedaal. De rijsnelheid hangt af van hoever het pedaal wordt ingetrapt. Voor de maximale onbelaste rijsnelheid trapt u het pedaal volledig in terwijl de gashendel op SNEL staat. Om de machine te stoppen, laat u het tractiepedaal opkomen en weer terugkeren in de middelste stand.
Maai-/hefhendel maaisnelheidsbegrenzer achteruit om met de maximale transportsnelheid te rijden. Trap het rempedaal in (Figuur 22) om de machine te stoppen. Met deze hendel (Figuur 23) kunt u de maaidekken omhoog en omlaag brengen en de messen starten en tot stilstand brengen als de maaidekken in de MAAISTAND zijn gezet. U kunt de maaidekken niet neerlaten als de maai-/hefhendel in de TRANSPORTSTAND staat.
de rode zone staat, moeten de hydraulische filters worden vervangen. g020650 Figuur 27 g004132 Figuur 25 1. Indicator verstopping hydraulisch filter 1. Controlelampje 3. Middelste knop 2. Rechterknop 4. Linkerknop • Linkerknop, knop toegang tot menu/terug – Aansluitpunt druk op deze knop om naar de menu's van het InfoCenter te gaan. De knop dient om het huidige menu te verlaten. Het aansluitpunt is geschikt voor 12 V elektrische apparaten (Figuur 26).
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Breng de maaidekken omlaag. Schakelaar Laat de schakelaar los. Neem plaats op de bestuurdersstoel. Wijzigen in de aangegeven status. De parkeerrem is ingeschakeld. Symbolen worden vaak gecombineerd in zinnen. Hier volgen enkele voorbeelden Het bereik is hoog (transport). Vrijstand Zet de machine in neutraal. Het bereik is laag (maaien). Motor weigert te starten.
Instellingen In het menu Instellingen kunt u het InfoCenter-scherm configureren en aan uw voorkeuren aanpassen. Machine In het menu Machine ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine. Achterste messenkooisnelheid (wetmodus) Bepaalt de snelheid van de achterste messen in wetmodus. Beveiligde menu's Geeft de supervisor/monteur via een code toegang tot beveiligde menu's. Aantal messen Bepaalt het aantal messen van de messenkooi voor het messenkooitoerental.
Naar de instellingen van het beveiligde menu gaan 1. Scroll in het hoofdmenu naar beneden tot het instellingenmenu en druk op de rechterknop. 2. Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot het beveiligde menu en druk op de rechterknop. 3. Om de code in te voeren drukt u op de middelste knop om het eerste cijfer in te stellen en drukt u vervolgens op de rechterknop om naar het volgende cijfer te gaan. 2. Druk op de rechterknop om de maaisnelheid in te stellen. 3.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Geen brandstof bijvullen of aftappen in een Opmerking: Bepaal vanuit de normale • bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. • Voor gebruik Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk afgesloten ruimte. Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.
Brandstof tanken Brandstof (cont'd.) EN 590 EU ISO 8217 DMX Internationaal JIS K2204 Grade No. 2 Japan KSM-2610 Korea 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de maai-eenheden neer, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank schoon. Gebruik hiervoor een schone doek. 3. Verwijder de dop van de brandstoftank (Figuur 28). • Gebruik uitsluitend schone, verse diesel of biodiesel.
• • • • • • • • • • • • • • Doe altijd de veiligheidsgordel om. • Controleer aandachtig of er obstakels zijn waar u kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom worden beschadigd. Voordat u de motor start: zorg dat alle aandrijvingen in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt. Vervoer geen passagiers op de machine en houd omstanders en huisdieren weg van de machine terwijl deze wordt gebruikt.
– Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien er gevaren zijn, maait u de helling met een loopmaaimachine. Tegendruk van de hefarm afstellen – Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u werkt op hellingen. Als u de maai-eenheden omhoog brengt op hellingen, kan de machine onstabiel worden.
de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje. 2. De schakelaar van de hefarm bevindt zich onder de hydraulische tank achter de hefarm rechts voor (Figuur 30). 3. Draai de bevestigingsschroeven (Figuur 30) van de schakelaar los en zet de schakelaar lager om de draaihoogte van de hefarm te verhogen of hoger om de draaihoogte te verlagen. g027937 Figuur 30 1. Schakelaar 4. 2. Sensor van hefarm Draai de bevestigingsschroeven vast.
g031995 Figuur 31 Tabel met toerentallen voor messenkooien van 127 mm g031996 Figuur 32 Tabel met toerentallen voor messenkooien van 177,8 mm Werking van het diagnoselampje wordt weergegeven, gaat het lampje branden als er een mededeling is. Als een foutmelding wordt weergegeven, knippert het lampje tot de storing is opgelost. De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat aangeeft dat het elektronische besturingssysteem een elektrische storing registreert.
