Form No. 3401-119 Rev A Reelmaster® 5610 tractie-eenheid Modelnr.: 03678—Serienr.: 316000501 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Modelnr.: Serienr.: WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Inhoud Onderhoud van het rooster van de brandstofaanzuigbuis ..........................................42 Brandstofinjectors ontluchten ..................................42 Onderhoud elektrisch systeem ....................................43 Onderhoud van de accu...........................................43 De zekeringen vinden .............................................43 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................44 De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand............
Veiligheid ◊ zich onvoldoende bewust zijn van de specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen, Deze machine voldoet minstens aan EN ISO-norm 5395:2013 en de B71.4-2012 specificaties van American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie als deze is uitgerust met een achtergewicht. Zie het hoofdstuk in deze handleiding Achtergewichten monteren. ◊ onjuiste bevestiging en verdeling van lasten.
• Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit als u de • Houd het vulpistool in contact met de rand van de • • benzinetank of het vat tot het tanken voltooid is. Gebruik geen vergrendeling voor het vulpistool. Kleed u onmiddellijk om als er brandstof wordt gemorst op uw kleding. Doe de brandstoftank nooit te vol. Plaats de brandstoftankdop en draai deze goed aan.
Veilige bediening Toro zitmaaiers • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen en hydraulische aansluitingen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde onderdelen en stickers. De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de CEN-, ISO- of ANSI-normen. • Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit dan buiten.
Geluidsniveau • Als de motor afslaat of de machine vaart verliest en de top van een helling niet haalt, mag u de machine nooit keren. U moet dan altijd langzaam in een rechte lijn achterwaarts de helling af rijden. Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. • Als er onverwachts een persoon of huisdier in of in de Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in ISO 11094. buurt van het maaigebied verschijnt, moet u stoppen met maaien.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7272 1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd; ventilator – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 110-8921 1. Snelheid tractie-eenheid 2. Langzaam 3. Snel 93–6696 1. Opgeslagen energie – Lees de Gebruikershandleiding. 110-9642 1.
117-2718 93-6688 1. Waarschuwing – Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 121-5644 Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Raadpleeg de gebruikershandleiding. 6.
117–0169 1. Raadpleeg de gebruikershandleiding. 2. Aansluitpunt: 10 A 3. Koplampen – 10 A 4. Stroom: 10 A 5. Motor starten: 15 A 6. Optionele luchtgeveerde stoel: 10 A 7. Beheer motorcomputer C: 10 A 8. Beheer motorcomputer B: 10 A 9. Beheer motorcomputer A: 10 A 133-2930 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4.
133-2931 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. De machine kan kantelen – Rijd nooit van of dwars op hellingen met een hellingshoek groter dan 15 graden; de maaidekken moeten altijd neergelaten zijn als u op een helling rijdt; draag altijd een veiligheidsgordel. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 5.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – Banden op juiste spanning brengen. Geen onderdelen vereist – De bedieningsarm afstellen. Slanggeleider rechts vooraan Slanggeleider links vooraan 1 1 Maaidekken monteren. Geen onderdelen vereist – De gazoncompensatieveer afstellen.
2. Verwijder de transportbeugels en gooi deze weg. 2 3. Haal de maaidekken uit de dozen. U moet de maaidekken monteren en afstellen volgens de instructies in de Gebruikershandleiding. De bedieningsarm afstellen 4. Zorg ervoor dat het contragewicht (Figuur 3) wordt gemonteerd aan het juiste uiteinde van het maaidek volgens de instructies in de Gebruikershandleiding van het maaidek. Geen onderdelen vereist Procedure U kunt de bedieningsarm zo afstellen dat u deze comfortabel kunt gebruiken. 1.
flensmoer. Plaats de kop van de bout aan de buitenkant van de lip, zoals wordt getoond in Figuur 5. Figuur 6 Figuur 5 1. Andere lip op draagframe D. 2. Stangbeugel Monteer de stangbeugel aan de lippen op het maaidek met de slotbouten en de moeren (Figuur 5). Belangrijk: Op maaidek nummer 4 (links vooraan) en 5 (rechts vooraan) (Figuur 6) moet u de montagemoeren van de stangbeugel gebruiken om de slanggeleiders aan de voorzijde van de lippen van het maaidek te bevestigen.
