FORM. NR. 3324-335 Rev A MODEL NR.
Inleiding en begrepen. Zie de veiligheidsvoorschriften op pagina 3 en 4 voor meer details. ‘BELANGRIJK’ kondigt speciale technische informatie aan en ‘OPMERKING’ kondigt algemene informatie aan die uw aan-dacht waard is. De GREENSMASTER 1000 is ontwikkeld om de hoogwaardige grasmatten van de beste gazons efficiënt en probleemloos te maaien. In deze machine zijn de laatste ideeën op het gebied van techniek, design en veiligheid verwerkt, terwijl de onderdelen en afwerking aan de hoogste eisen voldoen.
Veiligheid draagt. Training 1. Lees de voorschriften aandachtig door. Maak uzelf vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine. 2. Sta nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of personen die niet vertrouwd zijn met deze voorschriften. De bediening van de machine kan gebonden zijn aan een plaatselijk wettelijk bepaalde leeftijdsgrens. 3. 4. 2.
Veiligheid 9. de neutraalstand voordat u de machine gaat starten. 4. 5. Maaien op hellingen: • Maai nooit zijwaarts op hellingen van meer dan 5º • Maai nooit klimmend op hellingen van meer dan 10º • Maai nooit dalend op hellingen van meer dan 15º • 6. 12.
Veiligheid 16. Neem gas terug terwijl de motor uitloopt en als de motor is uitgerust met een benzinekraantje zet dan de brandstoftoevoer dicht nadat u klaar bent met maaien. Geluids- en trillingsviveau Onderhoud en Opslag Deze machine oefent een A-gewogen equivalente continue geluidsdruk uit op het gehoor van de bestuurder. De geluidsdruk bedraagt 83 dB(A), gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures vastgelegd in Richtlijn 84/538/EEG. 1.
Overzicht van gebruikte symbolen Giftige dampen Bijtende vloeistoffen, chemische of gassen, verbrandwonden aan stikking vingers of hand Bekneld raken gehele lichaam van bovenaf Afsnijden, gegrepen worden voet, ronddraaiende vijzel Zijwaardse beknelling bovenlichaam Afsnijden voet, ronddraaiende messen Elektrische schokken, elektrokutie Vloeistof onder hoge druk, kan lichaam binnendringen Hogedruk-stralen, Hogedruk-stralen, Bekneld raken beschadiging van beschadiging vingers of hand, van weefsel weef
Veiligheid Gevaar, giftige stoffen Oogbescherming verplicht Veiligheidshelm verplicht Vuur, open licht en roken verboden Hydraulisch systeem Peilindicator Vloeistofpeil Filter Inschakelen Uitschakelen Claxon Batterij -laadsysteem Rijrichting machine, vooruit/achteruit Besturingshendel Besturingshendel Met wijzers van de klok rijrichting, rijrichting, twee meedraaiend meerdere richtingen richtingen Tegen de wijzers van de klok indraaiend Krik of steunpunt Aftappen/legen Motoroliepeil Gehoo
Veiligheid Motorkoelvloeistofdruk Motorkoelvloeistoffilter Motorisch defect Motortoerental/ frequentie Motorinlaat/ luchtfilter Motorkoelvloeistoftemperatuur Motorinlaat/ verbrandingslucht Motorinlaat/ verbrandingsluchtdruk Choke Injectiepompje (starthulpmiddel) Transmissieolie Elektrisch voorgloeien (hulpmiddel starten bij lage temperaturen) Motor starten Motor stoppen Transmissieoliedruk Transmissieolietemperatuur n/min N Defect transmissie Koppeling Neutraalstand H L Hoog F R P
Specificaties bewerkte, gietijzeren bodembalk. Roterend bodemmes (Onderdeelnr. 93-4263), standaard.. Motor: Kawasaki luchtgekoelde kopklepmotor, viertakt, 3,7 pk, boring en slag 60,0 x 44,0 mm, cilinderinhoud 124 cc, compressieverhouding 8,4:1, koppel 15 Nm bij 1400 tpm. Elektronische ontsteking, optimaal geluiddempende knalpot. Tankinhoud 2,5 liter. Grasmand: vormgegoten polyethyleen.
Voorbereidingen vóór het gebruik Olie bijullen Vul de brandstoftank Om te beginnen moet het carter worden gevuld met 0,475 l olie van de juiste viscositeit (zie het schema hieronder). U kunt elke hoogwaardige smeerolie gebruiken die voldoet aan de “service classification” SG, SH of SJ van het “American Petroleum Institute (API)”.
Voorbereidingen vóór het gebruik dan de onderkant van het filterzeefje. DOE DE TANK NIET TE VOL. 6. Verdraai de poelie van de aandrijving tot de gaten boven de (4) schroeven liggen in de flenzen van het lager van de roller (afb. 3). 7. Draai de vier schroeven van het lager van de rol-ler los, en de schroef waarmee de poelie van de snaarspanner vastgezet is. Beweeg de rechterkant van het rollersysteem omhoog of omlaag tot de tussenruimte minder dan 0,25 mm bedraagt.