2. Draai het sleuteltje naar de stand AAN maar start de machine niet. 3. Zoek de juiste schakelaarfunctie in het diagnostisch systeem van het InfoCenter. 4. Zet de schakelaars een voor een van open naar gesloten (d.w.z. ga op de stoel zitten, druk het tractiepedaal in, enz.) en controleer of de status van de schakelaar verandert. Herhaal deze procedure bij elke schakelaar die met de hand van de open in de gesloten stand kan worden gezet.
Functies van de hydraulische solenoïdeklep Opmerking: Laat de motor 5 minuten stationair lopen voordat u deze afzet of nadat de machine volledig belast is gebruikt. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met de turbocompressor ontstaan. Raadpleeg onderstaande lijst voor een beschrijving van de verschillende functies van de solenoïdes in het verdeelstuk van het hydraulische systeem. Elke solenoïde moet worden geactiveerd om een functie in te schakelen.
g031851 g031850 Figuur 34 Figuur 36 1. Voorste bevestigingspunt 1. Krikpunt aan de voorzijde • Achter – Beide zijden van het achterframe van de • Achter – rechthoekige asbuis op de achteras machine (Figuur 35) De machine transporteren • Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen. • Maak de machine stevig vast.
g003995 Figuur 37 1. Bout van omloopklep 2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de klep met een torsie van maximaal 7-11 N·m. Belangrijk: Als u de motor laat lopen met een geopende omloopklep, raakt de transmissie oververhit.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid bij onderhoud • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • Doe het volgende voordat u de machine afstelt, schoonmaakt, verlaat of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Zet de gashendel op stationair – laag. – Schakel de maai-eenheden uit.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 250 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m. Om de 400 bedrijfsuren • Luchtfilter onderhoudsbeurt geven. (Geef het luchtfilters een onderhoudsbeurt wanneer de luchtfilterindicator rood is. Dit moet vaker gebeuren in uiterst stoffige of vuile omstandigheden.) • De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen (of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren. Radiateur en scherm controleren op vuil. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Smering • Draaipunten van hefarm (1 elk) (Figuur 39) • Draagframe en draaipunt van maaidek (2 elk) (Figuur 40) Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (en onmiddellijk na elke wasbeurt). Smeer alle nippels van de lagers en lagerbussen met nr. 2 smeervet op lithiumbasis.
g011615 Figuur 45 g003987 Figuur 42 • Draaipunt van asbesturing (1) (Figuur 43) g004169 Figuur 43 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) (Figuur 44) g003966 Figuur 44 • Rempedaal (1) (Figuur 45) 38
Onderhoud motor 3. Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil Belangrijk: Gebruik geen perslucht onder controleert of het carter bijvult met olie. Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. • Voordat u het filter weghaalt, moet u met schone en droge perslucht onder lage druk (2,76 bar) grote hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat tussen de buitenkant van het filter en de filterbus zit.
Het motoroliepeil controleren 5. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Als het oliepeil beneden de Vol-markering staat, verwijdert u de vuldop (Figuur 49) en vult u bij met olie totdat het oliepeil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voor- en nadat de motor voor de eerste keer wordt gestart. Carterinhoud: 5,2 liter met filter.
De gashendel afstellen 1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer 3 mm van de voorkant van de sleuf in de bedieningsarm zit. 2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los. Deze zit naast de hefboom van de injectiepomp (Figuur 52). g003970 Figuur 50 1. Olieaftapplug 2. Als de olie is weggelopen, plaatst u de aftapplug terug. 3. Verwijder het oliefilter (Figuur 51). g007917 Figuur 52 1. Draaipunt van gaskabel 3. Regelschroef voor het hoog stationair toerental 2.
Onderhoud van de waterafscheider Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren—Vervang de brandstoffilterbus. 1. Plaats een schone opvangbak onder het brandstoffilter. 2. Draai de aftapplug onder de filterbus los. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn brandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is en uit staat.
