Form No. 3451-367 Rev A Reelmaster® 3555, 3575 en 3550 tractie-eenheden Modelnr.: 03820—Serienr.: 410200000 en hoger Modelnr.: 03821—Serienr.: 410200000 en hoger Modelnr.: 03910—Serienr.: 410200000 en hoger Opmerking: Registreer uw product op www.Toro.com.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
De bevestigingspunten zoeken......................... 37 De machine transporteren ................................ 37 Onderhoud .............................................................. 38 Veiligheid bij onderhoud.................................... 38 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 38 Controlelijst voor dagelijks onderhoud .............. 40 Procedures voorafgaande aan onderhoud ........... 41 Vóór onderhoudswerkzaamheden.................... 41 Accudeksel verwijderen.............
Veiligheid Veiligheid van de messen ................................. 63 Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren................................ 63 De optionele meetstaaf gebruiken .................... 63 Maai-eenheden wetten ..................................... 64 Reiniging ............................................................. 66 De machine wassen ......................................... 66 Stalling ....................................................................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Modellen 03821 en 03910 decalbatterysymbols Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. decal106-6755 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5.
decal120-0627 120-0627 1. Gevaar op snijwonden of verminking, rotorblad – hou afstand tot bewegende delen, laat alle beveiligingen op hun plaats. decal125-6688 125-6688 1. Explosiegevaar – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik geen startvloeistof. decal136-3702 136-3702 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; draag een veiligheidsgordel; de rolbeugel niet verwijderen. decal133-8062 133-8062 6 2. Waarschuwing – Voer geen aanpassingen uit aan de rolbeugel.
decal120-1683 120-1683 4. Waarschuwing – Parkeer niet op een helling; stel de parkeerrem in werking, laat de maai-eenheden neer, zet de motor af en verwijder het sleuteltje voordat u de machine verlaat. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de 5. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. machine gaat slepen. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; alle bestuurders moeten instructie hebben ontvangen voordat zij de machine bedienen. 3.
decal120-2105 120-2105 1. Breng de maai-eenheden omlaag. 5. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het starten van de motor – Ga op de bestuurdersstoel zitten; draai het contactsleuteltje op de stand voorverwarmen; wacht tot het lampje van de elektrische voorverwarming dooft; draai het sleuteltje naar de startstand en zet de parkeerrem vrij. 2. Breng de maai-eenheden omhoog. 6.
Modellen 03910 en 03820 decal121-7884 121-7884 1. Afstelling van messenkooi met 8 messen 3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de afstelling van de messenkooi. 2. Afstelling van messenkooi met 11 messen Model 03821 decal133-4901 133-4901 1. Afstelling van messenkooi met 8 messen 3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de afstelling van de messenkooi. 2.
Model 03910 Aanbrengen op onderdeelnr. 120-1683 voor een CE-machine decal121-7928 121-7928 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
Modellen 03820 en 03821 Aanbrengen op onderdeelnr. 120-1683 voor een CE-machine decal138-1186 138-1186 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker.
decal136-3718 136-3718 1. Accu 2. Controleer om de 8 bedrijfsuren. 8. Motoroliepeil 15. Toerental messenkooi 9. Motorkoelvloeistof 16. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over smering. 10. Radiateurscherm 17. Vloeistoffen 4. Bandenspanning 11. Motorolie 18. Capaciteit 5. Parkeerrem 12. Luchtfilter van motor 19. Vloeistofinterval (bedrijfsuren) 6. Hydraulische vloeistof 13. Brandstof/waterafscheider 20. Filterinterval (bedrijfsuren) 7. Riem 14.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoeveelheid Procedure Omschrijving 1 Rechter slanggeleider (model 03820 en 03821) Linker slanggeleider (model 03820 en 03821) 2 3 4 5 6 Gebruik 1 De maai-eenheden monteren. 1 Geen onderdelen vereist – De gazoncompensatieveer afstellen. Geen onderdelen vereist – De bandenspanning afstellen. Kickstandaard van maaidek 1 De kickstandaard van het maaidek gebruiken.
