Form No. 3391-940 Rev A Rechter/linker groomerset Reelmaster® 5210/5410-serie maaidekken met een messenkooi van 12,7 cm of Reelmaster® 5510/5610/6500/6700-serie maaidekken met messenkooi van 17,8 cm Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Modelnr.: Registreer uw product op www.Toro.com.
kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Figuur 1 1. Veiligheidssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen.
Veiligheid afstelwerkzaamheden aan de machine verricht of deze stalt. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013. • Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u Veilige bediening • Verricht onderhoudswerkzaamheden uitsluitend volgens bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de machine dan niet; ga schuilen. de instructies in deze handleiding.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Positie van de groomerset Alle maaidekken worden geleverd met het contragewicht gemonteerd aan het linker uiteinde van het maaidek. Bepaal aan de hand van de volgende tekening de plaats van de groomersets en de motoren van de messenkooien. Figuur 3 1. Contragewicht Figuur 2 * Uitsluitend voor de Reelmaster 6700 2. Smeernippel 4. Verwijder de rechte smeernippel van de lagerbehuizing en vervang deze door de 45 graden nippel (Figuur 3). Plaats de nippel zo, dat deze naar bovenkant van het maaidek wijst.
het gereedschap voor de aandrijfas van de messenkooi, onderdeelnr. TOR4112, bij model 03665 en 03666 en het gereedschap voor de aandrijfas van de messenkooi, onderdeelnr. TOR4074, bij model 03685 en 03686. Verwijder al het vet van de schroefdraadopening waarin het gegleufde inzetstuk heeft gezeten. Gebruik hiervoor de bovenste vierkante opening in elke zijplaat. Opmerking: De ringen op de stelbouten voor de maaihoogte moeten aan beide zijden van de flens op de zijplaat worden geplaatst (Figuur 5). 10.
Belangrijk: Controleer of het gegleufde uiteinde van de as van de draaispil past in het gegleufde inzetstuk. Belangrijk: Het montagevlak van de draaispil moet gelijk zijn met de zijplaat op het maaidek. Het opvulstuk mag niet bekneld zitten tussen de draaispil en de zijplaat. 17. Monteer de plaat van de niet-aangedreven zijde van de groomer op de groomer-as (Figuur 9). Zorg dat de afdichtveer er niet af raakt. 18.
Figuur 10 2. Lagerbehuizing 1. Afdichting 20. Monteer de snelhendels op de zijplaten met 3/8 x 3/4 inch flenskopbouten (Figuur 9). Figuur 12 21. Plaats de riem van de groomer op de poelies (Figuur 9). Zorg dat de ribbels op de riem goed in de groeven op elke poelie zitten. • De buitenvlakken van de aandrijfpoelie en de aangedreven poelie moeten op één lijn staan, met een maximale speling van 0,76 mm. 22.
26. Smeer beide lagers van de groomer (maximaal 2 of 3 pompslagen) (Figuur 14). Gebruik niet te veel vet, hierdoor kan de afdichting defect raken. Veeg overtollig vet weg. 4. Draai de messenkooi die de aandrijfpoelie laat draaien en verwijder de riem van de poelie (Figuur 16). G011425 1 2 3 Figuur 16 1. As lagerbehuizing 3. Aandrijfpoelie 2. Afstandstuk Opmerking: Draag een dikke handschoen of gebruik een stevige doek om de messenkooi te draaien.
13. Draai de tapbouten en borgmoeren los waarmee de maaihoogtebeugels aan de voorrol-as zijn bevestigd (Figuur 19). 14. Verwijder de maaihoogtebeugels en de voorrol van de zijplaten van het maaidek (Figuur 19). Figuur 17 1. Borstbout 2. Borstelplaat 3. Tapbout 5. Montagebeugel van de rolborstel 6. Flensborgmoeren Figuur 19 1. Maaihoogtebeugel 7. Lagerbehuizing van de rolborstel 4. Pakkingring in lagerbehuizing 2. Slotbout 15.
Figuur 22 1. Gegleufd inzetstuk 2. Deze openingen reinigen Figuur 21 1. Ring 20. Monteer het nieuwe (langere) gegleufde inzetstuk op de as van de messenkooi (Figuur 22). Smeer vóór u het inzetstuk monteert blauwe Loctite op de schroefdraad. Draai vast met een torsie van 115-129 Nm. 3. Zijplaatflens 2. Borgmoer 17. Draai de borgmoer op de stelbout voor de maaihoogte aan tot de ringen contact maken met de flens van de zijplaat. Draai vervolgens de moer een 1/2 slag terug (Figuur 21). 21.
Belangrijk: Het montagevlak van de draaispil moet gelijk zijn met de zijplaat op het maaidek. Het opvulstuk mag niet bekneld zitten tussen de draaispil en de zijplaat. Het opvulstuk moet vrij kunnen ronddraaien. 24. Monteer de plaat van de niet-aangedreven zijde van de groomer op de groomer-as (Figuur 24). Zorg dat de afdichtveer er niet af raakt. Figuur 24 1. Asconstructie groomer 7. Opvulstuk (moet los blijven na montage) 2. Plaat van groomer met snelhendel (niet-aangedreven zijde) 8.
