Form No. 3389-576 Rev A Greensmaster® 800, 1000 en 1600 maaier Modelnr.: 04054—Serienr.: 314004001 en hoger Modelnr.: 04055—Serienr.: 314004001 en hoger Modelnr.: 04056—Serienr.: 314004001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro op www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. WAARSCHUWING Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro.
Inhoud Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen.............................................................32 De maaihoogte instellen ..........................................33 Hoogte van het grasscherm instellen .........................34 Stopbalk instellen ...................................................34 Snijbalk inspecteren ................................................35 De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden ..................................................................
Veiligheid • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2012 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als de dodemansknop (onderdeelnr. 112-9282) is gemonteerd. • Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan letsel tot gevolg hebben.
• Voordat u de bedieningspositie verlaat: • • • • • • • • • • Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij een – machine laten stoppen op een horizontaal oppervlak; – schakel het maaidek en de tractieaandrijving; – de parkeerrem in werking stellen; – de motor afzetten. Schakel de aandrijving naar de werktuigen uit als u de machine transporteert of niet gebruikt.
• Verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaamheden • • – Verminder de snelheid en gebruik de bedrijfsremmen als u een helling afdaalt, om de snelheid laag te houden en de machine onder controle te houden. gaat verrichten. Wees voorzichtig als u de messenkooi controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooi. Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt.
Trillingsniveau De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN 836. Hand-arm Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 2,87 m/s2 Gemeten trillingsniveau op de linkerhand = 4,00 Onzekerheidswaarde (K) = 2,0 Trillingsniveau m/s2 Hand-arm m/s2 Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 3,35 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-8064 1. Waarschuwing – Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 93-9356 1.
120-2769 1. Inademingsgevaar giftige gassen – niet binnen gebruiken. 2. Ontploffingsgevaar – schakel de motor uit en blijf uit de buurt van open vuur tijdens het tanken. 4. Waarschuwing – koppel de bougiekabel af en lees de instructie voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 5. Heet oppervlak/gevaar voor brandwonden – hete oppervlakken niet aanraken. 3. Waarschuwing – stop de 6.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep Kabelklemband Kick-standaard Veer Wielas, rechts Wielas, links 1 4 1 1 1 1 Transportwiel (optioneel) 2 De transportwielen monteren (optioneel). Geen onderdelen vereist – Het maaidek afstellen. Grasmand 1 De grasmand monteren. De handgreep bevestigen. De kickstandaard monteren. De assen van de transportwielen monteren.
1 2 De handgreep bevestigen en instellen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Handgreep 4 Kabelklemband G017601 Figuur 3 1. Uiteinde van handgreep De handgreep bevestigen 2. Bout, ring en borgring 1. Verwijder de bouten, borgmoeren en ringen waarmee de onderkant van de handgreeparmen is bevestigd aan beide zijden van de machine (Figuur 2). 5. Bevestig de uiteinden van de handgreep aan de montagepennen met behulp van de bouten, ringen en borgringen die u eerder hebt verwijderd (Figuur 3). 6.
De handgreep instellen 1. Verwijder de R-pennen van de ringpennen aan beide zijden van de machine (Figuur 2). 2. Ondersteun de handgreep en verwijder de ringpennen van beide zijden. Zet de vervolgens de handgreep hoger of lager in de gewenste werkstand (Figuur 2). 3. Monteer de ringpennen en de R-pennen. 2 Figuur 6 De kickstandaard monteren (Modellen 04054 en 04056) 1. Kickstandaard 2. Veerbeugel 3.
Figuur 7 1. Rechter wielas 4. Draai de as aan met een torsie van 88 tot 101 Nm. G017591 5. Herhaal de procedure aan de linkerzijde. Figuur 8 1. Sluitklem 4 3. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as. Transportwielen monteren (optioneel) 4. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine. Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 5.
Algemeen overzicht van de machine 6 De grasmand monteren Bedieningsorganen 1 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 2 3 4 5 6 7 Grasmand Procedure Pak de mand vast bij de bovenste lip en schuif deze op de bevestigingsstangen van de mand (Figuur 9). G017592 Figuur 10 1. Tractiehendel 5. Bedrijfsrem 2. Gashendel 3. AAN-/UIT-schakelaar 6. Parkeerrem 7. Dodemansknop (optioneel) Figuur 9 4. Urenteller 1. Grasmand 2.