1 De maai-eenheden monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rechter slanggeleider (model 03820 en 03821) 1 Linker slanggeleider (model 03820 en 03821) De machine en de maai-eenheden voorbereiden 1. 2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en neem het sleuteltje uit de contactschakelaar. g019938 Figuur 3 Haal de motoren van de messenkooien uit de transportbeugels. 1. Contragewicht 3.
2. Verwijder de flensmoer waarmee de bout van de veerbuis is bevestigd aan de lip op het draagframe (Figuur 4) en verwijder het geheel. 3. Monteer de bout van de veerbuis aan de andere lip op het draagframe en zet deze vast met de flensmoer. Opmerking: Plaats de kop van de bout aan de buitenkant van de lip, zoals wordt getoond in Figuur 4. g003967 Figuur 5 1. Andere lip op draagframe 4. g015160 Figuur 7 2. Stangbeugel 1. Slanggeleider (linkerversie 3.
g003979 Figuur 11 1. Lunspen van as van hefarm en ring g003975 Figuur 9 1. Borgpen 3. 2. Kapje Als u een voorste maai-eenheid monteert, moet u de maai-eenheid onder de hefarm schuiven, terwijl u de as van het draagframe in het juk van het draaipunt van de hefarm steekt (Figuur 10). 2. Plaats het juk van de hefarm op de as van het draagframe (Figuur 10). 3. Steek de as van de hefarm in de hefarm en zet deze vast met de ring en de lunspen (Figuur 11). De maai-eenheden aan de hefarmen monteren 1.
2. Smeer olie op de O-ring van de motor van de messenkooi en plaats deze op de flens van de motor. 3. Plaats de motor door deze rechtsom te draaien zodat de borgmoeren niet in de weg zitten van de flenzen van de motor (Figuur 13). Belangrijk: Zorg ervoor dat de slangen van de motor van de messenkooi niet zijn verdraaid, geknikt of het risico lopen te worden afgekneld. 1. Lijn de machine recht naar voren uit en stel de parkeerrem in werking. 2.
3 De bandenspanning afstellen Geen onderdelen vereist Procedure Stel de bandenspanning van elke band af; raadpleeg De bandenspanning controleren (bladz. 50). Opmerking: De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard opgepompt. 4 g020158 Figuur 15 De kickstandaard van het maaidek gebruiken 1. Kickstandaard van maaidek Bevestig de kickstandaard aan de kettingbeugel met de borgpen (Figuur 16).
5 De motorkapvergrendeling monteren CE-machines Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Vergrendelbeugel 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef (¼" x 2") 1 Borgmoer (¼") g012629 Figuur 18 1. Beugel van CE-vergrendeling 4. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. 5. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 18). 6. Haak de sluiting op de vergrendelbeugel van de motorkap (Figuur 19). Procedure 1.
2. Verwijder de rug en breng de sticker met het productiejaar aan op het frame dicht bij het plaatje met het serienummer zoals getoond in Figuur 21. 3. Veeg het linkerframe dicht bij de motorkapvergrendeling schoon met alcohol en laat het frame drogen (Figuur 22). g350021 Figuur 20 1. Moer 2. Arm van vergrendelbeugel 3. Bout 6 g352025 CE-stickers aanbrengen Figuur 22 1. CE-motorkapvergrendeling 2. CE-sticker (onderdeelnr.
