Operator's Manual

29
5. De LED “inputs getoond” op de kolom rechtsonder op
de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED
“outputs getoond
” oplicht, moet u de tuimelschakelaar
op de Diagnostische ACE indrukken en loslaten om de
LED “inputs getoond
” te laten oplichten. Houd de knop
niet ingedrukt.
6. De Diagnostische ACE zal de LED laten oplichten die
hoort bij de inputschakelaar die wordt gesloten.
Laat elke schakelaar afzonderlijk van de open naar de
gesloten stand gaan (d.w.z. neem plaats op de stoel, trap
het tractiepedaal in, enz.) en controleer of de juiste LED
op de Diagnostische ACE gaat knipperen als de
corresponderende schakelaar wordt gesloten. Herhaal
deze procedure bij elke schakelaar die met de hand van
de open in de gesloten stand kan worden gezet.
7. Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat de
bijbehorende LED gaat branden, moet u alle kabels en
aansluitingen naar de schakelaar controleren en/of de
schakelaar doormeten met een weerstandsmeter.
Vervang beschadigde schakelaars en repareer kapotte
kabels.
De Diagnostische ACE kan ook ontdekken welke solenoïdes
of relais van de outputs zijn ingeschakeld. Dit is een snelle
manier om vast te stellen of het om een storing in het
elektrische of het hydraulische systeem van de machine gaat.
Controle van de outputfunctie:
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Open de kap van het bedieningspaneel. Ga naar de
connector van de kabelboom en de kringloopstekker.
Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de connector
van de kabelboom.
3. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE aan de
connector van de kabelboom. Controleer of de juiste
overlay-sticker op de Diagnostische ACE is geplaatst.
4. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de motor
niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker heeft
betrekking op de inputschakelaars en de groene tekst op de
outputs.
5. De LED “outputs getoond
” op de kolom rechtsonder op
de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED
“inputs getoond
” oplicht, moet u de tuimelschakelaar op
de Diagnostische ACE indrukken om de LED “outputs
getoond” te laten oplichten.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn de LEDs “inputs
getoond” en “outputs getoond” enige malen beurtelings te
laten oplichten om de volgende stap uit te voeren. Om de
LED’s beurtelings te laten oplichten, drukt u de
tuimelschakelaar nog een keer in. Dit kunt u zo vaak doen
als nodig is. Houd de knop niet ingedrukt.
6. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste functie
van de machine. Als de juiste output-LED’s gaan
branden, duidt dit erop dat de ECU die functie
inschakelt. (Raadpleeg de lijst op blz. 24 om zeker te
zijn van de gespecificeerde output-LEDs.)
Opmerking: Als een output-LED knippert, betekent dit dat
er elektrische problemen met die OUTPUT zijn. U moet
defecte elektrische onderdelen onmiddellijk repareren of
vervangen. Om een knipperende LED terug te stellen,
draait u het contactsleuteltje op “UIT” en daarna weer op
“AAN” en maakt u het foutengeheugen van het
besturingssysteem leeg (zie Foutengeheugen leegmaken).
Als er geen output-LEDs knipperen, maar de juiste
output-LEDs niet branden, moet u controleren of de
vereiste inputschakelaars in de stand zijn gezet die nodig is
om deze functie in te schakelen. Controleer of de
schakelaar correct functioneert
Als de output-LEDs branden zoals is gespecificeerd, maar
de machine niet naar behoren werkt, duidt dit op een defect
dat niet van elektrische aard is. Indien nodig repareren.
Opmerking: Als gevolg van een belemmering in het
elektrische systeem kan het voorkomen dat de output-LEDs
voor “START”, “VOORGLOEIEN” en “ETR/ALT” niet
gaan knipperen zelfs als deze functies te kampen hebben
met elektrische problemen. Als de storing van de machine
verband schijnt te houden met een van deze functies, moet
u het elektrische circuit doormeten met een spannings-/
weerstandsmeter om te controleren of deze functies niet te
kampen hebben met elektrische problemen.
Als een inputschakelaar in de juiste stand staat en naar
behoren functioneert, maar de output-LEDs niet correct
branden, duidt dit op een probleem in de ECU. In dit geval
dient u contact op te nemen met uw Toro-dealer voor hulp.