Form No. 3378-899 Rev A Greensmaster® Flex™ 1800 en 2100 tractie-eenheden Modelnr.: 04040—Serienr.: 313001147 en hoger Modelnr.: 04041—Serienr.: 313000133 en hoger g018274 Registreer uw product op www.Toro.com.
accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden.
Inhoud De bediening van de messenkooi afstellen ..................34 Stalling ........................................................................35 Inleiding ....................................................................... 2 Veiligheid ...................................................................... 4 Veilige bediening ..................................................... 4 Veilige bediening van de Toro Maaimachine................. 5 Geluidsniveau ........................................
Veiligheid – Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie. – Vul brandstof bij voordat u de motor start. Nooit de dop van de brandstoftank verwijderen of brandstof bijvullen als de motor loopt of heet is. – Probeer de motor niet te starten als er brandstof is gemorst.
• • • • • • • • • • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en – versnelling in neutraalstand zetten en parkeerrem in werking stellen; – de motor afzetten. Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit als u de machine transporteert of niet gebruikt. Zet de motor af en schakel de aandrijving naar de werktuigen uit: – vóór het bijvullen van brandstof; – vóór verwijdering van de grasvanger; – voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de bedieningspositie kan worden ingesteld.
• Controleer elke dag of de interlockschakelaars goed Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van 96 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. functioneren. Als een schakelaar defect is, moet u deze vervangen voordat u de machine gebruikt. Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in EN 11094. • Ga altijd achter de handgreep staan als u de machine start en gebruikt. • Model 04041: • Let goed op als u de machine gebruikt.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 120-9571 1. Breng de hendel naar beneden om de tractie uit te schakelen. 120-9598 120-9570 1. Rem 2. Zet de handgreep vrij om de rem uit te schakelen. 1. Waarschuwing - Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 4. Parkeerrem 5.
115-7271 1. Schakel de messenkooi in. 2. Trek aan de hendel. 3. Schakel de messenkooi uit. 4. Duw de hendel naar voren. 120-9593 1. Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing - Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 2. Waarschuwing – Gebruik de machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen. 5. U mag de machine nooit slepen. 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 115-7274 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoeveelheid Gebruik Bout, 3/8 x 3/4 inch 2 Plaats het maaidek op de tractie-eenheid Handgreepbevestiging Borgpen 2 2 Monteer de handgreepbevestigingen Transportwielen (optionele set transportwielen, Model 04123) 2 Transportwielen monteren. Geen onderdelen vereist – Controleer het motoroliepeil Grasmand 1 De grasmand monteren.
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1 Maaidek op de tractie-eenheid monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Figuur 4 Bout, 3/8 x 3/4 inch 1. Transmissiekoppeling Procedure 4. Beweeg het frame van de tractie-eenheid (Figuur 5) naar voren totdat deze contact maakt met de draaiarmen van het maaidek. 1. Plaats de machine op de trommels op een horizontaal oppervlak. 3 2.
2 3 De handgreepbevestigingen monteren Transportwielen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Handgreepbevestiging 2 Borgpen 2 Transportwielen (optionele set transportwielen, Model 04123) Procedure 1. Zet uw voet op het midden van de kickstandaard om deze naar beneden te drukken. Trek de centrale onderste handgreep omhoog tot de kickstandaard naar voren over het dode punt gekanteld is (Figuur 7). Procedure 1.
3. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as. 2. Leid de rand van de grasmand tussen de zijplaten van het maaidek en over de voorste rol (Figuur 9). 3. Monteer de grasmandhaken over de framebeugel (Figuur 9). 4. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine.
Algemeen overzicht van de machine Gashendel De gashendel (Figuur 12 en Figuur 13) bevindt zich rechts achter op het instrumentenpaneel. Draai de gashendel om het toerental te regelen. Met behulp van de gashendel regelt u de gastoevoer naar de carburateur. Het motortoerental kunt u regelen van 1565 ± 100 tot 3265 ± 75 tpm. 3 2 4 5 1 6 1 2 7 g018266 9 8 Figuur 11 1. Schakelhendel voor tractie 6. Brandstoftank en messenkooi 2. Dodemanshendel 7. Grasmand 3. Handgreep 8. Maaidek G018173 9.
