Form No. 3422-722 Rev A Greensmaster® 800, 1000 en 1600 Modelnr.: 04054—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 04055—Serienr.: 403060001 en hoger Modelnr.: 04056—Serienr.: 403060001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Belangrijk: Om de veiligheid en de prestaties Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. van deze machine te optimaliseren en een juist gebruik ervan te garanderen, moet u de inhoud van deze Gebruikershandleiding zorgvuldig lezen en volledig begrijpen. Als u nalaat deze bedieningsinstructies op te volgen of geen goede training krijgt, kan dit leiden tot letsel. Ga naar www.Toro.
Veiligheid voorafgaand aan onderhoud............. 26 Smering ............................................................... 26 De machine smeren.......................................... 26 Onderhoud motor ................................................ 27 Veiligheid van de motor..................................... 27 Motorolie verversen/oliepeil controleren ........... 27 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 28 Onderhoud van de bougie ................................
Veiligheid • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet werken. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute) en voldoet aan deze normen indien u de dodemansknop monteert en de vereiste stickers aanbrengt. • Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen. Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. • Houd kinderen uit de buurt van het werkgebied.
decal133-8062 133-8062 decal93-6085 93-6085 3. Langzaam 1. Snel 2. Continu snelheidsregeling decal93-8064 93-8064 1. Waarschuwing – Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. decal120-2727 120-2727 1. Rem – Om in te schakelen 2.
decal120-2769 120-2769 decal130-8322 1. Inademingsgevaar giftige gassen – Niet binnen gebruiken. 130-8322 1. Gebruik uitsluitend 3. Gebruik geen benzine die benzine die niet meer meer dan 10% ethanol per dan 10 vol% ethanol (E10) volume (E10) bevat. bevat. 2. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Ontploffingsgevaar – Schakel de motor uit en blijf uit de buurt van open vuur tijdens het tanken. 4.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 8 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Handgreep Kabelbinder Kickstandaard Veer Rechter wielas 1 4 1 1 1 Linker wielas 1 Transportwiel 2 De transportwielen monteren (optioneel). Geen onderdelen vereist – Het maaidek afstellen. Sticker productiejaar Sticker CE-markering 1 1 De CE-stickers aanbrengen (indien vereist). Grasmand 1 De grasmand monteren.
1 De handgreep bevestigen en instellen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Handgreep 4 Kabelbinder De handgreep bevestigen 1. Verwijder de bouten (5/16"), borgmoeren, ringpennen en R-pennen waarmee de onderkant van de handgreeparmen is bevestigd aan beide zijden van de machine (Figuur 3). g240404 Figuur 4 g240399 Figuur 3 1. R-pen 6. Borgmoer 2. Montagepen 7. Bout (5/16") 3. Ring 8. Ringpen 4. Borgring 9. Handgreeparm 5. Bout (⅜") 2.
2. Ondersteun de handgreep en verwijder de ringpennen van beide zijden. Zet de vervolgens de handgreep hoger of lager in de gewenste werkstand. 3. Monteer de ringpennen en de R-pennen. 2 De kickstandaard monteren Uitsluitend model 04054 en 04056 Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kickstandaard 1 Veer g017590 Figuur 5 Procedure 1. Kabelbinders Opmerking: De machine wordt geleverd met het bevestigingsmateriaal losjes gemonteerd op de kickstandaard. De handgreep instellen 1.
recht voor de montageopeningen in het achterframe houdt (Figuur 8). g007595 Figuur 9 1. Rechter wielas g007594 Figuur 8 1. Kickstandaard 2. Veerbeugel 3. Veersteun 4. Veer 3. Bevestig de kickstandaard aan beide zijden van het frame met een bout, borgring, afstandsstuk, platte ring en borgmoer (Figuur 8) 4. Het afstandsstuk moet worden geplaatst in de montageopening van de kickstandaard. 4. Draai de as aan met een torsie van 88 tot 101 N·m. 5.
6 De CE-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Sticker productiejaar 1 Sticker CE-markering Procedure Als u deze machine gebruikt in een land dat de CE-normen naleeft, moet u de sticker met het productiejaar en de sticker met de CE-markering aanbrengen in de buurt van het plaatje met het serienummer; zie Figuur 11. g017591 Figuur 10 1. Sluitklem 4. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as. 5.
Algemeen overzicht van de machine g007609 Figuur 12 1. Grasmand 2. Bevestigingsstang van mand Opmerking: Uitsluitend bij model 04056 – Als u de maai-eenheid instelt op een hogere maaistand, kunt u de mand lager plaatsen door beide bevestigingsstangen van de mand te verwijderen en deze te monteren aan de andere kant van de machine. 8 g232664 De machine inrijden Figuur 13 Geen onderdelen vereist Procedure Er is slechts een inrijperiode van 8 uur maaien vereist.
