Operator's Manual

27
er is een lek in het hydraulische systeem ontdekt
(uitsluitend als een Turfdefender lekdetector is
gemonteerd op de machine)
er is een communicatiefout ontdekt (uitsluitend als een
Turfdefender lekdetector is gemonteerd op de machine)
1
Figuur 29
1. Controlelampje van messenkooien
De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in
werking te stellen en de machine te duwen of te slepen.
Belangrijk U mag de machine niet sneller dan
3–4,8 km per uur duwen slepen omdat hierdoor de
transmissie kan worden beschadigd. De omloopklep moet
open zijn als de machine wordt geduwd of gesleept.
1. De omloopklep bevindt zich op de regelbare pomp
(Fig. 30). Draai de klep 90_ in een van beide richtingen
om deze te openen en de olie inwendig om te laten
leiden. Omdat de vloeistof is omgeleid, kan de machine
worden voortbewogen zonder dat de transmissie wordt
beschadigd.
1
Figuur 30
1. Omloopklep
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de
klep met een torsie van maximaal 7–11 Nm.
Belangrijk Als u de motor laat lopen met een geopende
omloopklep, zal de transmissie oververhit raken.
Groene diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat
aangeeft dat het elektronische besturingssysteem correct
functioneert. Het groene diagnoselampje (Fig. 31) bevindt
zich onder het bedieningspaneel naast de zekeringhouder.
Als het elektronische besturingssysteem correct
functioneert en het contactsleuteltje op AAN staat, zal het
diagnoselampje van het besturingssysteem branden. Het
lampje gaat knipperen als het besturingsysteem een
elektrische storing ontdekt. Het lampje houdt op met
knipperen en wordt automatisch opnieuw ingesteld als het
sleuteltje op UIT wordt gedraaid.
1
Figuur 31
1. Groene diagnoselampje
Als het diagnoselampje van het besturingssysteem knippert,
heeft het besturingssysteem een van de volgende problemen
ontdekt:
Kortsluiting in een van de outputs.
Een open kring.
Met behulp van het diagnostische display kunt u vaststellen
welke output slecht functioneert, zie Interlockschakelaars
controleren.
Als het diagnoselampje niet brandt als het contactsleuteltje
op AAN staat, betekent dit dat het elektronische
besturingssysteem niet werkt. Mogelijke oorzaken zijn:
Kringloop is niet aangesloten.
Het lampje is doorgebrand.
Zekeringen zijn doorgebrand.
Geen accuspanning.
Controleer de elektrische aansluitingen, ingangszekeringen
en het peertje van het diagnoselampje om het defect vast te
stellen. Zorg ervoor dat de kringloopstekker is bevestigd
aan de connector van de kabelboom.