Form No. 3380-210 Rev B Greensmaster® Flex™ 1800 en 2100 tractie-eenheden Modelnr.: 04040—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 04041—Serienr.: 314000001 en hoger g018274 Registreer uw product op www.Toro.com.
U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro op www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring WAARSCHUWING Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro.
Inhoud Stalling ........................................................................36 Veiligheid ...................................................................... 4 Veilige bediening ..................................................... 4 Veilige bediening van de Toro Maaimachine................. 5 Geluidsniveau ......................................................... 6 Geluidsdruk ........................................................... 6 Trillingsniveau ....................................
Veiligheid • Waarschuwing – Brandstof is licht ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen: Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2012 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie. – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die daarvoor speciaal zijn bedoeld. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
• Voordat u de bedieningspositie verlaat: • Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing en de brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras en bladeren om brandgevaar te verminderen. – machine laten stoppen op een horizontaal oppervlak; – aftakas uitschakelen en werktuigen laten zakken; • Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage en – versnelling in neutraalstand zetten en parkeerrem in werking stellen; mankementen.
• Ten behoeve van de veiligheid en een nauwkeurige veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de CEN-, ISO- of ANSI-normen. Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen. • Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor de gebruiker of omstanders. • Zorg ervoor dat u weet hoe u de motor snel kunt afzetten.
De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836. Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 120-9571 1. Breng de hendel naar beneden om de tractie uit te schakelen. 120-9598 120-9570 1. Rem 2. Zet de handgreep vrij om de rem uit te schakelen. 1.
115-7271 1. Schakel de messenkooi in. 3. Schakel de messenkooi uit. 2. Trek aan de hendel. 4. Duw de hendel naar voren. 120-9593 1. Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 2. Waarschuwing – Gebruik de machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen. 5. U mag de machine nooit slepen. 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 115-7274 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Bout, 3/8 x 3/4 inch 2 Maaidek op de tractie-eenheid monteren. Handgreepbevestiging Borgpen 2 2 De handgreepbevestigingen monteren. Transportwielen (optionele set transportwielen, Model 04123) 2 Transportwielen monteren. Geen onderdelen vereist – Het motoroliepeil controleren. Grasmand 1 De grasmand monteren.
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1 Maaidek op de tractie-eenheid monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Figuur 4 Bout, 3/8 x 3/4 inch 1. Transmissiekoppeling Procedure 4. Beweeg het frame van de tractie-eenheid (Figuur 5) naar voren totdat deze contact maakt met de draaiarmen van het maaidek. 1. Plaats de machine op de trommels op een horizontaal oppervlak. 3 2.
2 3 De handgreepbevestigingen monteren Transportwielen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Handgreepbevestiging 2 Borgpen 2 Transportwielen (optionele set transportwielen, Model 04123) Procedure 1. Zet uw voet op het midden van de kickstandaard om deze naar beneden te drukken. Trek de centrale onderste handgreep omhoog tot de kickstandaard naar voren over het dode punt gekanteld is (Figuur 7). Procedure 1.
3. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as. 2. Leid de rand van de grasmand tussen de zijplaten van het maaidek en over de voorste rol (Figuur 9). 3. Monteer de grasmandhaken over de framebeugel (Figuur 9). 4. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine.
Algemeen overzicht van de machine Gashendel De gashendel (Figuur 12 en Figuur 13) bevindt zich rechts achter op het instrumentenpaneel. Draai de gashendel om het toerental te regelen. Met behulp van de gashendel regelt u de gastoevoer naar de carburateur. Het motortoerental kunt u regelen van 1565 ± 100 tpm tot 3265 ± 75 tpm. 3 2 4 5 1 6 1 2 7 g018266 9 8 Figuur 11 1. Schakelhendel voor tractie 6. Brandstoftank en messenkooi 2. Dodemanshendel 7. Grasmand 3. Handgreep 8. Maaidek G018173 9.