Bedieningsorganen g016976 Figuur 15 g017592 Figuur 14 1. Tractiehendel 5. Bedrijfsrem 2. Gashendel 3. Aan-/Uit-schakelaar 6. Parkeerrem 7. Dodemanshendel (optioneel) Parkeerrem De parkeerrem (Figuur 16) bevindt zich net onder de bedrijfsrem. Schakel de bedrijfsrem volledig in en duw de knop van de parkeerrem in zodat de bedrijfsrem op de pen van de parkeerrem rust. Schakel de bedrijfsrem in om de parkeerrem vrij te zetten. U dient de rem vrij te zetten voordat u de tractieaandrijving inschakelt. 4.
Aandrijfhendel van de messenkooi Brandstofafsluitklep De aandrijfhendel van de messenkooi (Figuur 17) zit rechts, voor op het instrumentenpaneel. De hendel heeft twee standen: De brandstofafsluitklep (Figuur 18 en Figuur 19) bevindt zich links voor op de motor, bij de chokehendel. De klep heeft 2 standen: DICHT en OPEN. Beweeg de hendel naar boven, op DICHT als u de machine stalt of vervoert. Open de klep voordat u de motor start door de hendel naar beneden te bewegen.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Model 04054 Model 04055 Model 04056 Breedte 84 cm 91 cm 104 cm Hoogte 114 cm 114 cm 122 cm Lengte met riem 122 cm 122 cm 150 cm Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Brandstoftank vullen • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Probeer de motor niet te starten als u brandstof hebt gemorst.
GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult. g017594 Figuur 21 1.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
Rollen: Standaard en Optioneel Onderdeelnummer Beschrijving Maaidek 99-6240 Wiehle, met smalle tussenruimte Greensmaster 800 50,8 mm aluminium Standaard, 5,1 mm afstand 99-6241 Wiehle, met smalle tussenruimte Greensmaster 1000 50,8 mm aluminium Standaard, 5,1 mm afstand 88-6790 Wiehle, met brede tussenruimte Greensmaster 1000 50,8 mm aluminium Diepere penetratie, 10,9 mm afstand 104-2642 Volledige rol Greensmaster 1000 50,8 mm staal 71-1550 Wiehle-rol Greensmaster 1000 50,8 mm gieti
De machine transporteren naar een werkterrein De transportwielen verwijderen De machine transporteren met transportwielen 1. Zet de tractiehendel in de stand NEUTRAAL, zet de gashendel op LANGZAAM en schakel de motor uit. 2. Trap de kickstandaard omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog om de kickstandaard naar voren, over het dode punt te kantelen. 3. Verwijder de transportwielen door de sluitklemmen van het wiel uit de groeven van de zeskantige as te duwen. 4.
• Schakel alle werktuigkoppelingen uit, zet de • • • • • • • • • • • • versnelling in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking voordat u de motor start. Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen objecten. Oneffen terrein kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt. Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.
2. Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep open is. 3. Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN. 4. Zet de gashendel in de stand SNEL. 5. Zet de chokehendel halverwege tussen CHOKE en LOPEN als u een koude motor start. Opmerking: Als u een warme motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken. 6. Trek de handgreep van de terugloopstarter naar buiten totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens krachtig hieraan om de motor te starten.
Na gebruik Veiligheid na het werk Algemene veiligheid • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine verlaat. • Zet de gashendel terug voordat u de motor afzet. Als de machine een brandstofafsluitklep heeft, draait u deze dicht na het maaien. • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
Onderhoud WAARSCHUWING Als u de machine niet goed onderhoudt kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen. Zorg ervoor dat de machine goed wordt onderhouden en goed functioneert zoals aangegeven in deze instructies. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Belangrijk: Kantel de machine niet met een hoek die groter is dan 25°.
Controlelijst Dagelijks Onderhoud Belangrijk: Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van de parkeerrem controleren. Brandstofpeil controleren. Het motoroliepeil controleren. Het luchtfilter controleren De koelribben van de motor reinigen. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering De machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Veiligheid voorafgaand aan onderhoud Spuit vet in de 12 smeernippels van de maaier. Gebruik hiervoor nr. 2 smeervet op lithiumbasis. De beste resultaten verkrijgt u met een smeerpistool. • Schakel de aandrijvingen en de maai-eenheid De smeerpunten zijn: uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en maak de bougiekabel los van de bougie.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • Benzine is ontvlambaar en explosief en kan • • g016981 Figuur 26 • lichamelijk letsel veroorzaken. Controleer regelmatig of de brandstofleidingen goed vastzitten en slijtage vertonen. Indien nodig moet u ze vastzetten of repareren. Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Kantel de machine niet met een hoek die groter is dan 25°. Als de brandstofdop in aanraking komt met brandstof, moet u de dop vervangen.
