Form No. 3442-325 Rev A Greensmaster® eFlex® 2120 tractie-eenheid Modelnr.: 04049—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. een erkende Toro dealer. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. Het model- en serienummer bevinden zich op een plaatje op het achterframe. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Inhoud Veiligheid van het elektrisch systeem ...................................................................... 36 Onderhoud van het accupack ........................... 36 Het accupack verzenden voor onderhoud..................................................... 36 De accu afvoeren ............................................. 36 Onderhoud van de acculader............................ 36 Zekeringen vervangen...................................... 36 Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar..........
Veiligheid • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute), IEC 60335-1:2012 en IEC 60335-2-77:2010 en voldoet aan deze normen indien u de montage-instructies voltooit. • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Laat kinderen nooit de machine bedienen.
decal137-9712 137-9712 decal120-9598 120-9598 1. Rem 2. Zet de handgreep vrij om de rem uit te schakelen. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 3. Explosiegevaar – Open de accu niet; gebruik geen beschadigde accu. 2. Waarschuwing – Opslaan op temperaturen onder 65 °C. 4. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu. 4. Parkeerrem 5. Draai de grendel om de parkeerrem in te schakelen; druk de handgreep in om vrij te zetten. decal137-9693 3.
decal120-9593 120-9593 1. Lees de Gebruikershandleiding. 4. Waarschuwing – Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 2. Waarschuwing – Gebruikers dienen een opleiding te krijgen voordat ze de machine gaan bedienen. 5. U mag de machine nooit slepen. 3. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. decal121-4685 121-4685 1. EZ-draaischakelaar 2. Aan 3. Uit 4. Start (machine) decal133-2335 133-2335 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 Doelplaat 1 De doelplaat monteren. Geen onderdelen vereist – De tractie-eenheid gebruiksklaar maken (optioneel). 3 4 5 6 Bout (⅜" x ¾") 2 De maai-eenheid op de tractie-eenheid monteren. Handgreepbevestiging R-pen 2 2 De handgreepbevestigingen monteren. Geen onderdelen vereist – De EZ-draaisensor afstellen.
1 2 De doelplaat monteren De maai-eenheid voorbereiden Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Uitsluitend voor modellen 04251, 04252, 04253 en 04254 Doelplaat Procedure 1. Geen onderdelen vereist Bereid de maai-eenheid voor zoals beschreven in de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid. Procedure 2. Verwijder de middelste bout van het grasscherm (Figuur 3). 1. Plaats de maai-eenheid op een vlak, horizontaal oppervlak. 3. Monteer de doelplaat bovenop de maai-eenheid.
transmissiekoppeling te laten aangrijpen (Figuur 7). 3 De maai-eenheid op de tractie-eenheid monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Bout (⅜" x ¾") Procedure g000483 Opmerking: Om de gewichtstang op uw machine Figuur 7 te monteren, dient u de montage-instructies in de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid te raadplegen. 1. Plaats de machine op de trommels op een horizontaal oppervlak. 2.
4 5 De handgreepbevestigingen monteren De EZ-draaisensor afstellen Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Handgreepbevestiging 2 R-pen Procedure Procedure 1. 1. Zorg ervoor dat de machine op een platte, vlakke ondergrond staat met de tractietrommel op de grond. 2. Draai de contramoeren van de sensor los en stel de sensor zo af dat 1 schroefdraad uit de onderste contramoer steekt (Figuur 10).
6. Start de machine; zie De machine starten (bladz. 24). 7. Zet de EZ-draaischakelaar op de stand AAN. 8. Draai de sensorbeugel naar de doelplaat tot het lampje bovenaan de sensor gaat branden (Figuur 10). Als het lampje al brandde, draai het dan weg van de doelplaat tot het uitgaat en draai het vervolgens terug tot het lampje opnieuw gaat branden. 9. Draai de bevestigingen van de beugel vast. 10. Neem het blok onder de rol weg en zet de machine op de kickstandaard. 11.
7 8 De sticker met het productiejaar aanbrengen De grasmand monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Alleen CE-machines 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Grasmand Procedure Sticker productiejaar 1. Neem de grasmand vast bij de handgreep. 2. Leid de rand van de grasmand tussen de zijplaten van de maai-eenheid en over de voorste rol (Figuur 14).
