FORM NO. 3318-296 NL Rev A MODEL NR. 03741 - 60001 & HOGER MODEL NR. 03753 - 60001 & HOGER MODEL NR. 03751 - 60001 & HOGER MODEL NR. 03754 - 60001 & HOGER MODEL NR. 03752 - 60001 & HOGER MODEL NR.
VOORWOORD INHOUDSOPGAVE De maai-eenheden zijn ontwikkeld volgens geavanceerde concepten op gebied van techniek, design en veiligheid; en indien op de juiste manier onderhouden zullen zij u uitstekend van dienst zijn. Specificaties 3 Maai-eenheid—Overzicht 4 De maai-eenheden produkten zijn van goede kwaliteit, en dus is voor Toro het toekomstige gebruik van deze produkten en de veiligheid van de gebruiker van groot belang.
Specificaties Constructie: Gelast stalen frame en messenkooi met heavy-duty, zelf-regelende kogellagers. Heavy-duty achterste roller van staal met taps toelopende rollerlagers. Achterste roller en snijbalk zijn geïsoleerd en gemonteerd met rubber lagerbussen voor stil, trillingsvrij gebruik. Afstelbare deflectorschermen zijn standaard. Op kritieke punten zijn roestvrijstalen componenten voor extra duurzaamheid.
Maai-eenheid—Overzicht 1. 2. 3. 4. Behuizing aandrijfhuis Aandrijfhuis Plaat aandrijfhuis & afdekplaat voor transport Grasdeflector 5. 6. 7. 8. Afstelling achterste roller (2) Afstelling messenkooi/snijplaat Veiligheidsbescherming Kegelmoer 9. Messenkooi assemblage 10. Voorste roller (optie) 11. Top-afdekplaten Afstelling van de Maai-eenheid BELANGRIJK: Lees nauwkeurig de gebruikershandleidingen van zowel de Maai-eenheid als van de Tractie-eenheid.
N.B.: Voor de afstelling van het contact tussen de snijplaat en de messenkooi hebt u een 3/4 inch sleutel nodig. BELANGRIJK: Als de messenkooi correct is afgesteld zal deze een strook papier (van ongeveer 0,03" dik) over de gehele lengte afsnijden. A. Draai de messenkooi langzaam en voorzichtig rond en luister of de messenkooi en de snijplaat licht contact maken over de gehele lengte. De maai-eenheid zal optimale maairesultaten leveren als deze op de juiste wijze afgesteld en onderhouden wordt.
de moer vast. Haal de voorste rollers op zodat deze geen contact meer maken met de vlakke ondergrond. • • Steek een lat van 70 cm lang en ongeveer 3 mm dikker dan de gewenste maaihoogte (Afb. 4) onder de messenkooi door en tegen de voorkant van de scherpe kant van de snijplaat (Afb. 4). De messenkooi (niet de snijplaat) moet over de gehele lengte contact maken met de lat. Draai de borgmoeren en de stelknoppen van de achterste roller los en druk de roller naar beneden op het horizontale oppervlak.
• • Draai de borgmoer van de meetlat los en stel de schroef in om de juiste maat tussen de onderkant van de kop van de schroef en de meetlat te krijgen voor de gewenste maaihoogte (Afb. 5). Draai de borgmoer vast om de instelling vast te zetten. Haak de kop van de schroef over de snijkant van de snijplaat en plaats de lat tegen de onderkant van de voorste roller (Afb. 6).
E. Steek een lat van 70 cm lang (Afb. 4) met een dikte die gelijk is aan de gewenste maaihoogte onder de gehele lengte van de messenkooi naast de snijplaat. F. Stel de stelknoppen van de achterste rollers en de borgmoeren af totdat de achterste roller over de gehele lengte van de achterste roller contact maakt met het horizontale oppervlak en de messenkooi (niet de snijplaat) over de gehele lengte contact maakt met de lat. Draai de stelknoppen en de borgmoeren van de achterste roller weer vast.
Smering Reinig voor en na het smeren iedere smeernippel met behulp van een schone doek. Gebruik een handmatig bediende vetspuit en vet voor algemene doeleinden nr.2 om de acht smeernippels te smeren. Indien de druk te hoog is worden de pakkingen beschadigd en kan het lekkende vet het gras aantasten. BELANGRIJK: Zet de motor af en verwijder de contactsleutel voordat de machine met water afgespoeld wordt. Toro adviseert de messenkooien en rollers dagelijks te smeren onmiddellijk nadat de machine gereinigd is.
PRODUKT-IDENTIFICATIE De maai-eenheid heeft twee identificatienummers: een typenummer en een serienummer, die in een plaatje geponst zijn. Het typeplaatje bevindt zich op het paneel aan de kant van de messenkooi, tegenover de behuizing van de aandrijving. Geef bij alle correspondentie betreffende de tractie-eenheid het type- en serienummer door om te verzekeren dat u de juiste informatie en reserveonderdelen krijgt.