2. Algemeen overzicht van de machine Verwijder de rug en breng de CE-waarschuwingssticker (onderdeelnr. 121-7928) aan over de standaard waarschuwingssticker zoals getoond in Figuur 23. Gevaarsticker aanbrengen Machinemodellen 03820 en 03821 1. Veeg de standaard waarschuwingssticker schoon met alcohol en laat het frame drogen (Figuur 24). g373521 Figuur 25 1. Motorkap 5. Instelhendel van de bestuurdersstoel 6. Voormaaidekken 7. Achtermaaidekken 2. Stoel 3. Bedieningsarm 4.
het pedaal bewegen of in de NEUTRAALSTAND zetten om de machine te stoppen. • De stand LOPEN/VOORVERWARMEN laat de motor Schuif voor maaien/transport • lopen of verwarmt de cilinderkop van de motor voor. De stand START stelt de startmotor in werking. Opmerking: Wanneer het sleuteltje in de stand Met uw hiel beweegt u de schuif voor maaien/transport (Figuur 26) naar links in de TRANSPORTSTAND of naar rechts in de MAAISTAND .
Lampje van wisselstroomdynamo Brandstofmeter Het lampje van de wisselstroomdynamo (Figuur 27) wordt uitgeschakeld wanneer de motor loopt. Als het lampje van de wisselstroomdynamo brandt wanneer de motor loopt, moet u het oplaadsysteem controleren en herstellen indien nodig. De brandstofmeter (Figuur 29) geeft aan hoeveel brandstof er in de tank zit. Indicator gloeibougie Het indicatielampje van de gloeibougie (Figuur 27) gaat branden als de gloeibougies ingeschakeld zijn.
Raadpleeg Maaisnelheid (toerental messenkooi) (bladz. 33) en Toerental van de messenkooien instellen (bladz. 34) voor informatie over hoe u de toerentalregeling van de messenkooi kunt aanpassen. Wethendel De wethendel regelt de richting waarin de maai-eenheden draaien wanneer u aan het maaien bent of wanneer u de messenkooien en de ondermessen wet (Figuur 30). • Zet de wethendel in de stand F wanneer u aan het maaien bent. • Zet de hendel in de stand R wanneer u de maai-eenheden wet.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing • Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik • Voor gebruik • Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk • Algemene veiligheid • Laat kinderen of personen die geen instructie • • • • • • • hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van alle bestuurders en technici.
De interlockschakelaars controleren • Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met een lager percentage in koud weer. • Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks VOORZICHTIG • Nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel kan het brandstoffilter een tijdlang verstopt raken.
De interlock voor het tractiepedaal en de dodemansinrichting van de stoel bij lopen controleren maaidekaandrijving in de stand INSCHAKELEN staat. De interlock voor de maai-/hefhendel en de startmotor bij starten controleren 1. Op de bestuurdersstoel gaan zitten. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Druk de schakelaar van de maaiaandrijving in de stand UITSCHAKELEN. 1. Op de bestuurdersstoel gaan zitten. 2. Stel de parkeerrem in werking. 4. Raak met uw voet het tractiepedaal niet aan. 3.
voer onderhoudwerkzaamheden uit aan de parkeerremmen, controleer de linker en rechter remkoppeling op beschadiging en controleer het draaipunt van de remhendel op beschadiging; zie Onderhoud van de parkeerremmen (bladz. 54). 5. 2. Verschuif de stoel in de gewenste stand en laat de hendel los om de stoel te vergrendelen in zijn stand. De stoelophanging verstellen De stoel kan worden versteld voor een soepele en comfortabele rit. Zet de stoel in een stand die voor u het meest comfortabel is.
• Voordat u de motor start: zorg dat alle • Doe altijd de veiligheidsgordel om. • Controleer aandachtig of er obstakels zijn waar u aandrijvingen in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt. • • Vervoer geen passagiers op de machine en houd omstanders en kinderen weg uit het werkgebied. • Gebruik de machine uitsluitend bij een goede zichtbaarheid zodat u kuilen en verborgen gevaren kunt vermijden. • • Gebruik de machine niet op nat gras.
– Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien er gevaren zijn, maait u de helling met een loopmaaimachine. werking stellen. Als u de motor 10 seconden achtereen hebt gestart, moet u 60 seconden wachten voordat u een nieuwe startpoging doet. – Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op de grond wanneer u werkt op hellingen. Als u de maai-eenheden omhoog brengt op hellingen, kan de machine onstabiel worden. 6.
g352635 Figuur 36 g352636 1. Schuif voor maaien/transport 2. Maaien Figuur 38 5. Gebruik de maai-/hefhendel om de maai-eenheden neer te laten (Figuur 35). 6. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. 1. Schakelaar van de maaidekaandrijving 3. Inschakelen 2. Maai-/hefhendel 4. Omlaag 4.
Belangrijk: Wees voorzichtig als u tussen objecten rijdt zodat u de machine of de maai-eenheden niet per ongeluk beschadigt. Wees extra voorzichtig wanneer u de machine op hellingen gebruikt. Rij langzaam en maak geen scherpe bochten om omkantelen te voorkomen. Opmerking: U kunt de maai-eenheden niet omlaagbrengen terwijl u de machine gebruikt in de transportmodus. g352480 Figuur 39 1. Transporteren 2.
decal133-4901 Figuur 41 Model 03821 1. Afstelling van messenkooi met 8 messen 3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de afstelling van de messenkooi. 2. Afstelling van messenkooi met 11 messen Toerental van de messenkooien instellen Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een gelijkmatig uiterlijk krijgt, moet u de toerentalregeling van de messenkooien (die zich onder de bestuurdersstoel bevindt) juist afstellen. 1.
gebruikt, moet u het messenkooitoerental verhogen voor betere grasvangprestaties. 3. Als de veer is ontspannen, verwijdert u de bout en de borgmoer waarmee de actuator van de veer is bevestigd aan de beugel (Figuur 44). g034346 Figuur 44 1. Veer 3. Locaties van bijkomende gaten 2. Actuator van veer g020259 Figuur 43 4. 1. Knop voor de toerentalregeling van de messenkooien 6. Sluit de kap van het platform. 5.
5. Tips voor bediening en gebruik Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN. De elektrische brandstofpomp loopt en perst bij de ontluchtschroef lucht naar buiten. Opmerking: Laat het sleuteltje op AAN staan totdat er een volle straal brandstof bij de schroef naar buiten komt. 6. Vertrouwd raken met de machine Voordat u gaat maaien, moet u zich op een open terrein oefenen in het gebruik van de machine. De motor starten en uitschakelen. Rij de machine vooruit en achteruit.
De bevestigingspunten zoeken De machine slepen In noodgevallen kunt u de machine over een korte afstand slepen. Toro beveelt dit echter niet aan als standaardprocedure. Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan met 3 tot 4 km per uur slepen omdat anders het aandrijfsysteem beschadigd kan raken. Als de machine over een grote afstand moet worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger. 1. Ontgrendel en open de motorkap. 2.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Opmerking: Download het elektrische of hydraulische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. Belangrijk: Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de motor en de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid voor verdere onderhoudsprocedures.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 200 bedrijfsuren • Voer onderhoud uit op het luchtfilter (vaker in zeer stoffige of vuile omstandigheden). • De wielmoeren aandraaien. • Controleer de afstelling van de parkeerrem. Om de 400 bedrijfsuren • De brandstofleidingen en aansluitingen controleren. • Brandstoffilterbus vervangen. • Onderhoud van de parkeerremmen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerde item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.1 Radiateur controleren op vuil.
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: Controle uitgevoerd door: Item Datum Informatie 1 2 3 4 5 Procedures voorafgaande aan onderhoud Vóór onderhoudswerkzaamheden g352635 Figuur 50 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Druk de schakelaar van de maaidekaandrijving in de stand UITSCHAKELEN (Figuur 49). 1. Schuif voor maaien/transport 2. Maaien 5. Zet de maai-/hefhendel naar voren (Figuur 49). 6.
De motorkap openen 1. Smering Maak de vergrendelingen aan de linker- en rechterkant van de motorkap los (Figuur 51). Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (dagelijks in stoffige, vuile omgevingen). Specificatie vet: Nr. 2 vet op lithiumbasis De machine heeft smeernippels die u regelmatig moet smeren. Bij gebruik in deze omstandigheden kan er vuil terechtkomen in de lagers en lagerbussen, hetgeen tot snellere slijtage kan leiden.