10 De machine inrijden Geen onderdelen vereist Procedure Er is slechts een inrijperiode van 8 uur maaien vereist. g032408 Figuur 15 Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang zijn voor de betrouwbaarheid van de machine in de toekomst, moet u de werking en de prestaties van de machine scherp in het oog houden zodat kleine gebreken die later grote problemen kunnen veroorzaken, worden opgemerkt en verholpen.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen g017156 Figuur 17 1. EZ-draaischakelaar 6. Handgreep 2. Vrije ruimte voor optionele lichten 3. Vergrendeling parkeerrem 7. InfoCenter lcd-scherm 8. Contactschakelaar 4. Bedrijfsrem 9. Snelheidsregeling 5. Dodemanshendel g251031 EZ-draaischakelaar Figuur 16 Met de EZ-draaischakelaar (Figuur 17) kunt u de EZ-draaifunctie in- en uitschakelen.
Bedrijfsrem InfoCenter lcd-scherm De bedrijfsrem (Figuur 18) bevindt zich vooraan links van de handgreep. Trek de hendel naar achteren om de bedrijfsrem in te schakelen. Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie over uw machine en het accupack, zoals de huidige accuspanning, snelheid, diagnostische informatie, enz. (Figuur 17). U dient de rem vrij te zetten voordat u de tractieaandrijving inschakelt.
Schakelhendel voor tractie en messenkooi zowel de messenkooi als de tractieaandrijving uit te schakelen (Figuur 20). Opmerking: Als u de dodemanshendel vrijstelt, keert de hendel terug naar de neutraalstand. De machine zal stoppen. De schakelhendel voor de tractie en de messenkooi (Figuur 20) bevindt zich rechts voor op het instrumentenpaneel. De hendel heeft 2 standen om de machine te transporteren: NEUTRAAL en VOORUIT.
Kickstandaard De kickstandaard (Figuur 22) is bevestigd aan de achterkant van de machine. Gebruik de kickstandaard wanneer u de transportwielen of de maai-eenheid monteert of verwijdert. • Om de kickstandaard te gebruiken bij de montage van de transportwielen moet u de kickstandaard op de grond laten zakken en op de lus trappen. Trek de centrale onderste handgreep van de machine op hetzelfde moment naar boven en naar achteren (Figuur 21). g262669 Figuur 22 VOORZICHTIG 1.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
120-9609 Wiehle, met brede tussenruimte 6,4 cm/aluminium Meer indringing, brede sleuven 120-9611 Volledige rol 6,4 cm/staal Minste indringing 121-4681 Wiehle met smalle tussenruimte – lang 6,4 cm/aluminium Meer ondersteuning aan de randen; 4,3 cm langer 120-9605 Achterrol 5,1 cm/aluminium Standaard achter Hoogte van handgreep instellen De hoek van de handgreep instellen 1. Opmerking: De machine wordt geleverd met de handgreep in de laagste stand.
Zorg ervoor dat het probleem is verholpen voordat u de machine gaat gebruiken; zie Onderhoud van de tractie-interlockschakelaar (bladz. 37). g027739 Figuur 26 1. Bevestigingen 2. Gashendel 3. Zet de gashendel in de gewenste stand. 4. Maak de bevestigingen van de gashendel vast. 5. Plaats het bedieningspaneel terug dat u eerder hebt verwijderd. g017002 Figuur 27 1. Dodemanshendel 2. Tractiehendel Werking van interlockschakelaars controleren 4.
7. De machine transporteren naar het werkterrein Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard. De interlockschakelaar van de tractie controleren 1. Controleer of de kickstandaard naar beneden staat. 2. Druk de dodemanshendel in en schakel de tractiehendel in (Figuur 27) 3. Start de machine met de contactschakelaar. Het InfoCenter lcd-scherm licht op en er verschijnt een waarschuwing dat de tractiehendel ingeschakeld is.
Tijdens gebruik • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel Veiligheid tijdens gebruik Algemene veiligheid • De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor • • • • • • • • • • • • • • • ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen voorkomen. Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming.
De machine uitschakelen • Maai met de helling mee, maai nooit een helling op en af. Maai niet op al te steile of natte hellingen. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt. 1. Zet de tractiehendel en messenkooihendel op NEUTRAAL. 2. Draai het sleuteltje naar de stand UIT en verwijder het. • Spoor gevaren onderaan de helling op. Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers, water of andere gevaren.
Belangrijk: Probeer indien mogelijk te vermijden dat u de machine moet slepen. Als het absoluut noodzakelijk is om de machine te slepen, sleep deze dan nooit sneller dan 4,8 km/u en maak de transmissie altijd los van de trommel. Als u dit niet doet, zult u waarschijnlijk schade toebrengen aan de machine, in het bijzonder de elektrische onderdelen. 4. vermogen, waarbij de snelheid met 25% wordt verlaagd. U moet de accu onmiddellijk opladen.
