Form No. 3424-314 Rev A Reelmaster® 5610 tractie-eenheid Modelnr.: 03678—Serienr.: 403300001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
veilige bediening, inclusief veiligheidstips en trainingsmaterialen. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Neem rechtstreeks contact op met Toro via www.toro.com voor trainingsmaterialen over productveiligheid en -bediening, informatie over accessoires, om een verdeler te zoeken of om uw product rechtstreeks te registreren.
De bevestigingspunten zoeken......................... 35 Opkrikpunten .................................................... 36 Functies van de hydraulische solenoïdeklep................................................ 36 Tips voor bediening en gebruik ......................... 36 Onderhoud .............................................................. 38 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 38 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 39 Onderhoudsschema .........................
Veiligheid De motor gebruiksklaar maken ......................... 57 Deze machine voldoet minstens aan de normen EN ISO 5395:2013 en ANSI B71.4-2017 indien uitgerust met een achtergewicht. Zie het hoofdstuk in deze handleiding Achtergewichten monteren. Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal93-7272 93-7272 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd; ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal110-0986 110-0986 1. Trap het rempedaal en de parkeerrem in om de parkeerrem in werking te stellen. 2. Trap het rempedaal in om te remmen. 3.
decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. decal106-6755 106-6755 1. Motorkoelvloeistof onder druk. 1. Risico van explosie 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Risico van explosie – Lees 4. Waarschuwing – Lees de de Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. 2. Geen vonken of vuur en niet roken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. decal93-6689 93-6689 1.
r:\decal117-0169 117-0169 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Aansluitpunt: 10 A 3. Koplampen – 10 A 4. Stroom: 10 A 5. Motor starten: 15 A 6. Optionele luchtgeveerde stoel: 10 A decal121-5644 121-5644 7. Beheer motorcomputer C: 10 A 8. Beheer motorcomputer B: 10 A 1. Lichtschakelaar 6. Langzaam 2. Inschakelen 7. Omlaag 3. Aftakas 8. Omhoog 4. Uitschakelen 9. Lees de Gebruikershandleiding. 9. Beheer motorcomputer A: 10 A 5. Snel decal133-8062 133-8062 decal120-4158 120-4158 1.
decal133-2930 133-2930 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. De machine kan kantelen – Verminder dus uw snelheid voordat u een bocht neemt; maak geen bocht bij een hoge snelheid; de maaidekken moeten altijd neergelaten zijn als u op een helling rijdt; draag altijd een veiligheidsgordel. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 5.
decal133-2931 133-2931 (Aanbrengen op onderdeelnr. 133-2930) Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – De banden op de juiste spanning brengen. Geen onderdelen vereist – De bedieningsarm afstellen. Slanggeleider rechts vooraan Slanggeleider links vooraan 1 1 De maai-eenheden monteren. Geen onderdelen vereist – De gazoncompensatieveer afstellen.
2 3 De bedieningsarm afstellen De maai-eenheden monteren Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure U kunt de bedieningsarm zo afstellen dat u deze comfortabel kunt gebruiken. 1. Draai de 2 bouten los waarmee de bedieningsarm is vastgezet aan de bevestigingsbeugel (Figuur 3). 1 Slanggeleider rechts vooraan 1 Slanggeleider links vooraan Procedure 1. Haal de motoren van de messenkooien uit de transportbeugels. Opmerking: Gooi de transportbeugels weg. 2.
A. monteert of verwijdert, moet u de R-pen in het gat aan het uiteinde van de stang plaatsen. Verwijder de 2 slotbouten en moeren waarmee de stangbeugel aan de lipjes van het maaidek is bevestigd (Figuur 5). g003949 Figuur 5 1. Gazoncompensatieveer g030896 Figuur 7 3. Veerbuis 2. Stangbeugel B. Verwijder de flensmoer waarmee de bout van de veerbuis bevestigd is aan het lipje van het draagframe (Figuur 5). Verwijder het geheel. C.
g019284 Figuur 9 1. De slanggeleiders moeten naar het middelste maaidek gericht zijn. 6. Laat alle hefarmen volledig zakken. 7. Verwijder de borgpen en het kapje van het juk van het draaipunt van de hefarm (Figuur 10). g003975 Figuur 10 1. Borgpen g003977 Figuur 11 2. Kapje 1. Hefarm 8. 3. Juk van draaipunt van hefarm 2.