• Draaipunten en hefcilinders achterste hefarm (3 elke zijde); zie Figuur 56. g008902 Figuur 59 • Draaipunt riemspanning (Figuur 60) g200803 Figuur 56 • Draaipunten van maai-eenheden (2 elk); zie Figuur 57.
Onderhoud motor 2. Ontgrendel en open de motorkap. 3. Verwijder de peilstok (Figuur 61) en veeg deze af met een schone doek. Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden.
Motorolie verversen en filter vervangen 6. Vul het carter met olie; zie Aanbevolen motorolie (bladz. 44) en Het motoroliepeil controleren (bladz. 44). Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren 7. Sluit en vergrendel de motorkap. Om de 150 bedrijfsuren Onderhoud van het luchtfilter Carterinhoud: ongeveer 3,8 liter met filter 1. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz. 41). 2. Ontgrendel en open de motorkap en wacht tot de motor afgekoeld is.
g352235 Figuur 65 1. Luchtfilterdeksel 3. Rubberen uitlaatklep (vuiluitlaat) 2. Filterelement 4. Luchtfilterbehuizing 4. Verwijder het deksel van het luchtfilterhuis. 5. Voordat u het filter weghaalt, moet u met schone en droge perslucht onder lage druk (2,76 bar) grote hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat tussen de buitenkant van het voorfilter en de filterbus zit. Gebruik geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud van de brandstoftank Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar—Brandstoftank aftappen en reinigen. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz. 41). g336554 Figuur 66 De tank moet worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de machine voor langere tijd zal worden gestald. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen. 1. Waterafscheider/filterbus 3. Aftapventiel 2. Ontluchtingsplug 5.
Onderhoud elektrisch systeem en de motor niet start; zie Het Brandstofsysteem ontluchten (bladz. 35). 1. Voer indien mogelijk elke stap in Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz. 41) uit. 2. Ontgrendel en open de motorkap en als de motor te heet is, moet u wachten tot deze is afgekoeld. Veiligheid van het elektrisch systeem 3. Draai de buismoer los voor de brandstofleiding naar brandstofverstuiver nr. 1. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht.
3. Verwijder de vuldoppen van de accu. 4. Houd het accuzuur in de accucellen op peil met gedistilleerd of gedemineraliseerd water. Zekeringen Onderhoud van de zekerinhouder Opmerking: Vul de cellen niet hoger dan de 1. onderkant van de sleufring in elke cel. 5. Plaats de vuldoppen terug zodat de ventielen naar achteren wijzen (in de richting van de brandstoftank). 6.
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks GEVAAR Een te lage bandenspanning vermindert de stabiliteit van de machine op hellingen. Hierdoor kan de machine omkantelen, waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan ontstaan. g352298 Figuur 69 1. Dop 3. Zekeringhouder 2. Zekering (10 A) 3. Vervang de zekering (10 A). Pomp de banden niet te zacht op. 4. Monteer de dop op de lijnzekeringhouder ().
de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar. 2. positie van het bereik van de neutraalstand te bepalen. Krik een voorwiel en een achterwiel van de grond en plaats steunblokken onder het frame. WAARSCHUWING Als de machine niet goed is ondersteund, kan deze per ongeluk naar beneden vallen, waardoor iemand die zich eronder bevindt, letsel kan oplopen.
