Operator's Manual

3.Alsdeveerisontspannen,verwijdertudebout
endeborgmoerwaarmeedeactuatorvande
veerisbevestigdaandebeugel(Figuur37).
g034346
Figuur37
1.Veer3.Locatiesvanbijkomende
gaten
2.Actuatorvanveer
4.Plaatsdeactuatorvandeveerinhetgewenste
gatenzetdezevastmetdeboutende
borgmoer.
5.Herhaaldezeprocedurebijdeandereveer.
Hetbrandstofsysteem
ontluchten
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2.Ontgrendelenopendemotorkap.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijn
dieselbrandstofenbrandstofdampen
uiterstontvlambaarenexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkan
brandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
Gebruikeentrechteroftuit;brandstof
uitsluitendindeopenluchtbijeen
afgezetteofkoudemotorbijvullen.
Eventueelgemorstebrandstof
opnemen.
Vuldebrandstoftankniethelemaal.
Vuldebrandstoftanktotdathetpeil
6mmtot13mmvandeonderkant
vandevulbuisstaat.Ditgeeftde
brandstofindetankruimteomuitte
zetten.
Rooknooitwanneerumetbrandstof
bezigbentenhouddebrandstofweg
vanopenvlammenofvonken.
Bewaardebrandstofinschone,
veiligeengoedgekeurdecontainers
enzorgdatdedopopzijnplaatsblijft.
3.Draaideontluchtschroefopdebrandstonjec-
tiepompopen(Figuur38).
g008891
Figuur38
1.Ontluchtschroefbrandstonjectiepomp
4.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandAAN.
Deelektrischebrandstofpompbeginttewerken.
Hierbijwordterluchtbijdeontluchtschroefnaar
buitengeperst.
Opmerking:LaathetsleuteltjeopAANstaan
totdatereenvollestraalbrandstofbijdeschroef
naarbuitenkomt.
32