Operator's Manual

Onderhoudvan
maai-eenheid
Veiligheidvandemessen
Versletenofbeschadigdemessenofondermessen
kunnenbrekeneneenstukervankannaaru
ofnaaromstanderswordenuitgeworpenenzo
ernstiglichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
Controleeropgezettetijdendemaai-eenhedenop
overmatigeslijtageofbeschadigingen.
Weesvoorzichtigalsudemaai-eenheden
controleert.Omwikkeldemaaimessenof
draaghandschoenenenweesvoorzichtig
alsuonderhoudswerkzaamhedenaande
messenkooienenondermessenverricht.De
maaimessenenondermessenmogenalleen
wordenvervangenofgeslepen;probeerzenooit
terechtenoferaantelassen.
Letopbijmachinesmetmeerderemaai-eenheden:
alsuéénmessenkooidraait,kunnenandere
messenkooienookinbewegingkomen.
Afstellingvancontact
tussensnijplaaten
messenkooicontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerhetcontacttussenhetondermesende
messenkooi,ongeachtofdemaaikwaliteitbijeen
eerderemaaibeurtaanvaardbaarwas.Ermoetover
devollelengteeenlichtcontacttussendemessenkooi
enhetondermeszijn(zieContacttussenondermes
enmessenkooiafstellenindeGebruikershandleiding
vandemaai-eenheid).
Maai-eenhedenwetten
WAARSCHUWING
Contactmetdemessenkooienofandere
bewegendeonderdelenkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
Houduwvingers,handenenkledinguit
debuurtvandemessenkooienofandere
bewegendeonderdelen.
Probeerdemessenkooiennooitmetuw
handenofvoetentedraaienofaanteraken
terwijldemotordraait.
Opmerking:Tijdenshetwettenzijnde
voormaaidekkenendeachterstemaaidekkentegelijk
inwerking.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaaidekkenneer,zetdemotoraf,
steldeparkeerreminwerkingenzetde
activerings-/blokkeringsknopopBLOKKEREN.
2.Ontgrendeldestoelentildezeomhoogzodatu
bijdewethendelskuntkomen(Figuur75).
3.Stelhetcontacttussendemessenkooienhet
ondermesafenzorgervoordatditgeschikt
isvoorhetwettenbijallemaaidekken;ziede
Gebruikershandleidingvanhetmaaidek.
4.Startdemotorenlaatdezeopeenlaag
stationairtoerentallopen.
GEVAAR
Wanneeruhettoerentalvandemotor
tijdenshetwettenverandert,kunnende
messenkooientotstilstandkomen.
Verandernooithetmotortoerental
tijdenshetwetten.
Wetdemessenkooienuitsluitendals
demotorstationairloopt.
5.Kiesmetdevoorste,achtersteofbeide
wethendelsdemessenkooiendiemoeten
wordengewet(Figuur75).
GEVAAR
Omlichamelijkletseltevoorkomen,dient
ubuitenhetbereikvandemaaidekkente
zijnvoordatuverderewerkzaamheden
uitvoert.
6.Zetdemaai-/hefhendelindeMAAISTANDen
zetdeactiverings-/blokkeringsschakelaarop
BLOKKEREN.Zetdemaai-/hefhendelnaarvoren
omtebeginnenmetwetten.
7.Brengdewet-pastaaanmetdeborstelmetde
langesteel.Gebruiknooiteenborstelmeteen
kortesteel.
8.Alsdemessenkooienblijvenvastzittenof
instabielwordentijdenshetwetten,moetuhet
toerentalvandemessenkooienverhogentotdat
desnelheidstabiliseert.Zetdaarnahettoerental
weeropdegewenstesnelheid.
9.Alsudemaaidekkentijdenshetwettenwilt
afstellen,schakeltudemessenkooienuitdoor
demaai-/hefhendelnaarachterentebewegen;
zetdeactiverings-/blokkeringsschakelaarop
55