Form No. 3357–345 Rev A Greensmaster) 1000 en 1600 Greensmaster maaimachine Modelnr. 04052 – Serienr. 260000001 en hoger Modelnr. 04060 – Serienr.
Inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veilige bediening van de Toro Maaimachine . . . . . Geluidsdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geluidsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Trillingsniveau Model 04052 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid Vóór ingebruikname • Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen, een lange broek, een helm, een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Lang haar, losse kleding of sieraden kunnen worden gegrepen door bewegende onderdelen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.
• Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere zorgvuldigheid. Om te voorkomen dat de machine kantelt: – voordat u verstoppingen verwijdert; – voordat u de maaimachine gaat controleren, schoonmaken of werkzaamheden daaraan gaat verrichten; – niet plotseling stoppen of gaan rijden bij het op- en afrijden van hellingen; – als u een vreemd voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen.
• Let goed op als u het voertuig gebruikt. Om te voorkomen dat u de controle over de machine verliest, moet u de volgende instructies naleven: • Schakel de aandrijvingen en het maaidek uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en maak de bougiekabel los van de bougie. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, reinigt of repareert. – Rij niet te dicht langs bunkers, greppels, sloten of andere gevaarlijke punten.
Geluidsdruk Trillingsniveau Dit voertuig oefent een A-gewogen equivalente continue geluidsdruk uit op het gehoor van de bestuurder. 84 dBA, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures vastgelegd in Richtlijn 98/37/EG en wijzigingen daarvan. Model 04052 Deze machine heeft een trillingsniveau van 7,00 m/s2 op de handen en armen, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures vastgelegd in ISO 5349.
105–5309 1. Heet oppervlak/gevaar voor brandwonden – Blijf op een veilige afstand van een heet oppervlak. 93–6085 1. Snel 2. Schaal Hoger/Lager 3. Langzaam 93–8064 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 93–7348 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding 2.
Specificaties Algemene specificaties Motor Tractieaandrijving Differentieel Aandrijving motor naar secundaire as: Twee “A” sectie V-riemen. Aandrijving secundaire as naar differentieel: 5 mm steekdistributieriem. Aandrijving differentieel naar trommel: 8 mm steekdistributieriem. Peerless Series 100 Transportkoppeling Riemspanrol Rem Bandtrommel Transportwielen Snel demonteerbaar, 3,00/3,25x 6, spoorbreedte 32,5 Tractietrommel Twee trommels, gegoten aluminium, diameter 19 cm.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Opmerking: Gebruik deze lijst om te controleren of alle onderdelen die nodig zijn voor de montage, zijn geleverd. Als een van deze onderdelen ontbreekt, kan de machine niet volledig worden gemonteerd.
6. Bevestig de uiteinden van de handgreep aan de montagepennen met behulp van de tapbouten, ringen en borgringen die u eerder hebt verwijderd (Fig. 2). 2. Bevestig de kick-standaard aan beide zijden van het frame met een tapbout, borgring, afstandstuk, platte ring en borgmoer (Fig. 3). Het afstandstuk moet worden geplaatst in het montagegat van de kick-standaard. 7.
8. Herhaal dit aan de andere kant van het machine. 4. Veeg de oliepeilstok schoon en steek deze in de vulopening zonder deze in de opening te draaien. 9. Pomp de banden op tot 83 tot 103 kPa (12 tot 15 psi). 5. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil. Vóór het gebruik 6. Als het peil te laag is, vult u voldoende olie bij totdat het oliepeil de vulopening bereikt. Motorolie bijvullen Opmerking: Controleer het oliepeil om de 5 bedrijfsuren of telkens nadat u de machine heeft gebruikt.
3. Til de voorrol omhoog zodat alleen de achterste trommel en de messenkooi op het oppervlak rusten. Gevaar 4. Druk de machine stevig omlaag, boven de messenkooi, zodat alle messen van de messenkooi de staalstrip raken. In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. 5. Terwijl u de machine omlaag drukt, schuift u een voelmaat onder een uiteinde van de trommel.
11. Stel de riemspanning af en draai de bevestigingsschroef van de spanpoelie vast (Fig. 9). 1 3 Figuur 11 1. Stelschroef van snijbalk (Greensmaster 1000) 1 3. Kantel de maaimachine naar achteren op de handgreep zodat u bij de snijplaat en de messenkooi kunt komen. 4. Steek een lange strook krantenpapier tussen de messenkooi en de snijplaat (Fig. 12) aan een uiteinde van de voorkant van de messenkooi.
De maaihoogte instellen 1. Controleer of de achterrol horizontaal is en het contact tussen snijplaat en messenkooi correct is. Kantel de maaimachine naar achteren op de handgreep zodat u bij de voor- en achterrollen en de snijplaat kunt komen. 2. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de maaihoogtebeugels (Fig. 13). 4 Figuur 15 1 5. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorkant van de hoogtelat. 6.
Hoogte van het grasscherm instellen 3. Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is. U moet het scherm instellen om ervoor te zorgen dat het maaisel op correcte wijze wordt afgevoerd naar de grasmand. Opmerking: De balk kan worden ingesteld overeenkomstig de veranderingen in de gazonomstandigheden. De afstand tussen de balk en de messenkooi moet worden verminderd als het gazon uitzonderlijk vochtig is.
Gebruiksaanwijzing Messenkooihendel (Fig. 21) Bevindt zich op de voorkant van de machine in de rechterhoek. De hendel heeft twee standen: Inschakelen en Uitschakelen. U schakelt de messenkooi in door de hendel omhoog te trekken en u schakelt de messenkooi uit door de hendel in te duwen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Bedieningsorganen 1 Gashendel (Fig. 20) Bevindt zich rechts achter op het instrumentenpaneel.
