Operator's Manual
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheden,
deaandrijvingen,degeluiddempers,de
koelschermenenhetmotorcompartimentom
brandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen
brandstofop.
•Zorgervoordatdebrandstofafsluitklepisgesloten
alsudemachinestaltofsleept.
•Schakeldeaandrijvingvanhetwerktuiguitalsu
demachinesleeptofnietgebruikt.
•Onderhoudenreinigdeveiligheidsgordel(s)indien
nodig.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v.vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
Debevestigingspunten
zoeken
g198911
Figuur42
1.Bindogen
Demachinetransporteren
•Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof
vrachtwagen.
•Maakdemachinestevigvast.
Demachineslepen
Innoodgevallenkuntudemachineovereenkorte
afstandslepen.Torobeveeltditechternietaanals
standaardprocedure.
Belangrijk:Umagdemachinenietsneller
dan3tot4kmperuurslepenomdatanders
hetaandrijfsysteemkanwordenbeschadigd.
Alsdemachineovereengroteafstandmoet
wordenverplaatst,moetudezevervoerenopeen
vrachtwagenofeenaanhanger.
1.Ganaarhetomloopventielopdepomp(Figuur
43)endraaideze90°.
g008892
Figuur43
1.Omloopklep
2.Voordatudemotorstart,moetuhet
omloopventielsluitendoordeze90°(¼slag)te
draaien.
Belangrijk:Umagdemotornietstartenals
hetventielopenis.
36