Aandrijfhendel van de messenkooi De aandrijfhendel van de messenkooi (Figuur 13) zit rechts voor op het instrumentenpaneel. De hendel heeft 2 standen: Inschakelen en Uitschakelen. Beweeg de hendel naar voren om de messenkooi in te schakelen of naar achteren om de messenkooi uit te schakelen. 1 G016976 Figuur 11 Parkeerrem G016978 Figuur 13 De parkeerrem (Figuur 12) bevindt zich net onder de bedrijfsrem.
Startkoord om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Trek aan de handgreep van het startkoord (Figuur 15) om de motor te starten. Figuur 15 1. Handgreep van startkoord 2.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen. • Vul de brandstoftank nooit als de machine op een aanhanger in een afgesloten ruimte staat. • Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
heet zijn., zoals blijkt uit hun geur. Na de inrijprocedure moeten de remmen misschien worden afgesteld; zie De bedrijfs-/parkeerrem afstellen (bladz. 26). WAARSCHUWING Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte. • Voorkom dat u dampen lange tijd inademt. • Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp en de opening van een tank, blik of fles met conditioner.
2. Druk de sluitklemmen op de wielen uit de gleuven op de assen. 5. Zet de chokehendel halverwege tussen AAN en UIT als u een koude motor start. Als u een warme motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken. 6. Trek de handgreep van de terugloopstarter naar buiten totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens krachtig hieraan om de motor te starten. 3. Schuif de wielen van de assen. 4. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 20 bedrijfsuren • De motorolie verversen. • Reinig het brandstoffilter en de beker. Bij elk gebruik of dagelijks • De interlockschakelaars controleren. • Controleer het motoroliepeil. Om de 25 bedrijfsuren • Smeer de machine (smeer de fittings meteen na elke wasbeurt, ongeacht het aangegeven onderhoudsinterval).
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het luchtfilter controleren De koelribben van de motor reinigen. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.
Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Smeer de 13 smeernippels van de machine. Gebruik hiervoor nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis. De beste resultaten verkrijgt u met een smeerpistool.
Het motoroliepeil controleren Onderhoud motor 1. Plaats de machine zo, dat de motor waterpas staat en reinig de omgeving van de oliepeilstok (Figuur 22). Motorolie verversen/oliepeil controleren Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren—De motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het motoroliepeil. Om de 50 bedrijfsuren—Motorolie verversen (vaker in stoffige, vuile omstandigheden).
De motorolie verversen schuimelement uit om het droog te laten worden, maar zonder te wringen. 1. Start de motor en laat deze enkele minuten lopen zodat de motorolie warm wordt. C. 2. Plaats een opvangbak onder de aftapplug aan de achterzijde van de machine (Figuur 22). 3. Verwijder de aftapplug Drenk het schuimelement door en door in schone motorolie. Knijp het element uit om overtollige olie te verwijderen en de olie goed te verdelen. Het element moet vochtig van de olie zijn. 1 4.
Bougie vervangen Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Gebruik een NGK BR6HS bougie of een bougie van een equivalent type. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand 0,6 tot 0,7 mm bedraagt. Brandstoffilter reinigen 1. Trek de bougiekabel los van de bougie (Figuur 26). Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren 1 Om de 100 bedrijfsuren 1. Sluit de brandstofkraan en schroef de bak van de filterbehuizing (Figuur 28). 2 G016986 Figuur 26 1. Bougiekabel 1 2.
Onderhouden remmen Onderhoud elektrisch systeem De bedrijfs-/parkeerrem afstellen Onderhoud van de interlockschakelaar Als de bedrijfs-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet deze worden afgesteld. Ga als volgt te werk als de schakelaar moet worden afgesteld of worden vervangen. 1. Schakel de bedrijfsrem volledig in en duw de knop van de parkeerrem in zodat de bedrijfsrem op de pen van de parkeerrem rust (Figuur 30). 1.
Figuur 33 1. Kabel van service/parkeerrem Figuur 31 2. Voorste contramoer 1. Achterdruk op de hendel van de bedrijfsrem 5. Sluit de kap en zet de borging vast. 3. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 32). 1 2 G016991 Figuur 32 1. Kap van de V-riem 2. Borgschroef 4. Ga als volgt te werk om de spanning van de remkabel aan te passen.
