Form No. 3380-167 Rev C Greensmaster® 1000 en 1600 maaier Modelnr.: 04054—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 04055—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 04056—Serienr.: 314000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro op www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring WAARSCHUWING Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro.
Inhoud Achterste trommel horizontaal stellen t.o.v. de messenkooi........................................................34 Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen.............................................................35 De maaihoogte instellen ..........................................36 Hoogte van het grasscherm instellen .........................37 Stopbalk instellen ...................................................37 Snijbalk inspecteren ................................................
Veiligheid • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als de dodemansknop (onderdeelnr. 112-9282) is gemonteerd. • Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken.
• Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij een • Voordat u de bedieningspositie verlaat: • • • • • • • • • – machine laten stoppen op een horizontaal oppervlak; – schakel het maaidek en de tractieaandrijving; – de parkeerrem in werking stellen; – de motor afzetten. Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit als u de machine transporteert of niet gebruikt.
• Verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaamheden • • – Als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt, moet u altijd voorrang verlenen. gaat verrichten. Wees voorzichtig als u de messenkooi controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooien. Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt.
Trillingsniveau De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN 836. Hand-arm Gemeten trillingsniveau op de linkerhand = 4,00 m/s2 Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 2,87 Onzekerheidswaarde (K) = 0,5 Trillingsniveau m/s2 Hand-arm m/s2 Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 3,35 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 115-7355 1. Waarschuwing – Pas op voor het inademen van giftige gassen; de machine is alleen geschikt voor buitengebruik. 4. Waarschuwing; koppel de bougiekabel af en lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2.
115-1614 1. Waarschuwing – Raadpleeg de Gebruikershandleiding. 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Waarschuwing – Gebruik de machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen. 4. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; laat alle schermen op hun plaats. 115-1720 1. Vooruit 2. Aandrijfwiel 3. Neutraalstand 120-2727 1. Rem – Om in te schakelen 2.
6-8120 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep Kabelklemband Kick-standaard Veer Wielas, rechts Wielas, links 1 2 1 1 1 1 Transportwielen (optioneel) 2 Monteer de transportwielen (optioneel). Geen onderdelen vereist – Het maaidek afstellen. Grasmand 1 De grasmand monteren.
3. Steek de uiteinden van de handgreep door de openingen in de handgreeparmen en houd de openingen recht voor de montagepennen (Figuur 2). 4. Druk de uiteinden van de handgreep naar binnen en bevestig ze op de montagepennen (Figuur 3). 1 2 G017601 Figuur 3 G017590 1. Uiteinde van handgreep Figuur 4 2. Bout, ring en borgring 1. Kabelbinders 5. Bevestig de uiteinden van de handgreep aan de montagepennen met behulp van de bijgeleverde bouten, ringen en borgringen (Figuur 3). De handgreep instellen 6.
3 3 Assen van de transportwielen monteren (voor GR1000 en GR1600) 4 Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 1 3. Ring 4. Flenskopmoer 1 Wielas, links 1. Trap de kick-standaard omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog om de maaimachine te laten steunen op de kick-standaard. Figuur 5 2. Veersteun Wielas, rechts Procedure G017948 1. Bout 1 2. Smeer #242 Loctite op de schroefdraad van de wielassen. 2.
4 5 Transportwielen monteren (optioneel) Maaidek afstellen Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure 2 Geen onderdelen vereist Transportwielen (optioneel) Voordat u de machine in gebruik neemt, moet u deze als volgt afstellen: • Achterste trommel horizontaal stellen t.o.v. de messenkooi (bladz. 34). • Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen (bladz. 35). • De maaihoogte instellen (bladz. 36). • Hoogte van het grasscherm instellen (bladz. 37). • Stopbalk instellen (bladz. 37).
