Form No. 3418-632 Rev B Greensmaster® Flex™ 1820/2120 tractie-eenheid Modelnr.: 04044—Serienr.: 401381001 en hoger Modelnr.: 04045—Serienr.: 401400001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Inhoud Het brandstoftankscherm reinigen .................... 33 Brandstofslang vervangen................................ 34 De breatherslang (beluchting) vervangen. .................................................... 34 Onderhoud elektrisch systeem ............................ 34 Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar ............................................................... 34 Onderhoud van de reminterlockschakelaar................................................................
Veiligheid • Blijf uit de buurt van afvoeropeningen. Houd Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute). • Laat geen kinderen het werkgebied betreden. Laat omstanders op een veilige afstand van de machine. kinderen nooit de machine bedienen. • Schakel de machine en de motor uit voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, bijtankt of de machine vrijmaakt.
decal120-2769 120-2769 4. Waarschuwing - neem de bougiekabel los en lees de Gebruikershandleidingen voordat u service of onderhoud uitvoert. 2. Explosiegevaar - schakel 5. Heet oppervlak/gevaar de motor uit en blijf uit de voor brandwonden – buurt van open vuur bij het hete oppervlakken niet tanken. aanraken. 3. Waarschuwing - schakel 6. Waarschuwing – lees de de motor uit en schakel de Gebruikershandleiding; de brandstoftoevoer uit als u brandstof mag maximaal de machine verlaat.
decal133-2335 133-2335 1. Waarschuwing – Lees de 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen 5. U mag de machine nooit slepen. Gebruikershandleiding, gebruik – Houd omstanders op een veilige deze machine uitsluitend als u hiervoor afstand van de machine. getraind bent. 2. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 4. Waarschuwing - Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. decal115-7274 115-7274 1. Lichten (optie) 3. Motor—Starten 2. Urenteller 4.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Omschrijving Hoeveelheid Gebruik 1 Geen onderdelen vereist – De tractie-eenheid gebruiksklaar maken (optioneel). 2 3 4 5 6 7 8 Bout (⅜" x ¾") 2 Plaats het maaidek op de tractie-eenheid. Handgreepbevestiging R-pen 2 2 De handgreepbevestigingen monteren. Transportwielen — Transportwielset (modelnr. 04123 [optioneel]) 2 De transportwielen monteren.
1 2 De tractie-eenheid gebruiksklaar maken Maaidek op de tractie-eenheid monteren Optioneel — Maai-eenheden modellen 04251, 02452, 04253 en 04254 Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Bout (⅜" x ¾") Procedure Geen onderdelen vereist Opmerking: Om de gewichtstang op uw machine te monteren, dient u de montage-instructies in de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid te raadplegen.
transmissiekoppeling te laten aangrijpen (Figuur 6). 3 De handgreepbevestigingen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Handgreepbevestiging 2 R-pen Procedure g000483 Figuur 6 1. 1. Transmissiekoppeling 4. 2 Ondersteun de handgreep en verwijder de kabelbinders waarmee de handgreepklemmen aan de zijplaten zijn bevestigd (Figuur 8). Beweeg het frame van de machine naar voren totdat het contact maakt met de draaiarmen van de maai-eenheid Figuur 7. g032418 Figuur 7 g017005 1.
4 De transportwielen monteren Optioneel Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Transportwielen — Transportwielset (modelnr. 04123 [optioneel]) Procedure 1. g000475 Druk met uw voet het midden van de kickstandaard naar beneden en trek de onderste steun van de duwboom omhoog tot de kickstandaard naar voren, over het midden is gedraaid (Figuur 9). Figuur 10 1. Sluitklem g016833 3. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as. 4.
6 De sticker met het productiejaar aanbrengen Alleen CE-machines Benodigde onderdelen voor deze stap: g032407 1 Productiejaar sticker Figuur 12 1. Grasmandhaken Procedure 3. Als u deze machine gebruikt in een land waar de CE-normen van toepassing zijn, moet u de sticker met het productiejaar aanbrengen in de buurt van het plaatje met het serienummer; zie Figuur 11.
Algemeen overzicht van de machine 8 De machine inrijden Geen onderdelen vereist Procedure Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg. De eerste uren dat u de maaier gebruikt hebben een grote invloed op de betrouwbaarheid van de machine in de toekomst. U moet goed letten op de prestaties van de machine zodat eventuele kleine problemen, die later tot grote problemen zouden kunnen leiden, worden opgemerkt en verholpen.
Gashendel De gashendel (Figuur 15 en Figuur 16) bevindt zich rechts achter op het instrumentenpaneel. Draai de gashendel om het toerental te regelen. g027738 Figuur 16 1. Volle snelheid g000494 Figuur 17 2. Traag Schakelhendel voor tractie en messenkooi De schakelhendel voor de tractie en de messenkooi (Figuur 17) bevindt zich rechts voor op het bedieningspaneel. 1. NEUTRAAL 3. Tractie - VOORUIT (transport) 2. Tractie - NEUTRAAL en messenkooi-aandrijving UITGESCHAKELD 4.