Aan/Uit-schakelaar (Fig. 23) 4. Zet de gashendel (Fig. 20) op Snel. Bevindt zich op de achterzijde van de motor. Zet de schakelaar op Aan om de motor te starten en op Uit om de motor af te zetten. 5. Zet de chokehendel (Fig. 22) in de halfgeopende stand als u een koude motor start. Als u een warme motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken. 6. Trek de handgreep van de terugloopstarter naar buiten totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens krachtig om de motor te starten.
Voorbereidingen voor het maaien Maaien 1. Start de motor, zet de gashendel op lage snelheid, duw de handgreep omlaag om het maaidek op te heffen, schakel de tractie in en ga met de maaimachine naar de rand van het gazon. 1. Schakel de tractie uit, zet de gashendel op Langzaam en schakel de motor uit. 2. Trap de kick-standaard omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog en terug totdat de wielen vrijkomen van de grond. 2. Schakel de tractie uit en schakel de messenkooi in. 3.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Voor week van: Ma. Gecontroleerde item Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo.
Motorolie controleren en verversen Controleer het oliepeil telkens als de machine wordt gebruikt. Ververs de olie na de eerste 8 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. Dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden. Oliepeil controleren Figuur 24 1. Plaats de maaimachine zodanig dat de motor in een horizontale positie is. 2. Reinig de omgeving van de oliepeilstok (Fig. 28). 1 2 Figuur 25 Figuur 28 1. Oliepeilstok 2. Aftapplug 3.
Onderhoud van het luchtfilter 4. Als het schuimelement vuil is, moet u dit verwijderen van het papierelement (Fig. 30) en grondig reinigen. In normale omstandigheden moet het luchtfilter om de 25 bedrijfsuren worden gereinigd. Dit moet vaker gebeuren als de maaimachine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden. 1 1. Trek de kabel van de bougie. 2. Draai de vleugelmoeren los waarmee het luchtfilterdeksel is bevestigd aan het luchtfilter, en verwijder het deksel (Fig. 29). 2 3.
Bougie vervangen Brandstoffilter reinigen Gebruik een NGK BPR 5ES bougie of een bougie van een equivalent type. De correcte elektrodenafstand is 0,05 tot 0,07 cm. Verwijder de bougie om de 100 bedrijfsuren en controleer de conditie ervan. Reinig het brandstoffilter na de eerste 20 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. 1. Sluit de brandstofkraan en schroef de bak van het filterhuis (Fig. 33). 1. Trek de kabel van de bougie. 2.
Riemen afstellen 2. Maak de montagemoer van de spanpoelie los en draai de spanpoelie rechtsom tegen de achterzijde van de riem totdat de riem de vereiste spanning heeft. Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. De riemen moeten veelvuldig worden gecontroleerd. Belangrijk U mag de riem niet te strak trekken. 3. Draai de moer vast om de afstelling te borgen. 4. Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats.
Tractiedrijfriem afstellen 3. Draai de moer vast om de afstelling te borgen. Controleer de spanning door de riem midden tussen de poelies in te drukken met een kracht van 1,5 to 2,3 kg. De riem moet een speling van 0,63 mm hebben. Als de speling niet correct is, moet u de riem als volgt afstellen: 4. Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats. 5.
Primaire V-riemen afstellen 6. Als de poelies niet in een rechte lijn staan, moet u de schroeven losdraaien waarmee de onderkant van de motor is bevestigd aan het frame van de motor en de motor van links naar rechts schuiven totdat de poelies in een rechte lijn staan met een marge van 0,07 cm. 1. Om de spanning van de primaire V-riemen af te stellen, moet u eerst de afstelling van het tractiebediening controleren. Zie De tractiebediening afstellen, blz. 27.
Differentieelriem vervangen 11. Let erop dat de spanpoelie is geplaatst tegen de achterzijde van de riem. 1. Verwijder de tapbouten waarmee de kappen van de drijfriemen van de tractie en de messenkooi zijn bevestigd aan de rechterzijplaat, en verwijder de kappen. 12. Draai het koppelinghuis en het lagerhuis weer rechtop in hun oorspronkelijke stand en zet ze vast aan de zijplaat met de tapbouten en moeren die u eerder hebt verwijderd. 2.
De service-/parkeerrem afstellen De interlockschakelaar afstellen Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet deze worden afgesteld. Bij de afstelling of vervanging van de interlockschakelaar moet u als volgt te werk gaan: 1. Zet de service-/parkeerremhendel op Uit. 1. Zet de motor af en schakel de tractie bediening uit. 2. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Fig. 43). 2. Draai de 2 montagemoeren van de schakelaar los (Fig.
Onderhoud van de snijbalk 3. Draai de bouten vast met een torsie van 27 tot 36 Nm. Uitsluitend Greensmaster 1600 4. Draai de flensmoeren vast totdat de drukringen vrij kunnen ronddraaien. De snijbalk verwijderen 5. Stel de snijbalk af; zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen, blz. 13. 1. Draai de stelschroef van de snijbalk linksom totdat de geleider tegen het frame van de stelschroef komt (Fig. 45).
De snijbalk monteren De messenkooi wetten 1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de drukring en de stelschroef van de snijbalk bevinden. 1. Verwijder de plug in de rechterkap van de messenkooi-aandrijving (Fig. 49). 2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (contramoeren op de bouten) en 8 ringen. Plaats een nylon ring op beide zijden van de verdikking op de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen.
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem Garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem voor gebruik in de staat Californië Uw rechten en verplichtingen uit hoofde van de garantie Inleiding De California Air Resources Board en The Toro® Company willen u graag een nadere toelichting op de garantieverklaring voor het emissiecontrolesysteem op machines en voertuigen met bouwjaar 2006 geven.