Uren Het totale aantal bedrijfsuren van de machine. Maaitijd Het totale aantal bedrijfsuren van de messenkooi. Stroomverbruik Het vermogen dat de accu op dit moment levert, uitgedrukt in Watt. Accuspanning De huidige spanning van de accu, als percentage van de volledige capaciteit. Accustroom De stroom die de accu op dit moment levert, uitgedrukt in ampère. Accuvoltage Het accupotentieel in volt. Energie De totale hoeveelheid energie die de accu al geleverd heeft, in wattuur.
Om ervoor te zorgen dat u het gazon in een rechte lijn maait en de machine op een gelijke afstand van de rand van de vorige maaibaan blijft, moet u de markeringsstrepen op de grasvanger gebruiken (Figuur 30). g000494 g251034 Figuur 31 Standen van de tractiehendel en aandrijfhendel van de messenkooi Figuur 30 1. Markeringsstrepen 1. NEUTRAAL 3. Tractie – VOORUIT (transport) De machine gebruiken bij geringe verlichting 2. Tractie – NEUTRAAL en aandrijving messenkooi – UIT 4.
Na gebruik voor de opleiding van alle bestuurders en monteurs. • U moet alle instructies op de lader en in de Veiligheid na het werk handleiding lezen en begrijpen vóór u de lader in gebruik neemt, en deze instructies uitvoeren. Zorg ervoor dat u weet hoe u de lader dient te gebruiken. Algemene veiligheid • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje • • • (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Onderhoud van het lithium-ion-accupack • Gebruik de lader nooit in een slecht verlichte omgeving of als u de hem door een andere omstandigheid niet goed kunt zien. • Gebruik een geschikt verlengsnoer. WAARSCHUWING • Als het stroomsnoer beschadigd raakt bij het Het accupack staat onder een hoge spanning, wat gevaar op brandwonden of elektrocutie inhoudt. • Probeer het accupack niet te openen.
2 3623 m2 3 3252 m2 4 3066 m2 Bediening van de acculader Raadpleeg Figuur 32 voor een overzicht van de displays en snoeren van de acculader. Opmerking: Deze oppervlakte kan variëren naargelang de afstand die u moet afleggen om te beginnen werken, de contactinstelling van het ondermes en andere factoren die in dit hoofdstuk aan bod komen. Om uw accu een maximale levensduur te geven en deze zo lang mogelijk te gebruiken, dient u de volgende maatregelen te treffen: • Open het accupack niet.
GEVAAR Contact met water terwijl de machine in bedrijf is kan elektrische schokken veroorzaken en letsel of de dood tot gevolg hebben. Raak de stekker of de acculader niet aan als u natte handen hebt of in water staat. Belangrijk: Controleer het stroomsnoer regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie. Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt. Leid het snoer niet door stilstaand water of nat gras. 1. Sluit de stekker van het stroomsnoer aan op het overeenkomende voedingsstopcontact van de lader.
Het laden voltooien Als het laden voltooid is, brandt het indicatielampje van de accuspanning ononderbroken groen (Figuur 32). De lader afkoppelen 1. Verwijder de aansluiting met T-greep van de eFlex van de hoofdstroomaansluiting van de accu die bevestigd is aan de accubak. Belangrijk: Trek niet aan de snoeren 2. Bewaar de T-greep van de lader en het snoer zodanig dat ze niet beschadigd kunnen worden. 3. Zorg ervoor dat de contacten van de T-greep en het accupack schoon zijn. 4.
Onderhoud Opmerking: Download het elektrische schema gratis op www.Toro.com; u kunt uw machine zoeken via de link Handleidingen op de hoofdpagina. WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. Zorg ervoor dat de machine goed wordt onderhouden en goed functioneert zoals aangegeven in deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsprocedure • Controleer de werking van de interlockschakelaars. • Maak de machine schoon. Na elk gebruik Om de 1000 bedrijfsuren • Controleer de drijfriem. • Controleer de transmissielagers. Vervangen indien dit nodig is. • Beschadigde oppervlakken bijwerken. Vóór de stalling • Smeer de motorkoppeling.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering De motorkoppeling smeren Onderhoudsinterval: Jaarlijks Type vet: Universeel smeervet. De accu afkoppelen Voordat u onderhoud uitvoert aan de machine moet u de machine afkoppelen van het accupack door de aansluiting met T-handgreep uit de hoofdstroomaansluiting te trekken (Figuur 34). 1. Schakel de machine uit en koppel het accupack af. 2. Verwijder de 2 bouten waarmee de motor is bevestigd aan de versnellingskast (Figuur 35). g017383 Figuur 35 1.
