Form No. 3375-832 Rev C Reelmaster® 3550 tractie-eenheid Modelnr.: 03910—Serienr.: 313000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de dieselmotor van dit product bevatten bestanddelen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Belangrijk: De motor van dit product is niet uitgerust met een vonkenvanger.
Inhoud Brandstoffilterbus vervangen ...................................39 Injectors ontluchten................................................39 Onderhoud elektrisch systeem ....................................39 Onderhoud van de accu...........................................39 Zekeringen ............................................................40 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................40 De tractie-aandrijving afstellen voor de neutraalstand..................................
Veiligheid ◊ Onvoldoende grip van de wielen ◊ Te snel rijden Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997 (als de correcte stickers zijn aangebracht) en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), die van kracht zijn op het moment van productie.
• Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. • Alle werktuigkoppelingen uitschakelen, versnelling in de • • • • • • • • • • neutraalstand zetten en de parkeerrem in werking stellen voordat u de motor start. De motor mag uitsluitend worden gestart als de bestuurder op de stoel zit. Verwijder nooit de rolbeugel en draag altijd de veiligheidsgordel tijdens het gebruik. Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.
• Schakel de aandrijvingen uit, breng de maaidekken • • • • • • • Om vast te stellen op welke heuvels of hellingen veilig kan worden gewerkt, moet u de hellingentabel in de handleiding raadplegen. Het maaigebied moet worden geïnspecteerd volgens de procedure in het hoofdstuk Gebruiksaanwijzing van deze handleiding. De maximale hellingshoek is aangegeven op de sticker op de machine. omlaag, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
• • • • • • • handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de maaidekken, werktuigen en bewegende delen houden. Houd iedereen op afstand. risico van omrollen in zekere mate toe. Werk niet op een helling van meer dan 25 graden, omdat het risico dat de machine omrolt en de bestuurder ernstig lichamelijk of dodelijk letsel oploopt, zeer hoog is. Om beter in balans te kunnen blijven tijdens het sturen, moeten de maaidekken worden neergelaten als u hellingafwaarts rijdt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93–6688 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden - Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 117-3270 1.
9-3444 99–3444 1. Transportsnelheid 2. Maaisnelheid 120–2102 1. Lees de Gebruikershandleiding 120–1683 4. Waarschuwing – Parkeer nooit op een helling; stel de parkeerrem in werking, laat de maaidekken neer, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u de machine verlaat. 2. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voordat u de 5. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. machine gaat slepen. 1.
(Aanbrengen op onderdeelnr. 120–1686 120-1683 volgens Europese standaard*) * Deze veiligheidssticker waarschuwt voor gebruik op hellingen en moet worden aangebracht op de machine volgens de Europese veiligheidsnorm voor gazonmaaiers EN 836:1997. De aangegeven maximale hellinghoeken waarbij deze machine veilig kan worden gebruikt, zijn gebaseerd op deze norm. 4.
00 00 120–2105 1. Messenkooien neerlaten 5. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het starten van de motor — 1) Ga op de bestuurdersstoel zitten; 2) Draai het contactsleuteltje op de stand voorverwarmen; 3) Wacht tot het lampje van de elektrische voorverwarming dooft; 4) Draai het sleuteltje naar de startstand; 5) Zet de parkeerrem vrij. 2. Messenkooien omhoog brengen 10. Verlichting 6.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen. 10.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – Maaidekken monteren. Geen onderdelen vereist – Afstelling van de gazoncompensatieveer Waarschuwingssticker (120–1686) 1 EU-stickers aanbrengen indien vereist.
1 Maaidekken monteren Geen onderdelen vereist Figuur 4 1. Gazoncompensatieveer Procedure 3. Veerbuis 2. Stangbeugel 1. Haal de motoren van de messenkooien uit de transportbeugels. B. Verwijder de flensmoer waarmee de bout van de veerbuis is bevestigd aan de lip op het draagframe (Figuur 4). Verwijder het geheel. C. Monteer de bout van de veerbuis aan de andere lip op het draagframe en zet deze vast met de flensmoer.