6. Laat alle hefarmen helemaal neer. 7. Verwijder de borgpen en het kapje van het juk van het draaipunt van de hefarm (Figuur 9). Figuur 11 1. Lynchpen van de draaiende as van de hefarm en ring Figuur 9 1. Borgpen B. Breng het juk van de hefarm aan op de as van het draagframe (Figuur 10). C. Steek de as van de hefarm in de hefarm en zet deze vast met de ring en de borgpen (Figuur 11). 10. Breng het kapje aan over de as van het draagframe en het juk van de hefarm. 2. Kapje 11.
Belangrijk: Controleer of de slangen van de motor van de messenkooi niet zijn verdraaid, geknikt of het risico lopen te worden afgekneld. Figuur 14 3. Veerstang 2. R-pen 4. Zeskantige moeren 2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 15,9 cm bedraagt (Figuur 14). Figuur 13 1. Aandrijfmotor van messenkooi 1. Gazoncompensatieveer Opmerking: Als u werkt op oneffen terrein, moet de veer 13 mm korter zijn.
5 Achtergewichten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Variabel Achtergewichten (formaat is afhankelijk van de configuratie) Procedure Deze machine voldoet aan de norm EN ISO 5395:2013 en de normen van ANSI B71.4-2012, als de achterwielen worden verzwaard met achtergewichten en/of 41 kg calciumchloride. Gebruik onderstaande tabellen om te bepalen welke gewichtscombinaties zijn vereist voor uw configuratie. U kunt onderdelen bestellen bij een erkende Toro-dealer.
1. Verwijder de 3 bouten, ringen en afstandsstukken waarmee het verdeelstuk van de tractie is bevestigd aan de onderkant van de achterbumper (Figuur 15a). 2. Plaats het vereiste gewicht op en/of onder de achterbumper 3. Monteer het gewicht (of de gewichten) en het verdeelstuk van de tractie aan de bumper met de 3 bouten, ringen en afstandsstukken die u eerder hebt verwijderd (Figuur 15b). Opmerking: Gebruik de afstandsstukken niet als u meer dan twee gewichten onder de bumper monteert (Figuur 15c). 4.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Afstelknoppen van stoel Met de stoelverstelhendel (Figuur 20) kunt u de stoel naar voren en naar achteren schuiven. Met de instelhendel voor het gewicht kunt u de stoel aanpassen aan uw gewicht. De meter voor de instelling van het gewicht geeft aan wanneer de stoel is ingesteld naar uw gewicht. Met de instelhendel voor de hoogte kunt u de stoel aan uw lengte aanpassen. Figuur 18 1.
Parkeerrem Om de parkeerrem in werking te stellen, (Figuur 21) moet u het rempedaal intrappen en de bovenkant naar voren drukken om het te vergrendelen. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u het rempedaal in totdat de vergrendeling van de parkeerrem wordt ingetrokken. Figuur 22 1. Maai-/hefhendel 4. Activerings/blokkeringsschakelaar 2. Contactschakelaar 3. InfoCenter 5. Gashendel 6.
1 Figuur 25 1. Aansluitpunt g021209 Figuur 23 Het InfoCenter lcd-scherm gebruiken 1. Wethendels Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine, onder meer de bedrijfsstatus en allerlei diagnostische informatie (Figuur 26). InfoCenter beschikt over een welkomstscherm en hoofdscherm. U kunt altijd schakelen tussen het welkomstscherm en het hoofdscherm door op een willekeurige knop in InfoCenter te bedienen en dan op de betreffende pijl te drukken.
Opmerking: De knoppen kunnen verschillende functies vervullen afhankelijk van wat op dat moment nodig is. Voor elke knop is er een icoon dat de huidige functie weergeeft. Verklaring van pictogrammen in InfoCenter (cont'd.
Hoofdmenu Onderdeelmenu Beschrijving Fouten Het menu Fouten bevat een lijst met de recente machinestoringen. Raadpleeg de Gebruikershandleiding of een erkende Toro-distributeur voor meer informatie over het menu Fouten en de informatie die het bevat. Onderhoud Het menu Onderhoud bevat informatie over de machine, zoals bedrijfsurentellers en andere cijfergegevens van die aard. Diagnostiek Het menu Diagnostiek geeft de status van elke machineschakelaar, sensor en bedieningsoutput aan.
Machine Controller Revision De softwareversie van de hoofdbedieningseenheid. InfoCenter softwareversie De softwareversie van het InfoCenter. CAN Bus De status van de communicatiebus van de machine. Het aantal messen instellen • Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot u de functie Aantal messen ziet • Druk op de rechterknop om het aantal messen te wijzigen; u kunt kiezen tussen 5, 8 of 11.