Onderhoud elektrisch systeem etiketten voorziet, kan dat aanleiding geven voor grote boetes. Raadpleeg de instructies in de Accuverzendingsset. U vindt deze gratis op www.Toro.com. Veiligheid van het elektrisch systeem De accu afvoeren De lithiumionaccu moet worden afgevoerd of gerecycled in overeenstemming met de plaatselijke en nationale regelgeving. • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de • machine verricht.
4. Maak de bevestigingen van de interlockschakelaar los (Figuur 37). 5. Plaats een afstandsring met een dikte van 1,6 mm tussen de tractiehendel en de interlockschakelaar (Figuur 37). 6. Zet de bevestigingen van de interlockschakelaar vast. Controleer de tussenruimte opnieuw. De tractiehendel mag niet in contact komen met de schakelaar. 7. Schakel de tractiehendel in en controleer de tussenruimte. Het normale bereik tijdens gebruik is 0,76 tot 3,05 mm.
Onderhouden remmen De bedrijfs-/parkeerrem afstellen Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet de kabel als volgt worden afgesteld: g016913 Figuur 38 1. Vergrendeling parkeerrem 3. Hendel van bedrijfsrem 2. Interlockschakelaar 5. Plaats een afstandsring met een dikte van 1,6 mm tussen de vergrendeling van de parkeerrem en de interlockschakelaar (Figuur 38). 6. Monteer de bevestigingen van de interlockschakelaar en draai ze vast. Controleer nogmaals de afstand.
Onderhoud riemen C. Verwijder vuil uit het riemcompartiment en uit de buurt van de drukveer (Figuur 41). D. Zorg ervoor dat de drukveer de juiste druk uitoefent op de riem. Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren E. Zorg ervoor dat de drijfriem van de messenkooi de juiste spanning heeft zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. Draai de montagemoer van de lagerbehuizing vast. F. Plaats de aandrijfriemkap terug. Drijfriem controleren 1.
Transmissieriemspanner in- en uitschakelen Onderhoud bedieningsysteem De transmissieriem wordt aangespannen door een veerbelaste spanpoelie. Als u de riemspanning wilt in-/uitschakelen, hebt u een ⅜" sleutel nodig om de as voor in-/uitschakeling (Figuur 42) naar de gewenste stand te draaien. Door de as een kwartslag (90°) rechtsom te draaien, maakt u de spanpoelie los van de riem (Figuur 43). De bediening van de messenkooi afstellen Als de messenkooi niet naar behoren werkt, is afstelling vereist.
Onderhoud van de maai-eenheid Veiligheid van de messen Wees voorzichtig als u de messenkooi van de maai-eenheid controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooi. Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. g017299 Figuur 45 1. Kabel van de bediening van de messenkooi 5. 6.
Reiniging Stalling De machine schoonmaken De machine veilig stallen Onderhoudsinterval: Na elk gebruik • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. Was de machine telkens na gebruik met een mild reinigingsmiddel en water wassen.
Voorschriften voor het bewaren van de accu opgeladen is. Om de oplader opnieuw in te schakelen, moet u deze afkoppelen en opnieuw aansluiten. Opmerking: U hoeft de accu niet van de machine De lader opslaan te nemen als u deze gaat stallen. Controleer in de volgende tabel de voorgeschreven temperatuur voor opslag: 1. Voer de procedure uit voor De lader afkoppelen (bladz. 32). Temperatuurvoorschriften voor opslag 2. Koppel het stroomsnoer af van de lader en rol het nauwkeurig op. 3.
Problemen, oorzaak en remedie Foutcodes acculader Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Code E-0-0-1, of E-0-4-7 1. Hoge spanning accu 1. Zorg ervoor dat de spanning van de accu juist is en dat de aansluitingen van de kabels stevig vastzitten; zorg ervoor dat de accu in goede staat is. Code E-0-0-4 1. Accustoring vastgesteld 1. Neem contact op met een erkende Toro-distributeur. Code E-0-0-7 1. Ah-limiet van accu overschreden 1.
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Garantie gedurende 2 jaar of 1500 bedrijfsuren Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende 2 jaar of 1.500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
4 jaar Beperkte garantie van de accu Accu De herlaadbare lithiumionaccu is gegarandeerd vrij van materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende 4 jaar. Na verloop van tijd en na langdurig gebruik wordt de capaciteit (ampère-uur) per volledige herlaadbeurt kleiner. Het energieverbruik varieert naargelang gebruik, werktuigen, gazonomstandigheden, terrein, instellingen en temperatuur.