Algemeen overzicht van de machine beide bevestigingsstangen te verwijderen en deze te monteren aan de andere kant van de machine. 7 Bedieningsorganen 1 De set voor grote hoogte monteren (optioneel) 2 3 4 5 6 7 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Set voor grote hoogte, onderdeelnummer 117-0073 (afzonderlijk aankopen indien nodig) Procedure Als u de machine gaat gebruiken op een hoogte boven 1500 m dient u de set voor grote hoogte, onderdeelnummer 117-0073, te kopen en te monteren.
Messenkooihendel De aandrijfhendel van de messenkooi (Figuur 13) zit rechts voor op het instrumentenpaneel. De hendel heeft twee standen: Inschakelen en Uitschakelen. Beweeg de hendel naar voren om de messenkooi in te schakelen of naar achteren om de messenkooi uit te schakelen. 1 G016976 Figuur 11 Parkeerrem G016978 Figuur 13 De parkeerrem (Figuur 12) bevindt zich net onder de bedrijfsrem.
Handstarter Werktuigen/accessoires Trek aan de handgreep van de handstarter (Figuur 15) om de motor te starten. Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Figuur 15 1. Handstarter 2.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen.
1 GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
De werking van de interlockschakelaars controleren. VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Voorbereidingen voor het maaien 4. Zet de gashendel op SNEL. 5. Zet de chokehendel halverwege tussen AAN en UIT als u een koude motor start. Als u een warme motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken. 1. Als de machine is uitgerust met de optionele transportwielen, trap de kickstandaard dan omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog en naar achteren tot de wielen vrij van de grond komen. 2. Druk de sluitklemmen op de wielen uit de gleuven op de assen. 3. Schuif de wielen van de assen. 4.
de maaimachine van het gazon af door de messenkooi omhoog te brengen (handgreep omlaag duwen) en de tractietrommel aan te zetten. • Maai bij een normale loopsnelheid. Snelheid levert weinig tijdwinst op en leidt tot slechtere maairesultaten.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 20 bedrijfsuren • De motorolie verversen. • Reinig het brandstoffilter en de beker. Bij elk gebruik of dagelijks • De interlockschakelaars controleren. • Het motoroliepeil controleren. Om de 25 bedrijfsuren • De machine smeren.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het luchtfilter controleren De koelribben van de motor reinigen. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Spuit vet in de 13 smeernippels van de machine. Gebruik hiervoor nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. De beste resultaten verkrijgt u met een smeerpistool.
Onderhoud motor Motorolie verversen/oliepeil controleren Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren—De motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks—Het motoroliepeil controleren. Om de 50 bedrijfsuren—De motorolie verversen. (vaker in stoffige, vuile omstandigheden) Voordat u de machine start, moet u het carter vullen met ongeveer 0,6 liter olie die de juiste viscositeit heeft.
1 5. Plaats de aftapplug terug en vul het carter weer met de juiste olie; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 18). 2 Onderhoud van het luchtfilter 3 4 Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Schuimelement van luchtfilter reinigen en met olie bestrijken. (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden) 5 Om de 100 bedrijfsuren—Het papieren luchtfilterelement vervangen.
Onderhoud brandstofsysteem 2. Reinig de omgeving van de bougie en verwijder de bougie uit de cilinderkop Belangrijk: Als de bougie gebarsten of vuil is, moet deze worden vervangen. U mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen omdat hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder terechtkomen. Dit kan leiden tot beschadiging van de motor. Brandstoffilter reinigen Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren 3.
Onderhoud elektrisch systeem Onderhouden remmen De bedrijfs-/parkeerrem afstellen Onderhoud van de interlockschakelaar Als de bedrijfs-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet deze worden afgesteld. Ga als volgt te werk als de schakelaar moet worden afgesteld of worden vervangen. 1. Schakel de bedrijfsrem volledig in en duw de knop van de parkeerrem in zodat de bedrijfsrem op de pen van de parkeerrem rust (Figuur 31). 1.
