Operator's Manual
Gebruiksaanwijzing
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietnaarbehorenwerken.
•Controleervoordatubeginttemaaienaltijdde
machineomzekertezijndatdemaai-eenheden
ingoedestaatzijn.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede
machinekanuitwerpen.
Brandstofveiligheid
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen
kunnentotontplofngkomen.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magude
brandstofdopnietverwijderenofgeenbrandstof
toevoegen.
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.36).
Deparkeerremcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Startdemotor,brengdemaai-eenheden
omhoog,zetdeparkeerremvrijenrijdde
machinenaareenopen,vlakterrein.
2.Steldeparkeerreminwerking(Figuur28).
g332418
Figuur28
3.Traphettractiepedaalinomvooruitterijden.
Opmerking:Indiendemachinevooruitrijdt
metdeparkeerremingeschakeld,moetude
parkeerremafstellen;zieParkeerremafstellen
(bladz.49).
Opmerking:Indienuvooruitrijdtmetde
machineterwijldeparkeerremingeschakeldis,
zaldemotorwordenuitgeschakeld.
4.Indienudeparkeerremhebtafgesteld,herhaalt
ustap2en3.
Opmerking:Indiendemachinevooruitrijdt
terwijldeparkeerremingeschakeldis:
voeronderhoudwerkzaamhedenuitaande
parkeerremmen,controleerdelinkerenrechter
remkoppelingopbeschadigingencontroleerhet
draaipuntvanderemhendelopbeschadiging;
24