Voorbereidingen vóór het gebruik 5. 1 Afb. 4 Controleer na het afstellen of de messenkooi het papier kan vastklemmen als het er van voren wordt ingestoken, en of hij papier afsnijdt dat er haaks op de snijplaat wordt ingestoken (afb. 5). Het moet mogelijk zijn om het papier af te snijden terwijl de messen en de snijplaat minimaal contact maken.
Voorbereidingen vóór het gebruik stel met behulp van de stelschroef de gewenste maaihoogte af. De afstand tussen de onderkant van de schroefkop en het buitenvlak van de balk is de maaihoogte. 4. Haak de schroefkop achter de snijkant van de snijplaat en laat het achtereinde van de maatlat op de achterste roller rusten (afb. 8). 5. Verdraai de instelknop tot de roller contact maakt met de voorzijde van de maatlat.
Voorbereidingen vóór het gebruik 2 Opmerking: De bovenste balk is verstelbaar om verschillen in de conditie van de grasmat te compenseren. De balk dient dichter bij de messenkooi worden geplaatst als de grasmat buitengewoon nat is. Plaats de balk daarentegen verder van de messenkooi bij een droge grasmat. 1 Afb.
Bedieningsorganen de motor is gestart. Hendel voor het inschakelen van de tractie (afb. 13) —Bevindt zich rechts vooraan het bedieningspaneel. De hendel heeft twee posities: VRIJLOOP en VOORUIT. Door de hendel naar voren te duwen wordt de aandrijving ingeschakeld. 1 Aan/uitschakelaar (afb. 13)—Bevindt zich links achteraan het controlepaneel. Zet de schakelaar AAN om de motor te starten en UIT om de motor te stoppen. Handrem (afb. 13)—Bevindt zich links vooraan op het bedieningspaneel.
Bedieningsorganen 2 1 3 Afb. 16 1. Trekstarter 2.
Gebruiksaanwijzing Startem em stopzetten Verplaatsen Opmerking: Controleer of de bougiekabel op de bougie zit. 1. Druk de standaard met uw voet naar beneden en trek de hendel op om de achterkant van de maaier omhoog te halen en de transportwielen te bevestigen. 2. Om de standaard weer te ontgrendelen duwt u de maaier naar voren en dan drukt u de hendel naar beneden. 3. Controleer of de bediening voor de voortbeweging en de aandrijving van de maaier UITGESCHAKELD zijn en start de motor. 4.
Gebruiksaanwijzing Maaien Na het maaien Indien u de Greensmaster 1000 op de juiste manier gebruikt zult u een zo vlak mogelijk gazon krijgen. Indien u volgens de voorschriften werkt, zal de maaier zo optimaal mogelijk werken. 1. Rijd van de green af, zet de hendel van de tractie in de NEUTRAALSTAND, stop de motor en zet de hendel voor de aandrijving van de maaier in de NEUTRAALSTAND. 2. Leeg de grasopvangbak, installeer de grasopvangbak en verplaats de machine.
Onderhoud Aanbevolen Onderhoudsschema Onderhoudswerkzaamheden Voorfilter van luchtfilter onderhouden Alle smeerpunten smeren Bevestigingen controleren Tijdschema Elke 25 uur Elke 50 uur Elke 100 uur Elke 200 uur Brandstoffilter en opvangbak reinigen Aandrijfsnaar tractiesysteem afstellen ✝Motorolie verversen Afstelling verbrekingshendel controleren Luchtfilter onderhouden Verbrandingsruimte reinigen Bougie vervangen Kleppen afstellen en kopbouten aandraaien ✝Eerste maal olie verversen na 20 bedrijfsu
Onderhoud Smering De (13) smeerpunten op de maaier moeten minstens om de 25 bedrijfsuren worden gesmeerd. Gebruik hiervoor Smeervet Nr. 2 voor algemene doeleinden op lithiumbasis. U bereikt de beste resultaten met een handvetspuit. 1. Reinig alle smeerpunten met een schone doek. 2. De smeerpunten zijn: (2) op de voorste roller (Afb. 17 ), (2) op de lagers van de messenkooi (Afb. 17), (2) op de assen van de trommel (Afb. 18), (3) op het differentieel (Afb.
Onderhoud van de oliemeter (Afb. 22). LET OP 2. Verwijder de oliemeter door deze naar links te draaien. Schakel de motor uit, wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en maak de bougiedraad los (Afb. 21) alvorens onderhoudswerkzaamheden aan de maaier uit te voeren. 3. Veeg de oliepeilmeter schoon en steek deze in de vulopening. Schroef de oliemeter niet in de opening. Daarna neemt u de oliemeter uit en controleert u het oliepeil.