Figuur 8 1. Lynch-pen van as van draaipunt van hefarm en ring Figuur 6 1. Borgpen B. Plaats het juk van de hefarm op de as van het draagframe (Figuur 7). C. Steek de as van de hefarm in de hefarm en zet deze vast met de ring en de lynch-pen (Figuur 8). 10. Plaats het kapje op de as van het draagframe en het juk van de hefarm. 11. Zet het kapje en de as van het draagframe vast aan het juk van de hefarm met de borgpen.
Figuur 10 1. Aandrijfmotor van messenkooi g020164 2. Bevestigingsmoeren Figuur 11 2 1. Gazoncompensatieveer 3. Veerstang 2. Borgpen 4. Zeskantige moeren 2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 12,7 cm bedraagt (Figuur 11). Afstelling van de gazoncompensatieveer Opmerking: Als u werkt op oneffen terrein, moet de veer 2,5 cm langer zijn. De machine zal het grondoppervlak iets minder goed volgen.
1 4 2 De motorkapvergrendeling monteren (uitsluitend CE) Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Vergrendelbeugel 2 Popnagel 1 Ring 1 Schroef, 1/4 x 2 inch 1 Borgmoer, 1/4 inch G012629 Figuur 13 1. Beugel van CE-vergrendeling 2. Bout en moer 4. Lijn de ringen uit met de openingen aan de binnenzijde van de motorkap. Procedure 1. Haak de motorkapvergrendeling los van de beugel van de motorkapvergrendeling. 5. Bevestig de beugels en de ringen met de popnagels aan de motorkap (Figuur 13). 2.
3 2 1 G012631 Figuur 15 1. Bout 3. Arm van vergrendelbeugel 2. Moer 5 De kick-standaard van het maaidek gebruiken g020158 Figuur 16 1. Kick-standaard van maaidek Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Bevestig de kick-standaard aan de kettingbeugel met de borgpen (Figuur 17).
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Figuur 19 1. Borgschroef voor snelheid Hendel om stuurwiel te verstellen Trek de hendel om het stuur te verstellen (Figuur 18) naar achteren om het stuurwiel in de gewenste positie te zetten. Duw daarna de hendel naar voren om het stuur in deze positie te vergrendelen. Contactschakelaar Figuur 18 1. Tractiepedaal voor vooruit 3. Schuif voor maaien/transport 2. Tractiepedaal voor achteruit 4.
Gashendel ongeluk in beweging komt. Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u de hendel omhoog duwen. De motor stopt als u het tractiepedaal indrukt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld. Zet de hendel (Figuur 20) naar voren om de motorsnelheid te verhogen en naar achteren om de snelheid te verlagen. Activerings-/blokkeringsschakelaar Diagnoselampje De activerings-/blokkeringsschakelaar (Figuur 20) wordt in combinatie met de maai-/hefhendel gebruikt om de maaidekken te bedienen.
Toerenregelknop messenkooien om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Met de toerentalregeling van de messenkooien kunt u het toerental van de maaidekken regelen (Figuur 23). U verhoogt het toerental door de knop linksom te draaien.
Gebruiksaanwijzing 4. Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de vuldop (Figuur 25) en vult u bij met kleine hoeveelheden olie totdat het oliepeil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het peil. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van Verwijder dagelijks het vuil van de radiateur/oliekoeler (Figuur 27). Reinig de radiateur/oliekoeler elk uur als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt; zie Het koelsysteem reinigen. tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. • Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst 1. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank schoon (Figuur 26). 2.
Opmerking: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Één flesje is voldoende voor 15-22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer, Onderdeelnr. 44-2500.
de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt aanvaardbaar is geweest. Er moet over de volle lengte een licht contact tussen de messenkooi en de snijplaat zijn (zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen in de gebruikershandleiding ). Om de stoel te verstellen, draait u de knop in een van beide richtingen om de meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 30). De rugleuning verstellen Bandenspanning controleren De rugleuning kan worden versteld zodat u kunt rijden in een comfortabele stand.