Bedrijfsrem Chokehendel De bedrijfsrem (Figuur 18) bevindt zich vooraan links van de handgreep. Trek de hendel naar achteren om de bedrijfsrem in te schakelen. De chokehendel (Figuur 19) bevindt zich links vooraan op de motor. De hendel heeft 2 standen: LOPEN en CHOKE. Zet de hendel op CHOKE bij het starten van een koude motor. Zodra de motor start, zet u de hendel op LOPEN. U dient de rem vrij te zetten voordat u de tractieaandrijving inschakelt.
Handgreep van startkoord Trek aan de handgreep van het startkoord (Figuur 21) om de motor te starten. g018268 Figuur 21 1. Handgreep van startkoord g018793 Figuur 22 Kickstandaard 1. Centrale onderste handgreep De kickstandaard (Figuur 23) is aan de achterkant van de machine gemonteerd. Gebruik de kickstandaard bij het (de)monteren van de transportwielen of de maai-eenheid. 2.
Werktuigen/accessoires Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Originele onderdelen van Toro zijn de beste waarborg van uw investering en het optimale prestatievermogen van uw Toro maaimachine.
Gebruiksaanwijzing waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. • Probeer de motor niet te starten als u brandstof Voor gebruik hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Brandstoftank vullen GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
g018269 Figuur 25 1. Dop van brandstoftank 2. Doe de dop weer op de tank en veeg eventueel gemorste brandstof weg.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
120-9609 Wiehle, met brede tussenruimte 6,4 cm/aluminium Meer indringing, brede sleuven 120-9611 Volledige rol 6,4 cm/staal Minste indringing 121-4681 Wiehle met smalle tussenruimte – lang 6,4 cm/aluminium Meer ondersteuning aan de randen; 4,3 cm langer 120-9605 Achterrol 5,1 cm/aluminium Standaard achter Hoogte van handgreep instellen Opmerking: De machine wordt geleverd met de handgreep in de laagste stand.
vereist. Verhelp het probleem voordat u de machine gebruikt; zie Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar (bladz. 34). g027739 Figuur 28 1. Bevestigingen 2. Gashendel g032412 3. Zet de gashendel in de gewenste stand. 4. Maak de bevestigingen van de gashendel vast. 5. Plaats het bedieningspaneel terug dat u eerder hebt verwijderd. Figuur 29 1. Dodemanshendel 2. Tractiehendel 4. Zet de dodemanshendel vrij wanneer deze ingedrukt is en de tractiehendel ingeschakeld (Figuur 29).
De machine transporteren naar het werk De interlockschakelaar van de tractie controleren 1. 2. 3. Trap de kickstandaard omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog om de kickstandaard naar voren, over het dode punt te kantelen. De machine transporteren met de transportwielen Terwijl de dodemanshendel ingedrukt is, de tractiehendel ingeschakeld is en de motorbedieningsorganen zich in de startstand bevinden (Figuur 29), probeert u de motor te starten. De motor mag niet starten.
Tijdens gebruik Veiligheid tijdens het werk Algemene veiligheid • • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor • • • • • • • • • • • • ongelukken die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke ongelukken te voorkomen. Draag geschikte kleding, zoals een veiligheidsbril, lange broek, gripvaste, stevige schoenen en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los, voorkom loshangende kleding, en draag geen loshangende sieraden.
De transmissie vrijstellen of dwars op een helling maait. Tractieverlies kan ertoe leiden dat de machine gaat schuiven en dat u de controle over de remmen en het stuur verliest. – Wees bijzonder voorzichtig bij het werken met de machine bij randen, sloten, taluds, water hazards en andere gevaarlijke plekken. De machine kan plotseling omslaan als de tractie-eenheid over de rand gaat of de rand instort. Hou een veilige marge aan tussen de machine en gevaarlijke plekken.
Tips voor bediening en gebruik De bedieningsorganen gebruiken tijdens het maaien Belangrijk: Het grasmaaisel functioneert als een 1. Start de motor, zet de gashendel op een lagere snelheid, druk de duwboom naar beneden om de maai-eenheid te heffen, druk op de dodemansknop, zet de tractiehendel en de messenkooi-hendel op VOORUIT (transport), en transporteer de machine naar de rand van de green (Figuur 32). 2. Zet de hendel op NEUTRAAL (Figuur 32). smeermiddel tijdens het maaien.
De bedieningsorganen gebruiken na het maaien 1. Rij de machine van de green, zet de messenkooi-aandrijving en tractieregeling op UITGESCHAKELD en schakel de motor uit. 2. Maak de grasvanger leeg, zet de grasvanger op de machine, en transporteer de machine naar de stalling. Na gebruik Veiligheid na het werk Algemene veiligheid • Na het maaien moet de gashendel terug worden gezet voordat de motor wordt afgezet. Als de motor een brandstofklep heeft, sluit deze dan na het maaien.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Kantel de machine niet meer dan 25°. De machine meer dan 25° kantelen leidt tot lekkage van olie in de verbrandingskamer en/of lekkage van brandstof uit de dop van de brandstoftank. Belangrijk: Als u de machine samen met de TransPro 80 gebruikt, moet u altijd de stops van de trailer gebruiken bij onderhoud van de machine. Te ver kantelen kan ertoe leiden dat u brandstof morst.
