FORM NO. 3321-717 Rev A MODELNR. 03857—80001 & HOGER MODELNR. 03858—80001 & HOGER MODELNR.
Specificaties CONSTRUCTIE MESSENKOOIEN: Fairway messenkooien. 5, 7 of 11 messen, geheel gelast. BEREIK MAAIHOOGTE: 5 messen: 19 mm tot 38 mm 7 messen: 12,7 mm tot 28 mm 11 messen: 9,5 mm tot 19 mm MAAIFREQUENTIE: 9,5 mm–31,7 mm. Het toerental van de messenkooien wordt automatisch aangepast om de juiste maairesultaten te behalen. Het toerental van de messenkooi wordt voortdurend berekend op basis van de werkelijke voorwaartse snelheid, het type messenkooi (aantal messen) en de maaihoogte.
Het afstellen van de maai-eenheid BELANGRIJK: Lees deze gebruikershandleiding grondig door alvorens de maai-eenheid in gebruik te nemen. Indien dit wordt verzuimd, kan dit tot gevolg hebben dat de maai-eenheid wordt beschadigd of dat de maaikwaliteit te wensen overlaat. HET UITLIJNEN VAN DE SNIJPLAAT OP DE MESSENKOOI (Afb. 24) 1. BELANGRIJK: Toro adviseert nadrukkelijk een uitlijnplaat te gebruiken bij het samenstellen of afstellen van elk type maai-eenheid.
5. Draai lichtjes de (2) borgmoeren los waarmee de naaf van het draaipunt links aan de zijplaat is gemonteerd (Afb. 4). HET AFSTELLEN VAN DE STAND VAN DE MAAI-EENHEID 6. Draai de stelschroef van de naaf van het draaipunt rond totdat er aan de linker zijde een iets grotere opening ontstaat tussen de messen van de messenkooi en de snijplaat dan aan de rechter zijde (Afb. 4). 7. Steek een lange strook droog krantenpapier aan de rechter zijde van de messenkooi tussen de messenkooi en de snijplaat.
Gewenste maaihoogte Positiegaten achter Boven Onder Gat zijplaat achterste maai-eenheid 1 2 3 4 5 6 ••Draadafstand ••Draadafstand achter “R” voorste roller “F” *9,5 mm X X 13,5 mm 13,9 mm *12,7 mm X X 14,2 mm 9,1 mm 15,9 mm X X 17,5 mm 6,1 mm 19,0 mm X X 13,7 mm 2,8 mm 22,2 mm X X 17,0 mm 0,0 mm 25,4 mm X X 13,2 mm –3,6 mm 28,6 mm X X 16,5 mm –6,6 mm 31,8 mm X X 12,9 mm –9,7 mm 34,9 mm X X 16,0 mm –12,9 mm 12,5 mm –16,3 mm 38,1 mm X X *Optionele
VOORLOPIGE AFSTELLING MAAIHOOGTE EN VOORSTE ROLLER Bij het installeren van een maai-eenheid, of bij het afstellen of bij het aan de maai-eenheid installeren van een voorste of achterste roller, gaat u als volgt te werk: 1. Controleer of er contact is tussen messenkooi en snijplaat alvorens de maaihoogte af te stellen. 2. Selecteer de initiële positie van de voorste rollerbeugel en positiegaten van de achterste roller voor de gewenste maaihoogte (Afb. 5, 6 & overzicht). 3.
Afbeelding 11 Afbeelding 10 1. Schermvin 2. Grasscherm 3. Tapbout 1. Meetlat BELANGRIJK: Elke messenkooi moet consistent worden afgesteld. Kleine verschillen in de maaihoogte of de hoek tussen de maai-eenheden kunnen leiden tot een inconsistente maaikwaliteit. HET AFSTELLEN VAN GRASSCHERM EN VINNEN Stel grasscherm en/of de vinnen af in de gewenste hoek met het oog op het uitwerpen van het gras. Voor de beste verdeling voor de meeste condities: 1.
HET AFSTELLEN VAN DE STAND VAN DE MAAI-EENHEID 1 (MEETLAT MET TWEE SCHROEVEN) De stand van de maai-eenheid kan worden versteld of gecontroleerd met behulp van een meetlat, Toro Onderdeelnr. 98-1852, die is uitgerust met twee schroeven en drie positiegaten. De tweede schroef wordt gebruikt om in het middelste gat om de stand van de maai-eenheid te verstellen of te controleren: 1. Stel de voorste schroefhoogte af op de definitieve maaihoogte-afstelling (Afb. 12). 2.
Het wetten van de maai-eenheden GEVAAR GEVAAR De messenkooien kunnen stil komen te staan tijdens het wetten. Probeer niet de messenkooien met de hand opnieuw op gang te brengen, of deze aan te raken tijdens het wetten. Schakel de motor uit en verdraai de stelknop van de maaihoogte één positie richting “A”. Om lichamelijk letsel te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat u uit de buurt bent van de maai-eenheden voordat u verder gaat. 7.
Smering HET SMEREN VAN LAGERS, LAGERBUSSEN EN DRAAIPUNTEN Elke maai-eenheid is voorzien van (6) smeerpunten/nippels (Afb. 15) die regelmatig moeten worden gesmeerd met Nr.2 smeervet op lithiumbasis voor algemene doeleinden. Afbeelding 15 De in Afbeelding 15 aangegeven locaties voor de smeerpunten bevinden zich aan beide zijden van de maaieenheid. BELANGRIJK: Door de maai-eenheden onmiddellijk na een wasbeurt te smeren, wordt het water uit de lagers verwijderd en zorgt dit voor een verlengde levensduur.