Maaibreedte 254 cm Lengte 282 cm Hoogte 160 cm Gewicht 1276 kg Motor Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. VOORZICHTIG Kubota 44.2 pk (Turbo) Inhoud brandstoftank Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
6. Plaats de vuldop en sluit de motorkap. Het koelsysteem controleren Verwijder dagelijks het vuil van het scherm, de oliekoeler en de voorkant van de radiateur. Vaker reinigen bij extreem stoffige en vuile omstandigheden. Zei het hoofdstuk Vuil verwijderen uit het koelsysteem in Onderhoud koelsysteem (bladz. 45). Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50 verhouding van water en permanente ethyleenglycol-antivries.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van 3. Plaats de dop van de expansietank terug. tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. Brandstof bijvullen • Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst. Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof of biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet minimaal 40 zijn.
Hydraulische vloeistof controleren GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Het reservoir van het hydraulische systeem is in de fabriek gevuld met ongeveer 56,7 liter hoogwaardige hydraulische vloeistof.
verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een Mobil-leverancier. en messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding van het maaidek. Belangrijk: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Eén flesje is voldoende voor 15 tot 22 liter hydraulische vloeistof.
5. Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het sleuteltje op UIT. GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. • Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste brandstof opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal.
Toerental van de messenkooien instellen Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de toerentalregeling van de messenkooien juist is afgesteld. U stelt het toerental van de messenkooien als volgt in: 1 2 1. In het InfoCenter (menu instellingen) kiest u het aantal messen, de maaisnelheid en de maaihoogte zodat het juiste messenkooitoerental wordt berekend. g019276 Figuur 33 2.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3–4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie kan worden beschadigd. De omloopklep moet open zijn als u de machine duwt of sleept. 1. De omloopklep bevindt zich links van hydrostaat (Figuur 35). Draai de bout 1–1/2 slag om deze te openen en de vloeistof inwendig om te laten leiden. Opmerking: U kunt nu de machine langzaam voortbewegen zonder dat de transmissie wordt beschadigd. Figuur 36 1.
De interlockschakelaars controleren De interlockschakelaars zijn bedoeld om aanslaan of starten van de motor alleen mogelijk te maken als het tractiepedaal in de NEUTRAALSTAND is, de activerings-/blokkeringsschakelaar op BLOKKEREN is gezet en de maai-/hefhendel in de NEUTRAALSTAND staat. Daarnaast moet de motor afslaan als u het tractiepedaal intrapt terwijl u niet op de stoel zit of als u de parkeerrem ingeschakeld laat.
de maai-/hefhendel om de maaidekken omhoog en omlaag te brengen (de voormaaidekken zijn zo ingesteld dat zij eerder naar beneden komen dan de achtermaaidekken). Om vooruit te rijden en het gras te maaien, moet u de tractiepedaal naar voren intrappen. 3. Zoek de juiste outputfunctie in het diagnostisch systeem van het InfoCenter. 4. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste functie van de machine. Als de status van de juiste outputs verandert, duidt dit erop dat de ECM die functie inschakelt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Draai de wielmoeren vast met een torsie van 94 tot 122 N·m.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Het peil van de motorolie en de brandstof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Indicator voor verstopping in luchtfilter controleren. Radiator en scherm controleren op rommel. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie 1 2 3 4 5 6 7 8 Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina.
• Trekstang van achteras (2) (Figuur 45) Figuur 41 • Cilinders van hefarmen van maaidek (2 elk) (Figuur 42) Figuur 45 • Draaipunt van asbesturing (1) (Figuur 46) Figuur 42 • Draaipunten van hefarm (1 elk) (Figuur 42) • Draagframe van maaidek en draaipunt (2 elk) (Figuur 43) Figuur 46 • Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) (Figuur 47) Figuur 43 • Draaias van hefarm (1) (Figuur 44) Figuur 47 • Rempedaal (1) (Figuur 48) Figuur 44 38
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang deze in geval van beschadiging. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen. G011615 Figuur 48 Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt als de onderhoudsindicator (Figuur 49) dit aangeeft.
de buitenkant van het filter en de filterbus zit. Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen. Deze reiniging voorkomt dat er rommel in de inlaat terechtkomt als het filter wordt verwijderd. 3. Verwijder en vervang het filter (Figuur 50). Het wordt afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit kan leiden tot beschadiging van de filtermedia.
De gashendel afstellen Onderhoud brandstofsysteem 1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer 3 mm van de voorkant van de gleuf in de bedieningsarm zit. 2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los. Deze zit naast de hefboom van de injectiepomp (Figuur 53). GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken.