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerd item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Controleren of de draaiverbindingen onbelemmerd werken. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het luchtfilter controleren Reinig de koelribben van de motor. Controleren of motor ongewone geluiden maakt.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Brandstof is brandbaar en explosief en kan leiden • Veiligheidmaatregelen voor onderhoudswerkzaamheden • • Schakel de aandrijvingen en de maai-eenheid uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en maak de bougiekabel los van de bougie. Wacht tot alle onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, reinigt of repareert.
Motorolie verversen Het ideale moment om de motorolie te controleren, is wanneer de motor koud is of voordat u deze hebt gestart aan het begin van de werkdag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug in het carter laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u het motoroliepeil controleert. 1. Verwijder de transportwielen (indien aanwezig). 2. Plaats de machine zo dat de motor waterpas staat en reinig de omgeving van de oliepeilstok (Figuur 34).
4. 6. Als het schuimelement vuil is, neem het dan uit het papierelement (Figuur 37). Reinig het als volgt. A. Was het schuimelement in een oplossing van vloeibare zeep en warm water. Knijp het schuimelement uit om het vuil te verwijderen, maar vermijd wringen omdat het schuim dan kan scheuren. B. Droog het schuimelement door in een schone doek te wikkelen. Knijp in de doek en het schuimelement om het te drogen, maar wring niet - dan zou het schuim kunnen scheuren. C.
Onderhoud brandstofsysteem Het brandstoftankscherm reinigen g016950 Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren Figuur 39 1. Isolatie van de midden-elektrode. 2. Massa-elektrode Om de 100 bedrijfsuren/Maandelijks (houd hierbij de kortste periode aan) 3. Elektrodenafstand - 0,6 tot 0,7 mm 1. Schroef de dop van de brandstoftank en verwijder de dop (Figuur 40). g016857 Figuur 40 1. Dop van brandstoftank 33 2. Scherm van brandstoftank 2.
Brandstofslang vervangen Onderhoud elektrisch systeem Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Als de brandstofslang lekt, vervang ze dan onmiddellijk. Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar De breatherslang (beluchting) vervangen. Volg de onderstaande procedures als de tractie-interlockschakelaar moet worden bijgesteld of vervangen. Als de breatherslang beschadigd is, moet u deze direct vervangen. 1. Zorg dat de motor uit staat. 2. Verwijder het bedieningspaneel. 3.
Onderhoud van de reminterlockschakelaar Onderhouden remmen 1. Zorg dat de motor uit staat. 2. Verwijder het bedieningspaneel. De bedrijfs-/parkeerrem afstellen 3. Schakel de hendel van de bedrijfsrem en de vergrendeling van de parkeerrem in. Als de bedrijfs-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet u de kabel als volgt afstellen: 4. Zet het bevestigingsmateriaal van de interlockschakelaars los en verwijder het (Figuur 42). 1. Zet de bedrijfs-/parkeerremhendel op UIT. 2.
Onderhoud riemen Drijfriem van messenkooi controleren Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren 1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. 2. Zet de flensbout los waarmee de drijfriemkap bevestigd is en verwijder de drijfriemkap zodat de riem zichtbaar wordt (Figuur 44). C. Verwijder vuil uit het riemcompartiment en uit de buurt van de drukveer (Figuur 45). D. Zorg ervoor dat de drukveer de juiste druk uitoefent op de riem. E. Draai de montagemoer van de lagerbehuizing vast. F.
De riemspanner van de transmissie in- en uitschakelen Onderhoud bedieningsysteem De tractiebediening afstellen De transmissieriem wordt aangespannen door een veerbelaste spanpoelie. Als u de riemspanning wenst te verhogen of verlagen, draai de as voor in-/uitschakeling dan naar de gewenste stand met een sleutel van 3/8 inch (Figuur 46). Door de as een kwartslag (90°) rechtsom te draaien, maakt u de spanpoelie los van de riem (Figuur 47).
E. Schakel de tractiebediening IN. F. Meet de afstand van de pen aan een uiteinde van de veer van de tractiebediening (Figuur 48); als deze niet tussen 7,3 cm en 7,6 cm ligt, moet u stap A tot F opnieuw uitvoeren. De bediening van de messenkooi afstellen Als de messenkooi niet naar behoren werkt, is afstelling vereist. g027790 1. Zorg ervoor dat de messenkooibediening is uitgeschakeld. 2.
Stalling Veiligheid tijdens opslag • Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een boiler of een ander apparaat. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte stalt. De machine stallen 1. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. Het vuil en kaf van de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing verwijderen.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro-producten Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.