Figuur 15 1. Vergrendeling parkeerrem 2. Bedrijfsrem Vergrendeling parkeerrem Figuur 14 1. Neutraalstand 3. Tractieaandrijving – ingeschakeld (transport) 2. Tractieaandrijving in neutraalstand en aandrijving messenkooi uitgeschakeld 4. Tractieaandrijving en aandrijving messenkooi ingeschakeld De vergrendeling van de parkeerrem (Figuur 15) wordt samen gebruikt met de bedrijfsrem. Terwijl de servicerem ingeschakeld is, draait u de vergrendeling van de parkeerrem naar de remgreep.
g018267 g018268 Figuur 16 Figuur 18 1. Handstarter 1. Chokehendel in chokestand Brandstofafsluitklep Kickstandaard De brandstofafsluitklep (Figuur 17) bevindt zich op de motor. De klep heeft twee standen: DICHT en OPEN. Zet de hendel op DICHT als u de machine stalt of vervoert. Open de klep voordat u de motor start. De brandstofdop bevindt zich onder de brandstofafsluitklep. De kickstandaard (Figuur 20) bevindt zich achteraan de machine.
1 2 3 G018142 Figuur 21 1. Kickstandaard – bewaarstand 3. Kickstandaard – bedrijfsstand 2. Borgpen g018793 Figuur 19 1. Centrale onderste handgreep van de machine Specificaties 2. Lus van kickstandaard 1800 tractie-eenheid Breedte 82,5 cm Hoogte 104,8 cm Lengte met riem 152,4 cm Nettogewicht (inclusief maaidek met 11 messen en grasmand) 117 kg Maaibreedte 46 cm Maaihoogte 1,5 tot 7,5 mm met Micro-Cut snijplaat Maaifrequentie Figuur 20 1.
Werktuigen/accessoires Gebruiksaanwijzing Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
GEVAAR WAARSCHUWING In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen. • Vul de brandstoftank nooit als de machine op een aanhanger in een afgesloten ruimte staat. • Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
De motor starten en stoppen Opmerking: Voor afbeeldingen en beschrijvingen van de bedieningsorganen die worden genoemd in dit hoofdstuk, zie het hoofdstuk Bedieningsorganen in de gebruiksaanwijzing. De motor starten Opmerking: Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op de bougie. 1. De tractiehendel en de messenkooihendel moeten op UITGESCHAKELD staan. Opmerking: De motor zal niet starten als de tractie is uitgeschakeld. 2. Draai het contactsleuteltje op AAN. Figuur 23 1. Handgreepklem 3.
Om ervoor te zorgen dat het u gazon in een rechte lijn maait en de machine op een gelijke afstand van de rand van de vorige maaibaan blijft, moet u de markeringsstrepen op de mand gebruiken (Figuur 25). 2. Transportwielen monteren. 3. Om de machine van de kick-standaard te halen, moet u de handgreep omhoogtrekken en de achterzijde van de machine laten zakken op de transportwielen. 4. Controleer of de tractie en de messenkooi zijn uitgeschakeld, en start de motor. 5.
Werking van interlockschakelaars controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt. Interlockschakelaar dodemanshendel 1.
Opmerking: De motor zou moeten starten. Als de motor niet start, moet de interlockschakelaar worden nagekeken. Zorg ervoor dat het probleem is verholpen voordat u de machine gaat gebruiken. Zie Interlockschakelaar van de rem (bladz. 22). is onderhoud van het interlocksysteem vereist. Zorg ervoor dat het probleem is verholpen voordat u de machine gaat gebruiken. Zie Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar (bladz. 31), of De tractiebediening afstellen (bladz. 34). 5.
Figuur 28 1. Aan/uithendel tractie – ingeschakeld 2. Aan/uithendel tractie – uitgeschakeld 2. Draai de hendel achteruit om de transmissie van de trommel te koppelen. Belangrijk: Zorg ervoor dat u de hendel van de voorkant duwt om te voorkomen dat uw hand een klap krijgt van de veerbelaste hendel. 3. Beweeg de machine zoals gewenst. Belangrijk: Probeer indien mogelijk te vermijden dat u de machine moet slepen.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
120-9609 Wiehle, met brede tussenruimte 6,4 cm/aluminium Meer indringing, brede sleuven 120-9611 Volledige rol 6,4 cm/staal Minste indringing 121-4681 Wiehle met smalle tussenruimte – lang 6,4 cm/aluminium Meer ondersteuning aan de randen; 4,3 cm langer 120-9605 Achterrol 5,1 cm/aluminium Standaard achter 25
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Als u de eenheid samen met de TransPro 80 gebruikt, moet u altijd de stops van de trailer gebruiken bij onderhoud van de machine. Te ver kantelen kan ertoe leiden dat u brandstof morst. Om de stop op de oprijplaat met rails te gebruiken hebt u een bezemsteel of een vergelijkbaar voorwerp nodig dat u door de openingen achter de wielen steekt.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Controleren of de draaiverbindingen onbelemmerd werken. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het luchtfilter controleren De koelribben van de motor reinigen. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Onderhoud motor Motorolie verversen/oliepeil controleren Voordat u de machine start, moet u het carter vullen met ongeveer 0,6 liter olie die de juiste viscositeit heeft. De motor gebruikt elk type hoogwaardige olie waaraan het American Petroleum Institute – API – onderhoudsclassificatie SE of hoger heeft verleend. De viscositeit van de olie – gewicht – moet worden geselecteerd in overeenstemming met de verwachte omgevingstemperatuur. Figuur 29 laat zien wat de aanbevolen temperatuur/viscositeit is.