15. Smeer olie op de O-ring van de motor van de messenkooi en plaats deze op de flens van de motor. 16. Plaats de motor door deze rechtsom te draaien zodat de flenzen van motor loskomen van de bouten (Figuur 14). Opmerking: Draai de motor linksom tot de g003979 flenzen de bouten omsluiten en draai dan de bouten vast. Figuur 12 1. Lynchpen en ring Belangrijk: Controleer of de slangen B. Breng het juk van de hefarm aan op de as van het draagframe (Figuur 11). C.
voren wijst en is neergelaten op de vloer van de werkplaats. 1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de veerstang (Figuur 15). g003863 Figuur 15 1. Gazoncompensatieveer 3. Veerstang 2. R-pen 4. Zeskantige moeren 2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 15,9 cm bedraagt (Figuur 15). Opmerking: Als u werkt op oneffen terrein, moet de veer 13 mm korter zijn. De machine zal het grondoppervlak iets minder goed volgen.
5 Achtergewichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Variabel Achtergewichten (formaat is afhankelijk van de configuratie) Procedure Deze machine voldoet aan de norm EN ISO 5395:2013 en de normen van ANSI B71.4-2012, als de achterwielen worden verzwaard met achtergewichten en/of 41 kg calciumchloride. Gebruik onderstaande tabellen om te bepalen welke gewichtscombinaties zijn vereist voor uw configuratie. U kunt onderdelen bestellen bij een erkende Toro-dealer.
g005526 Figuur 16 1. Verdeelstuk van tractie 5. Gewicht(en) 2. Afstandsstukken 3. Bouten 4. Ringen 6. Slotbout 7. Moer 1. Verwijder de 3 bouten, ringen en afstandsstukken waarmee het verdeelstuk van de tractie is bevestigd aan de onderkant van de achterbumper (Figuur 16a). 2. Plaats het vereiste gewicht op en/of onder de achterbumper 3.
3. Verwijder de moer van de motorkapsluiting (Figuur 18). g003946 Figuur 18 1. Motorkapvergrendeling 3. Rubberen ring 2. Moer 4. Metalen ring g003985 Figuur 19 4. Steek het haakeind van de sluiting vanaf de buitenkant van de motorkap door de opening in de motorkap. 1. Kickstandaard van maaidek Bevestig de kickstandaard aan de kettingbeugel met de borgpen (Figuur 20). Opmerking: Zorg dat de rubberen afdichtring aan de buitenkant van de motorkap blijft. 5.
Algemeen overzicht van de machine Tractiepedaal Het tractiepedaal (Figuur 23) regelt de beweging vooruit en achteruit. Om vooruit te rijden, moet u de bovenkant van het pedaal intrappen en om achteruit te rijden de onderkant van het pedaal. De rijsnelheid hangt af van hoever het pedaal wordt ingetrapt. Voor de maximale onbelaste rijsnelheid trapt u het pedaal volledig in terwijl de gashendel op SNEL staat. Om te stoppen, laat u het tractiepedaal opkomen en weer terugkeren in de middelste stand.
Contactschakelaar De contactschakelaar (Figuur 24) heeft 3 standen: en START . UIT, AAN/VOORVERWARMEN Maai-/hefhendel Met deze hendel (Figuur 24) kunt u de maaidekken omhoog- en omlaagbrengen om te maaien en de messen starten en tot stilstand brengen als de messen in de maaistand zijn gezet. Schakelaar van koplampen Zet de schakelaar omlaag om de koplampen te ontsteken (Figuur 24). g003955 Figuur 23 1. Tractiepedaal 4. Rempedaal 2. Maaitoerentalbegrenzer 5. Parkeerrem 3. Afstandsstukken 6.
Indicator Verstopping in hydraulische filter U kunt te allen tijde heen en weer gaan tussen het welkomstscherm en het hoofdscherm door een willekeurige welke knop in het InfoCenter te bedienen en dan op de richtingspijl te drukken. Laat de motor lopen bij een normale bedrijfstemperatuur en kijk op de indicator (Figuur 26); deze moet in de groene zone staan. Als de indicator in de rode zone staat, moeten de hydraulische filters worden vervangen. g020650 Figuur 28 g004132 Figuur 26 1. Controlelampje 3.
Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.) Verklaring van pictogrammen in het InfoCenter (cont'd.
Diagnostiek Taal Bepaalt de taal die gebruikt wordt in het InfoCenter*. Schermverlichting lcd De helderheid van het lcd-scherm. Contrast lcd Het contrast van het lcd-scherm. Voorste messenkooisnelheid (wetmodus) Bepaalt de snelheid van de voorste messen in wetmodus. Achterste messenkooisnelheid (wetmodus) Bepaalt de snelheid van de achterste messen in wetmodus. In het menu Machine ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine.
2. tpm. U kunt deze instellingen vergrendelen door middel van de Beveiligde menu's. Opmerking: Bij levering van de machine is de Druk op de rechterknop om het aantal messen te wijzigen; u kunt kiezen tussen 5, 8 of 11. Maaisnelheid instellen oorspronkelijke code geprogrammeerd door uw distributeur. 1. Naar de instellingen van het beveiligde menu gaan Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot u de functie Maaisnelheid ziet. 2. Druk op de rechterknop om de maaisnelheid in te stellen.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. • 4. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil. Opmerking: Het oliepeil moet tot aan de Vol-markering staan. Probeer de motor niet te starten als u brandstof hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. 5.
