FORM. NR. 3322-221 Rev A MODELNR. 03857 - 90001 & HOGER MODELNR. 03858 - 90001 & HOGER MODELNR. 03859 - 90001 & HOGER ¤ GEBRUIKERSHANDLEIDING MAAI-EENHEDEN MET 5, 7 & 11 MESSEN REELMASTER 6000 SERIE Om de maximale veiligheid en optimale prestaties te garanderen, en om vertrouwd te raken met het product, is het essentieel dat u of enig andere gebruiker van de machine en de maai-eenheden deze handleiding leest, en dat u de inhoudt ervan begrijpt voordat de motor wordt gestart.
Deze gebruikershandleiding bevat instructies betreffende veiligheid, bediening en onderhoud. Deze handleiding legt de nadruk op veiligheid, mechanische informatie en algemene productinformatie. GEVAAR, WAARSCHUWING en LET OP duiden op veiligheidsmededelingen. Waar het driehoekige waarschuwingssymbool staat afgebeeld, dient u de daarop volgende veiligheidsmededeling goed te begrijpen.
IDENTIFICATIE EN BESTELLING MODEL- EN SERIENUMMERS De maai-eenheid is voorzien van twee identificatienummers: een modelnummer en een serienummer. De twee nummers zijn in een plaatje gestanst dat zich in de linker zijplaat van de maaieenheid bevindt (Afb. 1). Vermeld in alle correspondentie betreffende de maai-eenheid de modelen serienummers om er zeker van te zijn dat de juiste informatie en reserveonderdelen worden verkregen.
Veiligheidsinstructies Het waarschuwingssymbool betekent LET OP, WAARSCHUWING of GEVAAR—“persoonlijke veiligheidsinstructie”. Lees de instructie en zorgt dat u hem begrijpt, want hij heeft te maken met veiligheid. Het negeren van de instructie kan leiden tot lichamelijk letsel. en de motor uit te schakelen. Controleer de maaieenheid op beschadigde onderdelen. Herstel eventuele schade voordat de maaimachine opnieuw gestart en gebruikt wordt. 8.
Veiligheid VEILIGHEIDS- EN INSTRUCTIE-AANDUIDING De onderstaande aanduiding bevindt zich op de maai-eenheid. Indien deze beschadigd of onleesbaar wordt dient u hem te vervangen. Het onderdeelnummer van de aanduiding staat hieronder en in uw onderdelencatalogus vermeld. Vervangende onderdelen kunnen worden besteld bij uw officiële Toro leverancier. OP AFDEKPLAAT AAN VOORZIJDE VAN DE MAAI-EENHEID (Onderdeelnr. 93-6688) Gevaar! De roterende messenkooi snijdt handen en voeten af.
Specificaties Messenkooiconstructie: Fairway messenkooien. Geheel gelast. 5, 7 of 11 messen. Bereik maaihoogte: 5 Messen—3⁄4" tot 11⁄2" (19–38 mm), 7 Messen—1⁄2" tot 11⁄8" (13–29 mm), 11 Messen—3⁄8" tot 3⁄4" (10–19 mm) Optionele apparatuur Maai-eenheid Voor Riet Modelnr. 03871 Grasmand Set Modelnr. 03882 Hoog Koppel Messenkooiaandrijving Onderdeelnr. 98-2448 NB: Gebruik snijplaat Onderdeelnr. 93-9774 voor maaihoogtes van minder dan 1⁄2" (13 mm). Berm Wiehle Roller Onderdeelnr.
Afstelinstructies BELANGRIJK: Lees deze gebruikershandleiding grondig voordat u de maai-eenheid in gebruik neemt. Nalatigheid in dit verband kan leiden tot beschadigingen aan de maai-eenheid of een onbehoorlijke maaikwaliteit. 2. Om de vinnen af te stellen (Afb. 3), haakt u ze los en verplaatst u de voorste bevestigingsuitsteeksels in de schuine of rechte positiegleuf.