Figuur 34 1. Kabel van bedrijfs/parkeerrem Figuur 32 2. Voorste contramoer 1. Achterdruk op de hendel van de bedrijfsrem 5. Sluit de kap en zet de borging vast. 3. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 33). 1 2 G016991 Figuur 33 1. Kap van de V-riem 2. Borgschroef 4. Ga als volgt te werk om de spanning van de remkabel aan te passen.
Onderhoud riemen Belangrijk: U mag de riem niet te strak trekken. B. De riemen afstellen Draai de moer vast om de afstelling te borgen. 4. Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats. Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. Controleer de riemen regelmatig. 5.
A. Maak de montagemoer van de spanpoelie los en draai de spanpoelie rechtsom tegen de achterzijde van de riem totdat de riem de vereiste spanning heeft (Figuur 38). 5. Monteer alle bevestigingsbouten totdat de draad in het inzetdeel grijpt, waarbij u ervoor moet zorgen dat er een geringe afstand blijft bestaan tussen de afdichting van de kap en de zijplaat Hierdoor kunt u zien of de bouten recht voor de getapte inzetstukken zitten. Belangrijk: U mag de riem niet te strak trekken. B. 6.
12 3 4 Figuur 42 G016992 Figuur 41 1. Borgmoer 3. Spanpoelie 2. Riemgeleider 4. Arm van de spanpoelie 1. Delen van de differentieelkap 2. Behuizing voorste koppeling 7. Draai de bevestigingsschroeven vast en controleer de uitlijning. 5. Maak de montagemoer op de spanpoelie van de differentieel los en draai de spanpoelies linksom vanaf de achterzijde van de riem om de riem te ontspannen. 8.
Onderhoud bedieningsysteem Onderhoud van het maaidek De tractiebediening afstellen Achterste trommel horizontaal stellen t.o.v. de messenkooi Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. 1. Plaats de machine op een egaal, horizontaal oppervlak, bij voorkeur op een stalen precisieplaat. 1. Schakel de tractiebediening uit. 2.
1 2 Figuur 45 1. Aangedreven poelie 3. Spanpoelie g026076 2. 4 openingen Figuur 46 1. Stelschroef van snijbalk 8. Draai de vier schroeven van het rollager en de schroef waarmee de spanpoelie is bevestigd, los. 2. Moer 7. Voor de linkerzijde van de maaieenheid draait u de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde mes de rand van de snijplaat kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop. 9.
Figuur 49 1. Hoogtelat 3. Moer 2. Stelschroef voor maaihoogte Figuur 47 4. Plaats de schroefkop op de snijrand van de snijplaat en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten (Figuur 50).
Figuur 53 1. Stopbalk Figuur 51 2. Steek een voelermaat van 1,5 mm tussen de bovenzijde van de messenkooi en de balk en draai de schroeven vast. Hoogte van het grasscherm instellen 3. Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is. U moet het scherm instellen om ervoor te zorgen dat het maaisel op correcte wijze wordt afgevoerd naar de grasmand.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
99-6240 Wiehle, met smalle tussenruimte Greensmaster 800 50,8 mm aluminium Standaard, 0,20 inch afstand 99-6241 Wiehle, met smalle tussenruimte Greensmaster 1000 50,8 mm aluminium Standaard, 0,20 inch afstand 88-6790 Wiehle, met brede tussenruimte Greensmaster 1000 50,8 mm aluminium Diepere penetratie, 0,43 inch afstand 104-2642 Volledige rol Greensmaster 1000 50,8 mm staal 71-1550 Wiehle-rol Greensmaster 1000 50,8 mm gietijzer Diepere penetratie, 0,43 inch afstand 93-9045 Wiehle-ro
Stalling 3. Draai de bouten vast met een torsie van 27 tot 36 Nm. 4. Draai de contramoeren vast totdat de buitenste drukringen net vrij kunnen ronddraaien. 1. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 5. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een 1/2 slag terug. 6.
Opmerkingen: 41
Opmerkingen: 42
Opmerkingen: 43
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.