28. Plaats de riem van de groomer op de poelies (Figuur 24). Zorg dat de ribbels op de riem goed in de groeven op elke poelie zitten. • De buitenvlakken van de aandrijfpoelie en de 29. Bevestig de spanpoelieveer in de opening in de lip van de spanpoelieplaat en rond de groef op de onderste bout van de plaat van de groomer (Figuur 26). Het open uiteinde van de veerhaak moet naar de aandrijfpoelie zijn gericht.
• Draai de twee flensborgmoeren vast waarmee de montagebeugel van de rolborstel aan de zijplaat van het maaidek is bevestigd (Figuur 30). • Draai de lagerbehuizing van de rolborstel tot de borstelplaat evenwijdig is aan de zijplaat van het maaidek (Figuur 30). • Draai de twee flensborgmoeren vast waarmee de bevestigingsbeugel van de rolborstel aan de zijplaat van het maaidek is bevestigd (Figuur 30). 41. Smeer 242 Loctite (blauw) aan de borstbout (Figuur 30).
Figuur 32 1. Aandrijfpoelie 3. Aangedreven poelie 2. Spanpoelie 4. Riem Figuur 34 1. Lip van de borstelplaat • Begin de riem aan te brengen op de aandrijfpoelie 2. Moer van spanpoelie 47. Controleer de uitlijning van de riem/poelies als volgt: (Figuur 32). • Leg een richtliniaal langs het buitenvlak van de • Terwijl u de riem op de aandrijfpoelie legt, moet u aandrijfpoelie (Figuur 35). de messenkooi vooruit draaien om de riem op de aandrijfpoelie te trekken.
Figuur 36 Figuur 38 1. Drijfriemkap 1. Borstel 49. Vul beide lagerhuizen van de messenkooi met vet (Figuur 37). Overtollig vet zal tussen de afdichtingen aan de binnenkant en de beschermkappen van de afdichtingen naar buiten komen. 2. Tie-wrap 2. Controleer of de borstels zich in de gleuven van de groomermessen bevinden (Figuur 39 en Figuur 40). 3.
Gebruiksaanwijzing Gazonverzorging (grooming) wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag. Groomen stimuleert verticale groei van gras, vermindert vleugvorming en snijdt uitlopers door, waardoor een dichtere grasmat ontstaat. Groomen zorgt voor een uniformere en dichter begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en nauwkeuriger beweegt. Verticuteren is een wat agressievere cultiveringstechniek voor het verwijderen van gazonvilt door dóór de graslaag en in de viltlaag te snijden.
• De frequentie van het groomen/maaien—zowel het • • • • • • • aantal maaibeurten per week en het aantal werkgangen per maaibeurt De maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de groomer Hoe lang de messenkooi van de groomer in gebruik is geweest De soort gras Het algemene onderhoudsprogramma (d.w.z. beregening, bemesting, spuiten, beluchting, overzaaien, etc.) Hoe vaak de fairway wordt betreden Stressvolle periodes (d.w.z.
Aanbevolen bereik voor maaihoogte en groomer-hoogte Maaihoogte Aantal achterste tussenringen Aanbevolen groomer-hoogte = maaihoogte - groomergebruik 0,250 0 0,125–0,250 0,375 0,375 0 1 0,187-0,375 0,187-0,375 0,500 0,500 0,500 0 1 2 0,250-0,500 0,250-0,500 0,250-0,375 0,625 0,625 0,625 0 1 2 0,375-0,625 0,375-0,625 0,375-0,500 0,750 0,750 0,750 1 2 3 0,500-0,750 0,500-0,750 0,500-0,625 0,875 0,875 0,875 1 2 3 0,625-0,875 0,625-0,875 0,625-0,750 1,00 1,00 1,00 2* 3 4 0,750-1,00 0,750-1
Uitlijning van poelie/riem van groomer Onderhoud Reiniging 1. De aangedreven poelie (op de groomer-as) kan naar binnen of naar buiten bewegen. Stel vast in welke richting de poelie moet bewegen. Spuit de messenkooi van de groomer schoon na gebruik. Richt de waterstraal niet rechtstreeks op de lagerafdichtingen van de groomer. Laat de messenkooi van de groomer niet in water staan om te voorkomen dat de onderdelen gaan roesten. 2. Verwijder de spanpoelieveer en hef de riemspanning op. Verwijder de riem.
Problemen met vastgelopen groomer verhelpen 5. Als een rolborstel wordt geïnstalleerd, zorg dan dat de borstelplaat (Figuur 48) parallel is aan de zijplaat van het het maaidek en volledig in de rubberen pakkingsringen zijn geplaatst. 1. Zorg dat de groomer is ingesteld op de gewenste groomer-hoogte (Figuur 46). G011430 1 Figuur 48 1. Borstelplaat Figuur 46 1. Snelhendel (ingeschakelde stand) 3. Instelknop voor hoogte 2. Groomer-hoogte 4.
Figuur 50 1. Opvulstuk 8. Zorg dat de moeren op kappen van de groomer en de rolborstel (Figuur 51) niet te vast worden aangedraaid. Figuur 51 1.
Opmerkingen: 23
Inbouwverklaring Modelnr.: Serienr.