Figuur 15 1. Vergrendeling parkeerrem 2. Bedrijfsrem Vergrendeling parkeerrem Figuur 14 1. Neutraalstand 3. Tractieaandrijving – ingeschakeld (transport) 2. Tractieaandrijving in neutraalstand & aandrijving messenkooi uitgeschakeld 4. Tractieaandrijving & aandrijving messenkooi ingeschakeld De vergrendeling van de parkeerrem (Figuur 15) wordt samen gebruikt met de bedrijfsrem. Terwijl de servicerem ingeschakeld is, draait u de vergrendeling van de parkeerrem naar de remgreep.
g018267 g018268 Figuur 16 Figuur 18 1. Handstarter 1. Chokehendel in chokestand Brandstofafsluitklep Kickstandaard De brandstofafsluitklep (Figuur 17) bevindt zich op de motor. De klep heeft twee standen: DICHT en OPEN Zet de hendel op DICHT als u de machine stalt of vervoert. Open de klep voordat u de motor start. De brandstofdop bevindt zich onder de brandstofafsluitklep. De kickstandaard (Figuur 20) bevindt zich achteraan de machine.
1 2 3 G018142 Figuur 21 1. Kickstandaard bewaarstand 3. Kickstandaard bedrijfsstand 2. Borgpen g018793 Figuur 19 1. Centrale onderste handgreep van de machine Specificaties 2. Lus van kickstandaard 1800 tractie-eenheid Breedte 82,5 cm Hoogte 104,8 cm Lengte met riem 152,4 cm Nettogewicht (inclusief maaidek met 11 messen en grasmand) 117 kg Maaibreedte 46 cm Maaihoogte 1,5 tot 7,5 mm met Micro-Cut snijplaat Maaifrequentie Figuur 20 1.
Werktuigen/accessoires Gebruiksaanwijzing Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of verdeler of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen. • Vul de brandstoftank niet helemaal. Zet de machine op een gelijke ondergrond en giet benzine in de brandstoftank tot het peil tot de bovenste flens van het plastic inzetstuk reikt.
De hoek van de handgreep instellen Belangrijk: Trek het startkoord niet tot het eind naar buiten en laat de handgreep van de starter niet los als u het koord naar buiten trekt, omdat dan de kans bestaat dat het koord breekt of het terugloopmechanisme schade oploopt. 1. Verwijder de R-pennen van de handgreepbevestigingen aan beide zijden van de maaimachine (Figuur 24). De motor afzetten 1. Schakel de tractie en de messenkooi uit en zet de gashendel op LANGZAAM en de AAN-/UIT-schakelaar op UIT. 2.
Maaien Bediening Bij het juiste gebruik van de machine wordt het gazon uiterst gelijkmatig gemaaid. Bediening tijdens het maaien: Belangrijk: Het grasmaaisel functioneert als een smeermiddel tijdens het maaien. Als u het maaidek te vaak zonder maaisel gebruikt, kan de machine schade oplopen. 1.
Werking van interlockschakelaars controleren gebruiken. Raadpleeg het onderdeel Onderhoud van de veiligheidsschakelaars of Tractiecontrole afstellen. 5. Schakel de tractie- en messenkooiaandrijving in en zet de dodemanshendel vrij wanneer deze ingedrukt is en de schakelhendel naar links staat (Figuur 27). De tractiehendel moet uitgeschakeld worden. Als de tractiehendel niet wordt uitgeschakeld, is onderhoud van het interlocksysteem vereist.
Belangrijk: Zorg ervoor dat u de hendel van de voorkant duwt om te voorkomen dat uw hand een klap krijgt van de veerbelaste hendel. maar mag niet afslaan. Als de motor onmiddellijk afslaat, moet de interlockschakelaar worden nagekeken. Zorg ervoor dat het probleem is verholpen voordat u de machine gaat gebruiken. Zie Onderhoud interlockschakelaars. 3. Beweeg de machine zoals gewenst. Belangrijk: Probeer indien mogelijk te vermijden dat u de machine moet slepen.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
Rollen (Flex/eFlex 2100 maaiers) Onderdeelnummer Beschrijving Diameter/Materiaal 04255 Wiehle, met smalle tussenruimte 6,4 cm aluminium 04256 Wiehle, met brede tussenruimte 6,4 cm aluminium Diepere indringing 04257 Volledige rol 6,4 cm staal Minste indringing 04258 Wiehle met smalle tussenruimte - lang 6,4 cm aluminium Meer ondersteuning aan de randen; 4,3 cm langer 115-7356 Achterrol 5,1 cm aluminium Standaard achter 120-9595 Achterrol 5,1 cm staal Staal Achter Opmerkingen Rollen
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Als u de eenheid samen met de TransPro 80 gebruikt, moet u altijd de stops van de trailer gebruiken bij onderhoud van de machine. Te ver kantelen kan ertoe leiden dat u brandstof morst. Om de stop op de oprijplaat met rails te gebruiken hebt u een bezemsteel of een vergelijkbaar voorwerp nodig dat u door de openingen achter de wielen steekt.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Controleren of de draaiverbindingen onbelemmerd werken. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het luchtfilter controleren De koelribben van de motor reinigen. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Onderhoud motor Motorolie verversen/oliepeil controleren Voordat u de machine start, moet u het carter vullen met ongeveer 0,6( ) liter olie die de juiste viscositeit heeft. De motor gebruikt elk type hoogwaardige olie waaraan het American Petroleum Institute – API – onderhoudsclassificatie SE of hoger heeft verleend. De viscositeit van de olie – gewicht – moet worden geselecteerd in overeenstemming met de verwachte omgevingstemperatuur. Figuur 29 laat zien wat de aanbevolen temperatuur/viscositeit is.