Afstelinstructies 1 NB: Naarmate de opening (C) tussen de veerbeugel en de volgring TOENEEMT, neemt de vrije hoogte boven de grond van de maai-eenheid AF en neemt de rotatiehoek (B) van het draagframe/de maaieenheid TOE. 2 Afbeelding 4 1. Achterste afdekplaat 2. Achterste tapbout HET AFSTELLEN VAN DE GAZONCOMPENSATIEVEER De gazoncompensatieveer (Afb.
Het afstellen van de maaihoogte BELANGRIJK. Om de juiste maaihoogte-instelling te verzekeren, moeten onderstaande procedures in deze volgorde worden uitgevoerd: 1 A. Het afstellen van de snijplaat op de messenkooi (uitlijnen) B. Het afstellen van de stand van de maai-eenheid C. Het uitlijnen van de voorste roller D. Het afronden van het afstellen van de maaihoogte BELANGRIJK: Elke maai-eenheid moet consistent zijn afgesteld.
Het afstellen van de maaihoogte NB: Controleer nogmaals of het papier nog steeds aan beide uiteinden van de messenkooi wordt doorgesneden, om te controleren of de snijplaat niet is verschoven tijdens het vastzetten van de borgmoeren van het draaipunt. B. HET AFSTELLEN VAN DE STAND VAN DE MAAI-EENHEID 2 3 1 4 BELANGRIJK: De “stand” van de maai-eenheid heeft een belangrijke invloed op de prestaties. Met de stand wordt bedoeld de hoek van het mes ten opzichte van de grond (Afb. 9).
Het afstellen van de maaihoogte onderdelen van de maai-eenheid aan het gazon gaan trekken, waardoor plukken kunnen ontstaan. Daarom is de aanbevolen minimale stand 1 graad. Deze afstand is gemeten tussen de onderzijde van het midden-gietstuk en de bovenzijde van het stanggietstuk (Afb. 11). Voor het afstellen van een consistente stand van de maaieenheid adviseert Toro nadrukkelijk een meetlat met twee schroeven te gebruiken, Toro onderdeelnr 98-1852 (Afb. 10).
Het afstellen van de maaihoogte TABEL 1—INFORMATIE AFSTELLEN NIEUWE MAAI-EENHEID Gewenste maaihoogte • Gewenste stand Gewenste stand tweede schroef “A” (Afb. 14) Voorste roller “B” (Afb. 11) Gat beugel achtersteun (Afb. 12) Gat zijplaat (Afb. 11) Optionele snijplaat voor lage maaihoogte, Toro onderdeelnr. 93-9774, is nodig voor maaihoogten onder 13 mm NB: Voor afstanden voor de voorste roller (“B”) van meer dan 38 mm, wisselt u de lange en korte stelmoeren om voor een betere ondersteuning (Afb.
Het afstellen van de maaihoogte EERSTE METHODE (Hoekindicator): 1. Kantel de maai-eenheid achterover om toegang te krijgen tot de messenkooi en de snijplaat. 2. Plaats een hoekindicator, Toro onderdeelnr. 993503, op de snijplaat en meet de hoek van de snijplaat (Afb. 15). 1 1 2 Afbeelding 13 1. Eerste schroef 2. Tweede schroef Afbeelding 15 1. Hoek van de snijplaat 3. Gebruik een meetlat met twee schroeven, Toro onderdeelnr. 98-1852, stel de gewenste maaihoogte af met de eerste schroef. 4.
Het afstellen van de maaihoogte 3. 3 Plaats de meetlat over de voorste en achterste rollers. De kop van de eerste schroef moet net over de rand van de snijplaat vallen, terwijl de meetlat de voorste roller raakt (Afb. 17). NB: De achterste roller hoeft geen contact te maken met de meetlat. 1 1 2 Afbeelding 16 1. Eerste schroef 2. Tweede schroef 3. Hoek van de meetlat 6. Hoek van de snijplaat (stap 2) – Hoek van de meetlat (stap 5) = Stand van de maai-eenheid (graden) Afbeelding 17 7.
