Operator's Manual

g008891
Figuur34
1.Ontluchtschroefbrandstonjectiepomp
5.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandAAN.
Deelektrischebrandstofpompbeginttewerken.
Hierbijkomterluchtbijdeontluchtschroefnaar
buiten.
Opmerking:LaathetsleuteltjeopAANstaan
totdatereenvollestraalbrandstofbijdeschroef
naarbuitenkomt.
6.Zetdeschroefweervastendraaihetsleuteltje
opUIT.
Opmerking:Normaalgesprokenzaldemotorna
bovenstaandeontluchtingsprocedurestarten.Indien
demotorechternietstart,kanerluchttussende
injectiepompendeinjectorszitten;zieInjectors
ontluchten(bladz.45).
Werkingvanhet
diagnoselampje
Demachineisuitgerustmeteendiagnoselampjedat
aangeeftdathetelektronischebesturingssysteemeen
elektrischestoringregistreert.Hetdiagnoselampje
bevindtzichopdebedieningspaneel(Figuur
35).Alshetelektronischebesturingssysteem
correctfunctioneertenuhetcontactsleuteltjein
destandAANzet,zalhetdiagnoselampjevan
hetbesturingssysteem3secondenbrandenen
daarnadovenomaantegevendathetlampjenaar
behorenwerkt.Alsdemotorafslaat,blijfthetlampje
onafgebrokenbrandentotdatuhetsleuteltjeineen
anderestanddraait.Hetlampjegaatknipperen
alshetbesturingssysteemeenelektrischestoring
ontdekt.Hetlampjehoudtopmetknipperenenwordt
automatischopnieuwingesteldalsuhetsleuteltje
naardestandUITdraaitzodradestoringverholpenis.
g020251
Figuur35
1.Diagnoselampje
Alshetdiagnoselampjevanhetbesturingssysteem
knippert,heefthetbesturingssysteem1vande
volgendeproblemenontdekt:
Kortsluitingineenvandeoutputs.
Eenopenkringineenvandeoutputs.
Metbehulpvanhetdiagnostischedisplaykuntu
vaststellenwelkeoutputslechtfunctioneert;zieDe
interlockschakelaarscontroleren(bladz.31).
Alshetdiagnoselampjenietbrandtwanneerhet
contactsleuteltjeopAANstaat,betekentditdathet
elektronischebesturingssysteemnietwerkt.Mogelijke
oorzakenzijn:
Dekringloopisnietaangesloten.
Hetlampjeisdoorgebrand.
Zekeringenzijndoorgebrand.
Hetlampjewerktnietnaarbehoren.
Controleerdeelektrischeaansluitingen,
ingangszekeringenenhetpeertjevanhet
diagnoselampjeomhetdefectvasttestellen.
Controleerofdekringloopstekkerisbevestigdaan
destekkervandekabelboom.
Hoehetdiagnostische
ACE-displaywerkt
Demachineisuitgerustmeteenelektronisch
besturingssysteemdatdemeestefunctiesvande
machineregelt.Hetbesturingssysteembepaaltwelke
functienodigisvoordeverschillendeinputschakelaars
(d.w.z.stoelschakelaar,contactschakelaar,enz.)en
schakeltdeoutputsinomdesolenoïdesofrelaisvoor
devereistefunctievandemachinetebekrachtigen.
Omervoortezorgendathetelektronische
besturingssysteemdemachinebestuurtzoalswordt
vereist,moetendesolenoïdesenrelaisvande
outputszijnaangeslotenencorrectfunctioneren.
30