Operator's Manual
Inbepaaldeomstandighedenzijn
dieselbrandstofenbrandstofdampen
uiterstontvlambaarenexplosief.Brandof
explosievanbrandstofkanbrandwondenof
materiëleschadeveroorzaken.
•Gebruikeentrechteroftuit;brandstof
uitsluitendindeopenluchtbijeenafgezette
ofkoudemotorbijvullen.Eventueel
gemorstebrandstofopnemen.
•Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.Vul
debrandstoftanktotmaximaal6mmtot
13mmvanafdeonderkantvandevulbuis.
Ditgeeftdebrandstofindetankruimteom
uittezetten.
•Rooknooitwanneerumetbrandstofbezig
bentenhouddebrandstofwegvanopen
vlammenofvonken.
•Bewaardebrandstofinschone,veiligeen
goedgekeurdecontainersenzorgdatdedop
opzijnplaatsblijft.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlaken
controleerofdebrandstoftankminstenshalfvolis.
2.Opendemotorkap.
3.Draaideontluchtschroefopde
brandstonjectiepompopen(Figuur36)met
een12mmsleutel.
Figuur36
1.Ontluchtschroef
4.DraaihetcontactsleuteltjeopAan.Deelektrische
brandstofpompbeginttewerken.Hierbijkomter
luchtbijdeontluchtschroefnaarbuiten.Laathet
sleuteltjeopAanstaantotdatereenvollestraal
brandstofbijdeschroefnaarbuitenkomt.
5.Zetdeontluchtschroefweervastendraaihet
sleuteltjeopUit.
Opmerking:Normaalgesprokenzaldemotorna
bovenstaandeontluchtingsprocedurestarten.Indien
demotorechternietstart,kanerluchttussende
injectiepompendeinjectorszitten;zieInjectors
ontluchteninOnderhoudbrandstofsysteem,bladz.46.
Startenenstoppenvande
motor
Belangrijk:Umoethetbrandstofsysteem
ontluchtenvoordatudemotorstartalsu
dezevoordeeerstekeerstart,demotor
isafgeslagenomdatdebrandstofop
was,ofonderhoudswerkzaamhedenaan
hetbrandstofsysteemzijnuitgevoerd;zie
Brandstofsysteemontluchten.
Motorstarten
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,haaluw
voetvanhettractiepedaalzodatdezeinde
neutraalstandkomt,steldeparkeerreminwerking,
zetdegashendelopSnelencontroleerofde
activerings-/blokkeringsschakelaaropBlokkeren
isgezet.
2.DraaidecontactschakelaaropAan/Voorgloeien.
Eenautomatischetijdschakelaarzorgtervoordatde
motor6secondenwordtvoorgegloeid.
3.DaarnadraaituhetsleuteltjeopStart.
Laatdemotorbijhetstartenlangerdan15seconden
draaien.Laathetsleuteltjeloszodrademotorstart.
Alsdemotornogmaalsmoetwordenvoorgegloeid,
draaituhetsleuteltjeeerstopUitenvervolgensop
Aan/Voorgloeien.Herhaalditindiennodig.
4.Laatdemotoropeenlaagstationairtoerentallopen
totdatdezeisopgewarmd.
Motorafzetten
1.Zetallebedieningsorganenindeneutraalstand,stel
deparkeerreminwerking,zetdegashendeloplaag
stationairenlaatdemotoropeenlaagstationair
toerentallopen.
Belangrijk:Laatdemotor5minuten
stationairlopenvoordatudezeafzetofnadat
32