Onderhoud koelsysteem Belangrijk: De koelvloeistofconcentratie dient een mengsel te zijn dat half uit water, half uit koelvloeistof bestaat. Veiligheid van het koelsysteem • Bij voorkeur: Wanneer u koelvloeistof van • Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging • Voorkeursoptie: Indien er geen gedestilleerd een concentraat mengt, meng het dan met gedestilleerd water. veroorzaken; buiten het bereik van kinderen en huisdieren houden.
g352363 Figuur 72 g027618 1. Radiateur Figuur 71 1. Expansietank 5. Reinig beide zijden van de omgeving van de radiateur grondig met water of perslucht (Figuur 72). 6. Monteer het onderste radiateurscherm. 7. Sluit en vergrendel de motorkap. Opmerking: Als de motor koud is, behoort het koelvloeistofpeil ongeveer halverwege tussen de markeringen op de zijkant van de tank te staan. 4.
Onderhouden remmen De parkeerrem afstellen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. 1. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz. 41). 2. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 73). g332518 Figuur 74 1. Wielmoer 2. Wiel 2. 3. Naaf Herhaal stap 1 aan de andere kant van de machine.
De remtrommel en -schoenen schoonmaken Verwijder aan beide kanten van de machine gras, vuil en stof aan de binnenkant van de remtrommels, de remschoenen, de steunplaat (Figuur 78), en indien gemonteerd, het optionele grasscherm. g332520 Figuur 76 Machines met het optionele grasscherm 1. Borgmoer 3. As van wielmotor 2. Naaf en remtrommel 2. Herhaal stap 1 aan de andere kant van de machine. 3. Zet de parkeerrem vrij. 4.
g332545 Figuur 80 Machines met het optionele grasscherm 1. Steunplaat 2. g332560 2. As van remnok Figuur 81 1. Hendel van remnok Beweeg de parkeerremhendel naar boven en naar beneden om te controleren of de hendel voor de remnokhendel vrij beweegt (Figuur 81). Opmerking: Als de remnok vast komt te zitten, moet u de remnok herstellen of vervangen; raadpleeg de Onderhoudshandleiding van uw machine. 3. Herhaal stap 1 en 2 aan de andere kant van de machine. 4.
2. Controleer de scharnieras van de rem (Figuur 82) op beschadiging en slijtage. Als de scharnieras beschadigd of versleten is, moet u deze vervangen; raadpleeg de onderhoudshandleiding van uw machine. De wielnaaf en de remtrommel monteren 1. Maak de wielnaaf en de hydraulische motoras grondig schoon. 2. Plaats de schijfspie in de gleuf van de wielmotoras (Figuur 83). g332520 Figuur 85 Machines met het optionele grasscherm 1. Borgmoer 3. As van wielmotor 2. Naaf en remtrommel 4.
3. Verwijder de assteunen en breng de machine omlaag. Onderhoud riemen 4. Draai de wielmoeren kruislings aan met 95 tot 122 N∙m. 5. Draai de borgmoer vast met een torsie van 339 tot 372 N·m. Onderhoud van de riemen van de motor 6. Controleer de parkeerrem en stel deze indien nodig af; raadpleeg De parkeerrem controleren (bladz. 28). Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren.
5. Onderhoud bedieningsysteem Sluit en vergrendel de motorkap. De aandrijfriem van de hydrostaat vervangen 1. De maaisnelheid instellen Steek een dopschroevendraaier of een stukje buis in het uiteinde van de spanveer van de riem. WAARSCHUWING Wanneer u de aandrijfriem van de hydrostaat vervangt, moet u spanning van de veer halen, die onder zware belasting staat. Als u de spanning op een onjuiste manier van de veer haalt, kan dit leiden tot ernstig letsel. 1.
Onderhoud hydraulisch systeem Veiligheid van het hydraulische systeem • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem. g020336 Figuur 90 1.
Hydraulische vloeistof controleren Andere hydraulische vloeistoffen: Als de Toro PX Extended Life hydraulische vloeistof niet verkrijgbaar is, kunt u een andere conventionele, petroleumgebaseerde hydraulische vloeistof gebruiken die aan de volgende materiaaleigenschappen en de industrienormen voldoet. Gebruik geen synthetische vloeistof. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het peil van de hydraulische vloeistof.