Onderhoud schuimelement uitvoert, moet u controleren in welke staat het papieren element verkeert. Indien nodig moet u dit reinigen of vervangen. luchtfilterkap is bevestigd aan het luchtfilter en verwijder de kap. Reinig de kap grondig (Afb. 23). 5. Zet het schuimelement, het papieren element en de luchtfilterkap weer terug op hun plaats. BELANGRIJK: gebruik de motor niet zonder een luchtfilterelement omdat dit kan leiden tot overmatige slijtage en beschadiging van de motor.
Onderhoud correct is, gaat u verder met maaien. 2. Het afstellen van de riemspanning: 0.71–0.79mm A. Draai de montageschroeven van de riembeschermkap los. Verwijder de riembeschermkap zodat de riem zichtbaar wordt. Afbeelding 26 Het reinigen van het brandstoffilter Na de ingebruikneming moet het brandstoffilter na de eerste 20 bedrijfsuren worden gereinigd; vervolgens moet dit om de 50 bedrijfsuren gebeuren. 1. Sluit de brandstofafsluitklep en schroef de bak los van het filterhuis (Afb. 27).
Onderhoud 1 2 1 2 Afbeelding 30 1. Aandrijfriem van de tractie 2. Draagrolschijf Afbeelding 29 B. 1. Aandrijfriem van de messenkooi 2. Draagrolschijf C. Draai de moer aan om de afstelling vast te zetten. D. Maak de montagemoer van de draagrolschijf los en draai de draagrolschijf met de klok mee tegen de achterzijde van de riem totdat de riem de gewenste spanning heeft gekregen. SPAN DE RIEM NIET TE STRAK. C. Draai de moer aan om de afstelling vast te zetten.
Onderhoud riem vastzit, en open de kap. A. Verwijder de tapbouten waarmee het voorste en het achterste deel van de differentieelkap zijn bevestigd aan het differentieelhuis en schuif beide delen van de kap weg zodat de riem zichtbaar wordt. 3. Om de riemspanning te verhogen, draait u de montagebouten van de motor los en schuift u de motor achterwaarts in de sleuven. SPAN DE RIEMEN NIET TE STRAK. Draai de montagebouten vast. 4.
Onderhoud 3. Draai de tapbouten los waarmee het voorste en het achterste deel van de differentieelkap zijn bevestigd aan het differentieelhuis. Schuif vervolgens beide delen van de kap weg zodat de riem zichtbaar wordt (Afb. 34). 5. Draai de montageschroeven vast en controleer of de schijven op een rechte lijn staan. 6. Sluit de kap en zet de borg vast. 7. Als u de machine gemakkelijker wilt duwen of trekken zonder de motor te starten, moet u de riemgeleider afstellen (Afb. 33, inzet).
Onderhoud 11. Stel de spanning op de aandrijfriemen van de tractie en van de messenkooi in. Zie Afstellen van de Riemen: Aandrijfriemen van de Tractie en de Messenkooi Het afstellen van de service/parkeerrem Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik moet deze worden afgesteld. 12. Plaats de kappen van het differentieel en de aandrijfriemen van de tractie en de messenkooi terug. 1. Zet de hendel van de service-/parkeerrem op OFF/UIT. Het afstellen van de tractiebediening 2.
Onderhoud Het lage onbelaste toerental is 800 tpm. Het hoge onbelaste toerental is 1800 tpm (Zie onderstaande opmerking) 5. Draai de schroeven voor het onbelaste toerental naar binnen of naar buiten voor de correcte toerentalafstelling. 2 1 Opmerking: het toerental wordt gemeten op de uitvoeras van de motor. Het werkelijke motortoerental is twee maal zo hoog als het toerental van de uitvoeras. Afbeelding 38 1. Interlockschakelaar 2 Montagemoeren 4 3 4.
Onderhoud 1 5 4 bodemmes t.o.v. de messenkooi. 3 2 Het wetten van de messenkooi 1. Verwijder de plug in de rechterkap van de messenkooi-aandrijving (Afb. 40) 6 Afbeelding 40 8 7 1 Afbeelding 39 1. Afstelschroef van bodembalk 2. Schroef voor veerspanning 3. Drukring 4. Bodembalk 5. Geleider 6. Frame van afstelschroef 7. Contramoer 8. Bodembalkbout 1. Plug in kap 2.
Onderhoud Identificatie en Bestelling Model- en serienummers De Greensmaster® 1000 heeft twee identificatienummers: een modelnummer en een serienummer. Deze nummers zijn in een typeplaatje geponst dat zich bevindt op de achterkant van het frame. Vermeld in alle correspondentie betreffende de machine het modelnummer en het serienummer om ervoor de zorgen dat u de juiste correcte informatie en vervangingsonderdelen krijgt.
Onderhoud 31