Onderhoud riemen Belangrijk: U mag de riem niet te strak trekken. B. De riemen afstellen Draai de moer vast om de afstelling te borgen. 4. Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats. Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. Controleer de riemen regelmatig. 5.
Figuur 37 1. Tractieriem Figuur 38 2. Spanpoelie 1. Differentieelriem 3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt te werk: 2. Spanpoelie 3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt te werk: A. Maak de montagemoer van de spanpoelie los en draai de spanpoelie rechtsom tegen de achterzijde van de riem totdat de riem de vereiste spanning heeft (Figuur 37). A.
Primaire V-riemen afstellen 1. Om de spanning van de primaire V-riemen af te stellen, moet u eerst de afstelling van het tractiebediening controleren; zie De tractiebediening afstellen (bladz. 31). Als het onmogelijk is de kracht van ongeveer 2 kg (18 tot 22 N) uit te oefenen die nodig is om de tractiebediening af te stellen, gaat u verder met volgende stap. 12 3 4 2. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 39). 1 2 G016992 Figuur 40 1.
Onderhoud bedieningsysteem De tractiebediening afstellen Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. 1. Schakel de tractiebediening uit. 2. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 39). Figuur 41 1. Delen van de differentieelkap 3.
Onderhoud van het maaidek Achterste trommel horizontaal stellen t.o.v. de messenkooi 1. Plaats de machine op een egaal, horizontaal oppervlak, bij voorkeur op een stalen precisieplaat. 2. Plaats een platte staalstrip van 0,6 x 2,5 cm, met een lengte van ongeveer 74 cm, onder de messen van de messenkooi en tegen de voorste rand van de snijplaat om te voorkomen dat de snijbalk op het werkoppervlak komt te rusten. Figuur 44 1. Aangedreven poelie 3. Spanpoelie 2. 4 openingen 3.
De maaihoogte instellen 4. Draai de messenkooi zodanig dat een mes de rand van de snijplaat kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop van de snijplaat aan de rechterkant van de maaieenheid. 1. Controleer of de achterste roller horizontaal is en het contact tussen snijplaat en messenkooi correct is. Kantel de machine naar achteren op de handgreep zodat u bij de voorste en achterste rollen en het ondermes kunt komen. 5.
Hoogte van het grasscherm instellen U moet het scherm instellen om ervoor te zorgen dat het maaisel op correcte wijze wordt afgevoerd naar de grasmand. 1. Meet de afstand van de bovenkant van de voorste steunstang tot de voorste lip van het scherm aan beide uiteinden van het maaidek (Figuur 51). Figuur 49 5. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorkant van de hoogtelat. 6. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan de snijplaat is. Figuur 51 1.
3. Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is. Opmerking: De balk kan worden aangepast om veranderingen in de gazonomstandigheden te compenseren. De afstand tussen de balk en de messenkooi moet worden verminderd als het gazon uitzonderlijk vochtig is. Daartegenover staat de afstand tussen de balk en de messenkooi groter moet zijn als het gazon droog is. De balk moet evenwijdig aan de messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
Rollen: Standaard en Optioneel Onderdeelnummer Beschrijving Maaidek 99-6240 Wiehle, met smalle tussenruimte Greensmaster 800 50,8 mm aluminium Standaard, 5,1 mm afstand 99-6241 Wiehle, met smalle tussenruimte Greensmaster 1000 50,8 mm aluminium Standaard, 5,1 mm afstand 88-6790 Wiehle, met brede tussenruimte Greensmaster 1000 50,8 mm aluminium Diepere penetratie, 10,9 mm afstand 104-2642 Volledige rol Greensmaster 1000 50,8 mm staal 71-1550 Wiehle-rol Greensmaster 1000 50,8 mm gieti
Opmerking: Plaats een nylon ring op beide zijden van de verdikking op de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen. wetten. Hiermee verwijdert u bramen of ruwe randen die kunnen zijn ontstaan op de snijrand. 4. Plaats de plug in de kap als u klaar bent met de procedure. 3. Draai de bouten vast met een torsie van 27 tot 36 Nm. 4. Draai de contramoeren vast totdat de buitenste drukringen net vrij kunnen ronddraaien. 5.
Stalling 1. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor. Vuil en kaf van de buitenkant van de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing verwijderen. Belangrijk: U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, zeker niet in de buurt van de schakelhendelplaat en de motor. 2.
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.