5. Neem eventueel gemorste olie op. 6. U moet de oude olie op de juiste wijze afvoeren. Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer de kabel van de bougie is verwijderd. 2. Verwijder de vleugelmoer waarmee het luchtfilterdeksel vastzit aan het luchtfilter, en haal het deksel weg. Reinig het deksel grondig (Figuur 32 en Figuur 33). 1 Figuur 33 g018271 1. Vleugelmoer 4. Schuimelement 2.
Onderhoud brandstofsysteem 1 De brandstofdop en het scherm schoonmaken Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren/Maandelijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1. Sluit de brandstofafsluitklep en schroef de brandstofdop van het filterhuis (Figuur 36). g018272 Figuur 34 1. Bougiekabel 2. Reinig de omgeving van de bougie en verwijder de bougie uit de cilinderkop Belangrijk: Als de bougie gebarsten of vuil is, moet deze worden vervangen.
Onderhoud elektrisch systeem 5. Reinig het scherm in schone benzine en monteer de tank opnieuw. 6. Monteer de brandstoftankdop op de brandstoftank. Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar Vervang de brandstofslang om de 1000 bedrijfsuren. Als de slang lekt, vervang ze dan onmiddellijk. Ga als volgt te werk als de schakelaar moet worden afgesteld of worden vervangen. Brandstofslang vervangen 1. Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld. 2.
Onderhouden remmen 3 De service-/parkeerrem afstellen Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet de kabel worden afgesteld. 1. Zet de service-/parkeerremhendel op UIT. 2. Verwijder het bedieningspaneel. 3. Om de kabelspanning te verhogen zet u de bovenste kabelborgmoer los en draait u de onderste kabelborgmoer vast (Figuur 40) tot een kracht van 156 N moet worden uitgeoefend op de remhendel om de grendel van de parkeerrem vrij te zetten. Stel de rem niet zodanig af dat de remband aanloopt.
Onderhoud riemen C. Verwijder vuil uit het riemcompartiment en uit de buurt van de drukveer (Figuur 42). Drijfriem controleren D. Zorg ervoor dat de drukveer de juiste druk uitoefent op de riem. Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren E. Draai de montagemoer van de lagerbehuizing vast. Zorg ervoor dat de riem van de messenkooi de juiste spanning heeft zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. De riem moet veelvuldig worden gecontroleerd. 1.
1 Onderhoud bedieningsysteem 2 De tractiebediening afstellen Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. G019886 Figuur 44 1. Ingeschakeld 1. Schakel de tractiebediening uit. 2. Uitgeschakeld 2. Controleer aan de trekveer of er speling is op de kabel van de tractiebediening (Figuur 45). Als dat het geval is, stel dan de contramoeren aan het tussenschot af (Figuur 46) om de speling van de kabel te halen zonder de veer uit te rekken.
de haakse hefboom te verkleinen en de voorgaande afstelling te compenseren. 8. Stel de kabel van het schot van het bedieningspaneel af om de kabelcontramoeren af te stellen en eventuele kabelspeling weg te nemen zonder de veer uit te rekken (Figuur 45). 9. Controleer de bediening en stel nogmaals af indien dit nodig is. De bediening van de messenkooi afstellen Als de messenkooi niet naar behoren werkt, is afstelling vereist. Figuur 45 3. Kabel van de bediening van de messenkooi 1. Contramoeren 1.
Stalling Opmerking: Verwijder de rubberen plug (Figuur 43) uit het gat aan de voorkant van de transmissie om toegang te krijgen tot de messenkooikoppeling. 1. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. • De stoptijd van de messenkooi moet minder dan 7 seconden bedragen als de afstelling tussen de messenkooi en de snijplaat teruggedraaid is.
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.