Onderhoud elektrisch systeem Opmerking: De elektrische brandstofpomp begint te werken. Hierbij komt er automatisch lucht bij de ontluchtschroef naar buiten. De tijd varieert van 10 tot 60 seconden Belangrijk: Voordat u laswerkzaamheden aan de machine verricht, moet u beide accukabels loskoppelen van de accu, beide stekkers van de kabelboom losmaken van de ECM en de accupoolconnector uit de wisselstroomdynamo halen om beschadiging van het elektrische systeem te voorkomen.
GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. • Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen.
Onderhoud aandrijfsysteem werkplaats. Zorg ervoor dat de machine steunt op de rustpunten van de krik om te voorkomen dat de machine per ongeluk valt. Opmerking: Bij modellen met vierwielaandrijving moeten ook de achterwielen vrijkomen van de grond. De bandenspanning controleren 3. Draai de borgmoer op de afstelnok van de tractie, rechts van de hydrostaat, los (Figuur 56). Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer de bandenspanning.
Toespoor achterwielen afstellen Onderhoud koelsysteem Veiligheid van het koelsysteem Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren—Controleer het toespoor van de achterwielen. 1. Draai het stuurwiel om de achterwielen recht naar voren te laten wijzen. 2. Draai de contramoeren aan de uiteinden van de trommel van de tractiestang los (Figuur 57). • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
g003951 g004138 Figuur 58 Figuur 59 1. Expansietank 1. Sluiting van achterscherm 2. 4. Reinig het scherm grondig met perslucht. 5. Draai de vergrendelingen naar binnen om de oliekoeler los te maken (Figuur 60). 3. Als het koelvloeistofpeil te laag staat, verwijdert u de dop van de expansietank en vult u het systeem bij. Vul de brandstoftank niet te vol. 2. Achterscherm Plaats de dop van de expansietank terug.
Onderhouden remmen Parkeerremmen afstellen Stel de remmen af als de rempedaal meer dan 25 mm speling heeft (Figuur 62), of als er meer remkracht nodig is. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. g004137 Figuur 61 1. Radiateur g026816 7. Kantel de oliekoeler weer in de juiste stand en zet de vergrendelingen vast. 8. Sluit het scherm en maak de sluiting vast. Figuur 62 1.
Onderhoud riemen Opmerking: Zorg ervoor dat de kabelgeleiding niet draait tijdens het vastdraaien. De conditie en de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 100 bedrijfsuren. Vergrendeling van parkeerrem afstellen Als de parkeerrem niet werkt of vergrendelt, moet de pal van de parkeerrem worden afgesteld. 1.
Onderhoud hydraulisch systeem de bout waarmee de wisselstroomdynamo is bevestigd aan de beugel en de ankerbout. 4. Plaats een rolkoevoet tussen de wisselstroomdynamo en de motor en wrik de wisselstroomdynamo los. 5. Als de juiste spanning is verkregen, draait u de wisselstroomdynamo, de beugel en de ankerbouten vast om de afstelling te borgen. Veiligheid van het hydraulische systeem • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product. Opmerking: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische vloeistof verversen. Om de 800 bedrijfsuren—Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen. 8. Start de motor en gebruik alle hydraulische bedieningsorganen om de hydraulische vloeistof door het hele systeem te verspreiden. 9. Controleer op lekkages. 10. Zet de motor af. 11.
De druk in de hydraulische circuits testen parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje. 2. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt gemonteerd, en plaats een opvangbak onder het filter (Figuur 69 en Figuur 70). De testpoorten van het hydraulische systeem worden gebruikt om de druk in de hydraulische circuits te testen. Neem contact op met uw Toro dealer als u hulp nodig hebt.
Onderhoud van maai-eenheid Veiligheid van de messen • Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden de maai-eenheden op overmatige slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de maai-eenheden controleert.
Opmerking: Tijdens het wetten zijn de voormaaidekken en de achterste maaidekken tegelijk in werking. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maai-eenheden neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en zet de activerings-/blokkeringsknop op BLOKKEREN. 2. Ontgrendel de stoel en til deze omhoog zodat u bij de wethendels kunt komen (Figuur 74). 3.
De motor gebruiksklaar maken Stalling Veiligheid tijdens opslag 1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug. 2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een nieuw oliefilter. 3. Vul de motor met de opgegeven motorolie. 4. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten stationair lopen. 5. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 6. Spoel de brandstoftank met verse, schone brandstof. 7. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer goed vast. 8.
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1.500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.