Het afstellen van de maaihoogte TABEL 2—INFORMATIE AFSTELLEN GEBRUIKTE MAAI-EENHEID Stand (graden) 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9. 2 Hoogteverschil schroeven (inch) (mm) 0,028 0,057 0,085 0,114 0,142 0,171 0,200 0,228 0,72 1,44 2,16 2,89 3,61 4,34 5,07 5,80 Zet de eerste schroef terug in de normale positie (kop van de schroef valt over de snijplaat) en stel de gewenste maaihoogte in (Afb. 17). 10. Plaats de meetlat over de voorste en achterste rollers.
Het afstellen van de maaihoogte CONTACT OVER DE GEHELE LENGTE VAN DE VOORSTE ROLLER EN DE MESSEN VAN DE MESSENKOOI LIJNT DE VOORSTE ROLLER UIT OP DE MESSENKOOI Afbeelding 21 2 1 Afbeelding 20 1. VLAKKE PLAAT (VLAK MATERIAAL VAN 1" X 20" X 30" GEADVISEERD) 2. MATERIAAL LAT (MATERIAAL GEADVISEERD 11" X 3/4") 3. Kantel de maai-eenheid voorover (op de messen en de stalen lat) totdat de voorste roller de vlakke plaat raakt. De messen en de snijplaat moeten in contact blijven met de lat (Afb. 20). 4.
Het afstellen van de maaihoogte NB: De hoogte van de tweede schroef werd bepaald in sectie B: Het afstellen van de stand van de maaieenheid. 1 1 Afbeelding 24 1. Borgmoer (beide zijden) 2 5. Afbeelding 23 1. Eerste schroef 2. Tweede schroef 3. 4. Als er een opening bestaat tussen de roller en de meetlat, of als de meetlat vanwege de achterste roller geen contact maakt met de snijplaat, gaat u als volgt te werk: Draai de borgmoeren aan de achterste zijbeugels los (Afb. 24).
Wetten 5. GEVAAR GEVAAR: Om lichamelijk letsel te vermijden mag u nooit handen of voeten in de buurt van de messenkooien brengen terwijl de motor loopt. Door het toerental te veranderen tijdens het wetten kunnen de messenkooien tot stilstand komen. Verander het toerental van de motor nooit tijdens het wetten. Wet uitsluitend met een stationair motortoerental. Probeer nooit de messenkooien met de hand of met de voeten te draaien terwijl de motor loopt.
Wetten “A”. Zet vervolgens de schakelaar Enable/Disable [inschakelen/uitschakelen] op de positie disable [uitschakelen] en daarna op de positie enable [inschakelen]. Om verder te gaan met wetten zet u de hendel Lower Mow/Lift [neerlaten maaien/ophalen] naar voren. 10.
Onderhoud snijplaat door de stelknop van de snijplaat (Afb. 28) tegen de wijzers van de klok in te draaien totdat er geen contact meer is. SMERING Elke maai-eenheid is voorzien van (7) smeerpunten (Afb. 27) die regelmatig gesmeerd moeten worden met Nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. 1 De smeerpunten zijn de voorste roller (2), de achterste roller (2), het lager van de messenkooi (2) en de afstelling van de snijplaat. BELANGRIJK.
Onderhoud NB: De lagers van de messenkooien hoeven niet vooraf gevuld te worden Door de stelmoer van het lager van de messenkooi te vast aan te halen zullen de lagers van de messenkooien worden beschadigd. C. Haal de stelschroef weer aan waarmee de stelmoer van het lager is bevestigd aan de lagerbehuizing. 1 2 Afbeelding 30 1. Stelschroef 2. Stelmoer lager Het afstellen van het centrale afstelmechanisme Als het centrale afstelmechanisme (Afb.