Operator's Manual
•GebruikB5(biodieselinhoud5%)ofmengselsmet
eenlagerpercentageinkoudweer.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kanhetbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
•Neemcontactopmeteendealervoor
meerinformatieoverbrandstoffenmeteen
biodieselmengsel.
Brandstoftankvullen
Inhoudbrandstoftank:ongeveer42liter.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,laatdemaai-eenhedenzakken,stel
deparkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltjeuitdecontactschakelaar.
2.Maakdeomgevingvandedopvande
brandstoftankschoon(Figuur31).
g191214
Figuur31
1.Dopvanbrandstoftank
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
4.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis.
Opmerking:Gietdebrandstoftankniettevol.
5.Plaatsdaarnadedopterug.
6.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.38).
Deinterlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Belangrijk:Alseeninterlockschakelaarniet
werkt,moetucontactopnemenmetuwerkende
Toro-distributeurverdeler.
Demachinevoorbereiden
1.Rijdemachinelangzaamnaareenopenterrein.
2.Laatdemaai-eenhedenzakken,zetdemotoraf
ensteldeparkeerreminwerking.
Deinterlockvoorhettractiepedaal
bijstartencontroleren
1.Opdebestuurdersstoelgaanzitten.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Drukdeschakelaarvandemaaiaandrijvingin
destandUITSCHAKELEN.
4.Drukhettractiepedaalin.
5.DraaihetsleuteltjenaardestandSTART.
Opmerking:Destartmotormagdemotorniet
latendraaienmeteeningetrapttractiepedaal.
Deinterlockvoordeschakelaar
vandemaaiaandrijvingbijstarten
controleren
1.Opdebestuurdersstoelgaanzitten.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Drukdeschakelaarvandemaaiaandrijvingin
deINGESCHAKELDEstand.
4.Raakmetuwvoethettractiepedaalnietaan.
5.DraaihetsleuteltjenaardestandSTART.
Opmerking:Destartmotormagdemotorniet
latendraaienwanneerdeschakelaarvande
27