Inhoud brandstoftank: 53 liter VOORZICHTIG Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof (nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Viscositeitsindex 140 tot 160 ASTM D2270 Stolpunt, ASTM D97 -36,6 °C tot 9,4 °C Industriespecificaties: Vickers I-286-S (kwaliteitsniveau), Vickers M-2950-S (kwaliteitsniveau), Denison HF-0 Belangrijk: De ISO VG 46 Multigrade vloeistof blijkt een optimale werking te bieden bij een groot aantal temperatuuromstandigheden. Voor gebruik bij constant hoge omgevingstemperaturen van 18 °C tot 49 °C, kan ISO VG 68 hydraulische vloeistof zorgen voor betere prestaties. g021210 Figuur 32 1.
WAARSCHUWING Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel. Zorg dat de wielmoeren met de juiste torsie zijn aangedraaid. De machine inrijden Om ervoor te zorgen dat het parkeerremsysteem optimaal functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken (inrijden) voordat u het voertuig gaat gebruiken. Stel de voorwaartse tractiesnelheid in op 6 km/uur zodat deze overeenstemt met de achterwaartse tractiesnelheid.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. 5. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. Opmerking: Normaal gesproken zal de motor na bovenstaande ontluchtingsprocedure starten.
• • • • • • • • De machine veilig gebruiken op hellingen de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine. Verleen altijd voorrang. Schakel de aandrijving van de maai-eenheid uit en stop de motor voordat u de maaihoogte wijzigt (tenzij u deze kunt aanpassen vanuit de bestuurderspositie).
De motor starten en uitschakelen Toerental van de messenkooien instellen Belangrijk: U moet het brandstofsysteem ontluchten voordat u de motor start als u deze voor de eerste keer start, de motor is afgeslagen omdat de brandstof op was, of onderhoudswerkzaamheden aan het brandstofsysteem zijn uitgevoerd; zie Het brandstofsysteem ontluchten (bladz. 29).
VOORZICHTIG De veren staan onder spanning en kunnen persoonlijk letsel veroorzaken. Wees voorzichtig bij het instellen van de veren. g012154 Figuur 36 1. Schakelaar 2. Sensor van hefarm g019276 Figuur 35 1. Veer 3. 4. 2. Actuator van veer De machine duwen of slepen Herhaal deze procedure bij de andere veer. De draaistand van de hefarm instellen 1.
g021272 Figuur 38 g003995 Figuur 37 1. Diagnoselampje 1. Omloopklep 2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de klep met een torsie van maximaal 7 tot 11 Nm. De interlockschakelaars controleren Belangrijk: Als u de motor laat lopen met een geopende omloopklep, raakt de transmissie oververhit.
• Stal de machine of het brandstofvat nooit in de tractiepedaal in, enz.) en controleer of de status van de schakelaar verandert. Herhaal deze procedure bij elke schakelaar die met de hand van de open in de gesloten stand kan worden gezet. 5. buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat.
Functies van de hydraulische solenoïdeklep Raadpleeg onderstaande lijst voor een beschrijving van de verschillende functies van de solenoïdes in het verdeelstuk van het hydraulische systeem. Elke solenoïde moet worden geactiveerd om een functie in te schakelen.
De machine transporteren Zet de activerings-/blokkeringsschakelaar op BLOKKEREN en hef de maaidekken op in de TRANSPORTSTAND . Zet de maai-/hefhendel in de TRANSPORTSTAND . Wees voorzichtig als u tussen objecten rijdt zodat u de machine of de maaidekken niet per ongeluk beschadigt. Wees extra voorzichtig wanneer u de machine op hellingen gebruikt. Rij langzaam en maak geen scherpe bochten om omkantelen te voorkomen.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren. Radiateur en scherm controleren op vuil. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie 1 2 3 4 5 6 7 8 Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Om een elektrisch of hydraulisch schema van uw machine te verkrijgen, kunt u terecht op www.Toro.com.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. Smeer de lagers en lagerbussen meteen na elke wasbeurt, ongeacht het vermelde interval.
g004169 Figuur 48 g003960 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) (Figuur 49) Figuur 45 • Draaias van hefarm (1) (Figuur 46) g004157 Figuur 46 g003966 Figuur 49 • Trekstang van achteras (2) (Figuur 47) • Rempedaal (1) (Figuur 50) g011615 Figuur 50 g003987 Figuur 47 • Draaipunt van asbesturing (1) (Figuur 48) 42
Onderhoud motor filter en de filterbus zit. Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. Veiligheid van de motor Deze reiniging voorkomt dat er vuil in de inlaat terechtkomt als het filter wordt verwijderd. • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden. • 3.
