Operator's Manual
18
Opmerking: Naarmate de lengte van de samengedrukte
veer (A) VERMINDERT, wordt de verplaatsing van het
gewicht van de voorste roller naar de achterste roller
VERGROOT en wordt de draaihoek (B) tussen het
draagframe en het maaidek KLEINER.
Opmerking: Naarmate de afstand (C ) tussen de
veerbeugel en de ring GROTER wordt, VERMINDERT de
afstand tussen het maaidek en de grond en wordt de
draaihoek (B) tussen het draagframe en het maaidek
GROTER.
Afstelling van de snelheid waarmee het
maaidek wordt neergelaten
De hefcircuits van het maaidek zijn voorzien van afstelbare
kleppen om de maakdekken gelijkmatig neer te laten. De
afstelling gaat als volgt:
1. Laat de tractie-eenheid lopen totdat deze de
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Maaidekken voorzijde
2. Ga naar de kleppen onder de stoel om de frontmaai-
dekken af te stellen (Fig. 8).
3. Draai de schroeven los waarmee de knop is vastgezet.
4. Draai de afstelklep rechtsom om de snelheid waarmee
de maaidekken worden neergelaten, te verminderen.
5. Controleer de afstelling door de maaidekken
verschillende malen op te heffen en neer te laten. Indien
nodig moet u de kleppen nogmaals afstellen. Draai de
schroeven vast om de afstelling te borgen.
1
2
Figuur 8
1. Afstelklep voor het middelste frontmaaidek
2. Afstelklep voor de buitenste frontmaaidekken
Achterste maaidek
1. Ga naar de klep vóór de achteras voor de achterste
maaidekken (Fig. 9).
2. Draai de borgring los waarmee de knop is vastgezet
(Fig. 9).
1
2
Figuur 9
1. Afstelknop voor achterste maaidek
2. Borgring
3. Draai de afstelklep rechtsom om de snelheid waarmee
de achterste maaidekken worden neergelaten, te
verminderen.
4. Controleer de afstelling door de maaidekken
verschillende malen op te heffen en neer te laten. Indien
nodig moet u de kleppen nogmaals afstellen. Draai de
borgring vast om de afstelling te borgen.