Hydraulische vloeistof verversen 4. Vul het reservoir (Figuur 93) met ongeveer 22,7 liter hydraulische vloeistof; zie Specificaties hydraulische vloeistof (bladz. 60). Belangrijk: Gebruik uitsluitend de Onderhoudsinterval: Om de 2000 bedrijfsuren—Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
Onderhoud van maai-eenheid WAARSCHUWING Warme hydraulische vloeistof kan ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de hydraulische vloeistof afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het hydraulische systeem. Veiligheid van de messen Als u het filter vervangt, moet u een origineel Toro-filter (onderdeelnr. 86-3010) monteren.
g352088 Figuur 96 g004552 Figuur 95 1. Hoogtelat 2. Stelschroef voor maaihoogte 1. Sticker met tabel met messenkooitoerental (kap van platform) 4. Gaten voor instelling van de Groomer HOG 5. Ongebruikte opening 4. 3. Moer 2. Verdeelstuk van maaier Noteer de snelheid waarop de knop voor de toerentalregeling van de messenkooien is ingesteld. Maai-eenheden wetten WAARSCHUWING Contact met de maai-eenheden of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
De messenkooien en het ondermes wetten GEVAAR 6. Wanneer u het toerental van de motor tijdens het wetten verandert, kunnen de maai-eenheden tot stilstand komen. • Verander nooit het motortoerental tijdens het wetten van de messenkooien en de ondermessen. • Wet uitsluitend als de motor stationair loopt. 1. 2. de knop voor de toerentalregeling van de messenkooien af totdat de messenkooisnelheid stabiliseert. Zet daarna het toerental weer op stand 1 of de gewenste snelheid.
4. Stel de toerentalregeling van messenkooien in op de instelling die u hebt genoteerd in stap 4 van De machine voorbereiden (bladz. 64). Reiniging 5. Sluit het vloerpaneel. De machine wassen 6. Spoel alle wetpasta van de maai-eenheden. 7. Voor een betere snijrand moet u de voorkant van het ondermes bijvijlen als u klaar bent met wetten. Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel. U kunt een vod gebruiken wanneer u de machine wast.
Stalling C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro onderdeelnr. 505-47) of vaseline (petrolatum) op de kabelklemmen en de accupolen om corrosie te voorkomen. D. Laad de accu om de 60 dagen 24 uur lang op om loodsulfatie van de accu te voorkomen. Veiligheid tijdens opslag • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. De motor gebruiksklaar maken – Schakel de maai-eenheden uit en laat deze zakken. – Stel de parkeerrem in werking. 1.
Problemen, oorzaak en remedie Hoe het diagnostische ACE-display werkt De machine is uitgerust met een elektronisch besturingssysteem dat de meeste functies van de machine regelt. Het besturingssysteem bepaalt welke functie nodig is voor de verschillende inputschakelaars (d.w.z. stoelschakelaar, contactschakelaar, enz.) en schakelt de outputs in om de solenoïdes of relais voor de vereiste functie van de machine te bekrachtigen.
g004140 Figuur 101 1. Diagnostische ACE 6. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de motor niet. Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker heeft betrekking op de inputschakelaars en de groene tekst op de outputs. 7. De LED 'inputs getoond' op de kolom rechtsonder op de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED 'outputs getoond' oplicht, moet u de tuimelschakelaar op de Diagnostische ACE indrukken om de LED 'inputs getoond' te laten oplichten.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn de LEDs 'inputs getoond' en 'outputs getoond' enige malen beurtelings te laten oplichten om de volgende stap uit te voeren. Om de LED's beurtelings te laten oplichten, drukt u de tuimelschakelaar nog een keer in. U mag dit zo vaak doen als nodig. Houd de knop niet ingedrukt. 8. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste functie van de machine. Als de juiste output-LED gaan branden, duidt dit erop dat de ECM die functie inschakelt.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Onderdelen De Toro Company biedt de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden. Deze garantie geldt voor alle producten met uitzondering van beluchters (zie de afzonderlijke garantieverklaringen voor deze producten).