De gashendel afstellen 1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer 3 mm van de voorkant van de gleuf in de bedieningsarm zit. 2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los. Deze zit naast de hefboom van de injectiepomp (Figuur 55). g003970 Figuur 53 1. Aftapplug carterolie 2. Als er geen olie meer naar buiten stroomt, plaatst u de aftapplug terug. 3. Verwijder het oliefilter (Figuur 54). g007917 Figuur 55 1. Draaipunt van gaskabel 3. Regelschroef voor hoog stationair toerental 2.
Onderhoud brandstofsysteem Om de 400 bedrijfsuren 1. Plaats een schone opvangbak onder het brandstoffilter (Figuur 56). 2. Draai de aftapplug onder de filterbus los. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
Brandstofinjectors ontluchten Onderhoud elektrisch systeem Opmerking: Deze procedure mag uitsluitend Belangrijk: Voordat u laswerkzaamheden aan de machine verricht, moet u beide accukabels loskoppelen van de accu, beide stekkers van de kabelboom losmaken van de ECM en de accupoolconnector uit de wisselstroomdynamo halen om beschadiging van het elektrische systeem te voorkomen.
WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen. Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu komen. Zorg ervoor dat de accuklemmen en de gehele accubehuizing schoon zijn omdat een vuile accu langzaam stroom afgeeft. Om de accu te reinigen, moet u de hele accubak wassen met een oplossing van natriumbicarbonaat en water. Omspoelen met schoon water.
Onderhoud aandrijfsysteem WAARSCHUWING De motor moet lopen zodat een laatste afstelling van de afstelnok van de tractie kan worden uitgevoerd. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand Houd uw gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper, andere hete onderdelen van de motor en draaiende onderdelen. De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is ingetrapt.
4. 5. Onderhoud koelsysteem Meet de afstand bij de voorkant en achterkant van de achterwielen ter hoogte van de as. De afstand aan de voorkant van de achterwielen mag niet meer dan 6 mm verschillen van die aan de achterkant van de wielen. Veiligheid van het koelsysteem Herhaal deze procedure als dit nodig is. • Motorkoelvloeistof inslikken kan lichamelijk letsel of dodelijk letsel veroorzaken; buiten bereik van kinderen en huisdieren houden.
Onderhouden remmen Parkeerremmen afstellen Stel de remmen af als de rempedaal meer dan 25 mm speling heeft (Figuur 65), of als er meer remkracht nodig is. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. g003974 Figuur 63 1. Oliekoeler 2. Vergrendelingen van oliekoeler g026816 6. Figuur 65 Reinig beide zijden van de oliekoeler en de radiateur grondig Figuur 64) met perslucht. 1.
Onderhoud riemen Opmerking: Zorg ervoor dat de kabelgeleiding niet draait tijdens het vastdraaien. De conditie en de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 100 bedrijfsuren. Vergrendeling van parkeerrem afstellen Als de parkeerrem niet werkt of vergrendelt, moet de pal van de parkeerrem worden afgesteld. 1.
Onderhoud hydraulisch systeem Veiligheid van het hydraulische systeem • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
g004132 Figuur 70 1. Indicator Verstopping in hydraulische filter g004150 Figuur 72 Belangrijk: Als andere filters worden gebruikt, kan de garantie van bepaalde onderdelen komen te vervallen. 1. 2. 1. Hydraulische filter Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact. 3. Verwijder het filter. 4. Smeer hydraulische vloeistof op de pakking van het nieuwe filter.
WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en of alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem. • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
Onderhoud van maaidek Veiligheid van het maaidek Een versleten of beschadigde maai-eenheid kan breken en een stuk van de messenkooi of het ondermes kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer op gezette tijden de maai-eenheden op slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de maaidekken controleert.
GEVAAR Wanneer u het toerental van de motor tijdens het wetten verandert, kunnen de messenkooien tot stilstand komen. • Verander nooit het motortoerental tijdens het wetten. • Wet de messenkooien uitsluitend als de motor stationair loopt. 5. Kies met de voorste, achterste of beide wethendels de messenkooien die moeten worden gewet (Figuur 76). GEVAAR Om lichamelijk letsel te voorkomen, dient u buiten het bereik van de maaidekken te zijn voordat u verdere werkzaamheden uitvoert. g021209 Figuur 76 1.
Stalling 8. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer goed vast. De tractie-eenheid gebruiksklaar maken 9. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig worden gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt. 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 2. Controleer de bandenspanning. Breng alle banden op een spanning van 0,83 tot 1,03 bar. 3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze vast indien nodig. 4. Smeer alle smeer- en draaipunten. Neem overtollig vet op. 5.
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.