Brandstofinjectors ontluchten Opmerking: Deze procedure mag uitsluitend worden toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht met behulp van de normale ontluchtingsprocedures en de motor niet start; zie Het brandstofsysteem ontluchten (bladz. 29). 1. Draai de leidingconnector naar spuitstuk Nr. 1 en de houder los (Figuur 55). Figuur 54 1. Filterbus 3. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd. 4. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze wordt gemonteerd. 5.
De zekeringen vinden Onderhoud elektrisch systeem Er zijn 8 zekeringen in het elektrische systeem. De zekeringhouder (Figuur 56) bevindt zich achter het inspectieluik op de bedieningsarm. Belangrijk: Voordat u laswerkzaamheden aan de machine verricht, moet u beide accukabels loskoppelen van de accu, beide stekkers van de kabelboom losmaken van de ECM en de accupoolconnector uit de wisselstroomdynamo halen om beschadiging van het elektrische systeem te voorkomen.
Onderhoud aandrijfsysteem 4. Start de motor en draai de zeskantige moer van de afstelnok in beide richtingen totdat de wielen ophouden met draaien. 5. Draai de borgmoer vast om de afstelling te borgen. De tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand 6. Zet de motor af. Haal de kriksteunen weg en laat de machine neer op de grond. 7. Maak een proefrit met de machine om er zeker van te zijn dat deze niet kruipt. De machine mag niet kruipen als het tractiepedaal niet is ingetrapt.
Onderhoud koelsysteem Vuil verwijderen uit het koelsysteem 1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte bevindt. 3. Maak de sluiting los en draai het achterscherm open (Figuur 60). Figuur 61 1. Oliekoeler 2. Vergrendelingen van oliekoeler 6. Reinig beide zijden van de oliekoeler en de radiator grondig Figuur 62) met perslucht. Figuur 60 1. Sluiting van achterscherm 2. Achterscherm 4. Reinig het scherm grondig met perslucht.
Vergrendeling van parkeerrem afstellen Onderhouden remmen Parkeerremmen afstellen Als de parkeerrem niet werkt of vergrendelt, moet de pal van de parkeerrem worden afgesteld. Stel de remmen af als de rempedaal meer dan 25 mm speling heeft (Figuur 63), of als er meer remkracht nodig is. Met speling wordt de afstand bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er remweerstand wordt gevoeld. 1. Draai de 2 schroeven los waarmee de pal van de parkeerrem is bevestigd aan het frame (Figuur 65).
Onderhoud riemen Onderhoud hydraulisch systeem De conditie en de spanning van de riem van de wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens om de 100 bedrijfsuren. Hydraulische vloeistof verversen Riem van wisselstroomdynamo spannen Ververs de hydraulische vloeistof in normale omstandigheden om de 800 bedrijfsuren. Als de vloeistof verontreinigd raakt, moet u contact opnemen met uw plaatselijke Toro-dealer omdat het systeem dient te worden schoongespoeld.
9. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en vul voldoende vloeistof bij totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Belangrijk: Vul niet teveel vloeistof bij. Hydraulische filters vervangen Het hydraulische systeem is voorzien van een onderhoudsintervalindicator (Figuur 68). Laat de motor lopen op bedrijfstemperatuur en kijk op de indicator. Deze moet in de groene zone staan. Als de indicator in de rode zone staat, moeten de hydraulische filters worden vervangen. Figuur 70 1.
Gebruik de testpoorten op het verdeelstuk voor het maaien (Figuur 72) om problemen met het circuit voor het maaien te verhelpen. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. 1 • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en of alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
Onderhoud van maaidek 7. Breng de wet-pasta aan met de borstel met de lange steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel. Maaidekken wetten 8. Als de messenkooien blijven vastzitten of instabiel worden tijdens het wetten, moet u het toerental van de messenkooien verhogen totdat de snelheid stabiliseert. Zet daarna het toerental weer op de gewenste snelheid. WAARSCHUWING 9.
Stalling 10. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met weerbestendige tape. De tractie-eenheid gebruiksklaar maken 11. Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel bij als nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur. 1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor grondig. 2. De bandenspanning controleren. Breng alle banden op een spanning van 0,83 tot 1,03 bar. 3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze vast indien nodig. 4.
Opmerkingen: 52
Opmerkingen: 53
Opmerkingen: 54
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Telefoonnummer: Dealer: Land: Agrolanc Kft Asian American Industrial (AAI) B-Ray Corporation Brisa Goods LLC Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co. Fat Dragon Femco S.A. FIVEMANS New-Tech Co., Ltd ForGarder OU G.Y.K. Company Ltd.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.