D. 3. Duw de handgreep omlaag om de maaimachine en de motor naar achteren te kantelen, zodat alle olie in de opvangbak kan lopen. Knijp het element uit om overtollige olie te verwijderen en de olie goed te verdelen. Opmerking: Het element moet vochtig van de olie zijn. 4. Plaats de aftapplug terug en vul het carter weer met de aanbevolen olie; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 28). 5. Neem eventueel gemorste olie op. 6. U moet de oude olie op de juiste wijze afvoeren.
Onderhoud brandstofsysteem 1 De brandstofdop en het scherm schoonmaken Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren/Maandelijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Sluit de brandstofafsluitklep en schroef de brandstofdop van het filterhuis (Figuur 36). g018272 Opmerking: Een 12-kantige dopsleutel van 17 mm past op de behuizing van de brandstofdop en maakt demontage eenvoudiger. Figuur 34 1. Bougiekabel 2.
Onderhoud elektrisch systeem 4. Verwijder het brandstoftankscherm van de binnenkant van de brandstoftank. 5. Reinig het scherm in schone benzine en monteer het opnieuw in de tank. Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar 6. Monteer de brandstoftankdop op de brandstoftank. Brandstofslang vervangen Ga als volgt te werk als de schakelaar moet worden afgesteld of worden vervangen. Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren 1. Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld.
Onderhouden remmen 3 De service-/parkeerrem afstellen Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet de kabel worden afgesteld. 1. Zet de service-/parkeerremhendel op UIT. 2. Verwijder het bedieningspaneel. 3. Om de kabel aan te spannen, moet u de bovenste contramoer van de kabel losdraaien en de onderste vaster draaien (Figuur 40) tot een kracht van 156 N nodig is om de vergrendeling van de parkeerremhendel vrij te zetten. Figuur 39 1.
Onderhoud riemen C. Verwijder vuil uit het riemcompartiment en uit de buurt van de drukveer (Figuur 42). Drijfriem controleren D. Zorg ervoor dat de drukveer de juiste druk uitoefent op de riem. Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren E. Draai de montagemoer van de lagerbehuizing vast. Zorg ervoor dat de drijfriem van de messenkooi de juiste spanning heeft zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. De riem moet veelvuldig worden gecontroleerd. 1.
1 Onderhoud bedieningsysteem 2 De tractiebediening afstellen Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. G019886 Figuur 44 1. Ingeschakeld 1. Schakel de tractiebediening uit. 2. Uitgeschakeld 2. Controleer aan de trekveer of er speling is op de kabel van de tractiebediening (Figuur 45). Opmerking: Als dat het geval is, stel dan de contramoeren aan het tussenschot af (Figuur 46) om de speling van de kabel te halen zonder de veer uit te rekken.
de haakse hefboom te verkleinen en de voorgaande afstelling te compenseren. 9. Stel de kabel van het schot van het bedieningspaneel af om de kabelcontramoeren af te stellen en eventuele kabelspeling weg te nemen zonder de veer uit te rekken (Figuur 45). 10. Controleer de bediening en stel nogmaals af indien dit nodig is. De bediening van de messenkooi afstellen Als de messenkooi niet naar behoren werkt, is afstelling vereist. Figuur 45 3. Kabel van de bediening van de messenkooi 1. Contramoeren 1.
Stalling Opmerking: Verwijder de rubberen plug (Figuur 43) uit het gat aan de voorkant van de transmissie om toegang te krijgen tot de messenkooikoppeling. 1. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. • De stoptijd van de messenkooi moet minder dan 7 seconden bedragen als de afstelling tussen de messenkooi en de snijplaat teruggedraaid is.
Opmerkingen: 37
Opmerkingen: 38
Opmerkingen: 39
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.