Starten en stoppen van de motor en draai het contactsleuteltje naar de stand Uit. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start. U moet mogelijk het brandstofsysteem ontluchten als één van de volgende situaties zich heeft voorgedaan (raadpleeg Brandstofsysteem ontluchten): • Eerste keer starten van een nieuwe motor. • De motor is gestopt omdat de brandstof op was. • Er zijn onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd aan onderdelen van het brandstofsysteem; bijv.
Toerental van de messenkooien instellen 1. Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken zijn ingesteld. Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de toerentalregeling van de messenkooien (die zich onder de bestuurdersstoel bevindt) juist is afgesteld. U stelt het toerental als volgt in: 3.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact GEVAAR In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of materiële schade veroorzaken. 2. Steek een buis of gelijksoortig voorwerp op het uiteinde van de lange veer om de spanning op de veer tijdens de afstelling op te heffen (Figuur 33).
Werking van het diagnoselampje Display van Diagnostische ACE De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat aangeeft dat het elektronische besturingssysteem een elektrische storing registreert. Het diagnoselampje bevindt zich op de bedieningspaneel (Figuur 35). Als het elektronische besturingssysteem correct functioneert en het contactsleuteltje in de stand Aan staat, zal het diagnoselampje van het besturingssysteem 3 seconden branden en daarna doven om aan te geven dat het lampje naar behoren werkt.
8. Laat elke schakelaar afzonderlijk van de open naar de gesloten stand gaan (d.w.z. neem plaats op de stoel, trap het tractiepedaal in, enz.) en controleer of de juiste LED op de Diagnostische ACE gaat knipperen als de corresponderende schakelaar wordt gesloten. Herhaal deze procedure bij elke schakelaar die met de hand van de open in de gesloten stand kan worden gezet. 9.
Tips voor bediening en gebruik Opmerking: Als de juiste output-LEDs niet branden,moet u controleren of de vereiste inputschakelaars in de stand zijn gezet die nodig is om deze functie in te schakelen. Controleer of de schakelaar correct functioneert Als de output-LEDs branden zoals is gespecificeerd, maar de machine niet naar behoren werkt, duidt dit op een defect dat niet van elektrische aard is. Indien nodig repareren.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • De wielmoeren aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • De wielmoeren aandraaien. • De conditie en de spanning van alle riemen controleren. • Hydraulisch filter vervangen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Motorolie verversen en oliefilter vervangen.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Gecontroleerd item Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de remmen controleren. Motoroliepeil controleren. Peil van de koelvloeistof controleren. Brandstoffilter/waterafscheider aftappen. Luchtfilter, stofkap en ontluchtingsventiel controleren. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.2 Radiateur/oliekoeler controleren op vuil.
Onderhoudsschema Figuur 39 Procedures voorafgaande aan onderhoud Accudeksel verwijderen 1. Open de motorkap. 2. Zet de knoppen los en verwijder het accudeksel (Figuur 41). Motorkap verwijderen De motorkap kan eenvoudig worden verwijderd om onderhoudswerkzaamheden in het motorgedeelte van de machine uit te voeren. 1. Ontgrendel en open de motorkap. 2. Verwijder de R-pen waarmee het draaipunt van de motorkap aan de montagebeugels is bevestigd (Figuur 40). Figuur 41 3.
Smering • Draaipunten en hefcilinders achterste hefarm (3 elk) (Figuur 44) Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren (Smeer alle lagers en bussen dagelijks in stoffige en vuile omstandigheden.) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. De lagers en de lagerbussen moeten elke dag worden gesmeerd als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt.
Opmerking: Desgewenst kan een extra smeernippel worden gemonteerd op het andere uiteinde van de stuurcilinder. Verwijder de band, monteer de nippel, spuit vet in de nippel, verwijder de nippel en plaats de plug (Figuur 50).
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren (Vaker in zeer stoffige of vuile omstandigheden) • Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud van de brandstoftank g020086 Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar—Brandstoftank aftappen en reinigen. Figuur 52 1. Aftappluggen motorolie De tank moet worden afgetapt en gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de machine voor langere tijd wordt opgeslagen. Gebruik schone brandstof om de tank uit te spoelen. 2. Verwijder het oliefilter (Figuur 53). Smeer een dun laagje schone olie op de nieuwe filterpakking voordat u deze vastschroeft.
Brandstoffilterbus vervangen Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren 1. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus wordt gemonteerd (Figuur 54). Onderhoud van de accu 2. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze wordt gemonteerd. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Zuurpeil controleren. (Elke 30 dagen controleren als de machine is opgeslagen.) 3. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus. 4.
Onderhoud aandrijfsysteem afzonderlijk schoonkrabben. Zet de kabels weer vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de accupolen in met vaseline. WAARSCHUWING De tractie-aandrijving afstellen voor de neutraalstand CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
Onderhoud koelsysteem WAARSCHUWING De motor moet lopen zodat een laatste afstelling van de afstelnok van de tractie kan worden uitgevoerd. Contact met hete of bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. Het koelsysteem van de motor reinigen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Houd gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper, andere hete delen van de motor en draaiende onderdelen. Verwijder dagelijks het vuil van de oliekoeler/radiateur.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Parkeerrem afstellen Onderhoud van de riemen van de motor Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Controleer de afstelling van de parkeerrem. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van alle riemen controleren. 1. Draai de stelschroef los waarmee de knop is bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 58).
Onderhoud bedieningsysteem 2. Druk het uiteinde van de veer omlaag en naar voren (Figuur 60) om deze los te maken van de beugel en de veerspanning op te heffen. De gashendel afstellen 1. Zet de gashendel naar achteren zodat deze tegen de sleuf in het bedieningspaneel aan komt. 2. Maak de klem van de gaskabel op de hefboomarm van de injectiepomp los (Figuur 61). Figuur 60 1. Hydrostat aandrijfriem 2. Uiteinde van veer 3. Plaats de riem terug. 4.
Onderhoud hydraulisch systeem 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Maak de grote hydraulische slang (Figuur 63) los van het reservoir en laat de hydraulische vloeistof in een opvangbak lopen. Breng de hydraulische slang terug aan als er geen hydraulische vloeistof meer naar buiten komt.
Onderhoud van maaidek 5. Controleer het vloeistofpeil en vul voldoende vloeistof bij totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Niet te vol vullen. De optionele meetstaaf gebruiken Hydraulische slangen en leidingen controleren Gebruik de meetstaaf om het maaidek af te stellen. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de maaidekken voor de afstelling van het maaidek (Figuur 22).
10. Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt afstellen, schakelt u de messenkooien uit door de maai-/hefhendel naar achteren te bewegen; zet de activerings-/blokkeringsschakelaar op Blokkeren en zet de motor af. Na de afstelling herhaalt u stappen tot 5 en met 9. 4. Start de motor en laat deze op een laag stationair toerental lopen. GEVAAR Wanneer u het toerental van de motor tijdens het wetten verandert, kunnen de messenkooien tot stilstand komen.
Motor Stalling 1. Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug weer terug. Opslag van de accu 2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een nieuw oliefilter. Als u de machine langer dan 30 dagen gaat opslaan, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. Sla de accu op in een koele omgeving om te voorkomen dat de accu snel ontlaadt. Om te voorkomen dat de accu bevriest, moet deze volledig zijn opgeladen. Het soortelijk gewicht van een volledig opgeladen accu is 1,265-1,299. 3.
Schema's g020202 Elektrisch schema (Rev.
Hydraulisch schema (Rev. B) G FC M1 P M2 .73 REEL #1 .73 REEL #4 BACKLAP S WITCH (SW) G022031 49 BREATHER P RV OR1 .050" CV1 MV .73 .73 LC OR2 .020" T REEL #2 MOW CONTROL VALVE REEL #5 .73 M3 S UCTION S TRAINER 25 ps i 1500 ps i REEL #3 C8 C6 C4 C2 LIF T CONTROL VALVE OR6 .055" OR6 .046" OR4 .046" OR2 .046" OR1 .040 G1 500 ps i 7.0 GP M RV C1 1.50" Bore 0.625" Rod 2.25" S troke P .33 S2 OR3 .040" C3 .58 S1 C5 T 1.50" Bore 0.625" Rod 2.33" S troke S3 1.
Opmerkingen: 50
Opmerkingen: 51
De garantie totaaldekking van Toro Beperkte garantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.