Het motoroliepeil controleren 1. Om de 50 bedrijfsuren Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en maak de zone rond de oliepeilstok schoon (Figuur 29). 1. Start de motor en laat deze enkele minuten lopen zodat de motorolie warm wordt. 2. Plaats een opvangbak onder de aftapplug aan de achterzijde van de machine (Figuur 29). Zet de aftapplug los. 3. Duw de handgreep omlaag om de maaimachine en de motor naar achteren te kantelen, zodat alle olie in de opvangbak kan lopen.
g016984 Figuur 31 1. Luchtfilterdeksel 3. 4. Maak het deksel schoon. g016985 Figuur 32 Als het schuimelement vuil is, moet u dit verwijderen van het papierelement (Figuur 32) en grondig reinigen als volgt: 1. Vleugelmoer 4. Schuimelement 2. Luchtfilterdeksel 5. Papierelement A. 3. Plastic vleugelmoer B. C. Was het schuimelement in een oplossing van vloeibare zeep en warm water. Knijp het goed uit om het vuil te verwijderen, zonder te wringen omdat het schuim dan kan scheuren. 5.
Onderhoud van de bougie Onderhoud brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Gebruik een NGK BR6HS bougie of een bougie van een equivalent type. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand 0,6 tot 0,7 mm bedraagt. 1. Het scherm van de brandstoftank reinigen Trek de bougiekabel los van de bougie (Figuur 33). Onderhoudsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren/Maandelijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1.
Onderhoud elektrisch systeem Opmerking: Vervang de schakelaar indien nodig. Onderhoud van de interlockschakelaar van de tractie Ga als volgt te werk als de interlockschakelaar van de tractie moet worden afgesteld of vervangen. 1. Zorg ervoor dat de motor is afgezet, de tractiebediening is uitgeschakeld en de tractiehendel tegen de aanslag van de neutraalstand aanzit Figuur 36). g027905 Figuur 36 1. Tractiehendel 2. Aanslag van de neutraalstand 3. Interlockschakelaar 4. 0,8 mm opening 2.
Onderhouden remmen De bedrijfs-/parkeerrem afstellen Indien de bedrijfs-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet u deze afstellen. 1. Schakel de bedrijfsrem volledig in en duw de knop van de parkeerrem in zodat de bedrijfsrem op de pen van de parkeerrem rust (Figuur 37). g008215 Figuur 38 1. Achterdruk op de hendel van de bedrijfsrem 3. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 39). g016991 Figuur 39 1. Kap van de V-riem 4. 2.
Onderhoud riemen De riemen afstellen Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. Controleer de riemen regelmatig. De drijfriem van de messenkooi afstellen g007627 Figuur 40 1. Kabel van bedrijfs/parkeerrem 5. 1. 2. Voorste contramoer Verwijder de bevestigingen van de drijfriemkap en de drijfriemkap zodat u bij de riem kunt komen (Figuur 41). Sluit de kap en zet de borging vast. g007618 Figuur 41 1.
A. Maak de montagemoer van de spanpoelie los en draai de spanpoelie rechtsom tegen de achterzijde van de riem totdat de riem de vereiste spanning heeft (Figuur 42). Belangrijk: U mag de riem niet te strak trekken. B. Draai de moer vast om de afstelling te borgen. 4. Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats. 5.
g007622 Figuur 45 1. Differentieelriem g016991 Figuur 46 2. Spanpoelie 1. V-riem 3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt te werk: A. 3. Maak de montagemoer van de spanpoelie los en draai de spanpoelie rechtsom tegen de achterzijde van de riem totdat de riem de vereiste spanning heeft (Figuur 45). Belangrijk: U mag de riem niet te strak Belangrijk: U mag de riem niet te strak 4. Zet de drijfriemkap weer op zijn plaats. 5.
g007625 Figuur 48 g027906 Figuur 47 1. Borgmoer 3. Spanpoelie 2. Riemgeleider 4. Arm van de spanpoelie 7. Draai de bevestigingsschroeven vast en controleer de uitlijning. 8. Om de machine gemakkelijker te duwen of te slepen zonder de motor te starten, moet u de riemgeleider als volgt afstellen (Figuur 47, inzet) 9. A. Schakel de koppeling in. B. Draai de borgmoer los waarmee de spanpoelie en de riemgeleider zijn bevestigd aan de arm van de spanpoelie. C.
16. Onderhoud bedieningsysteem Plaats de kappen van de differentieel, de tractieaandrijving en de messenkooiaandrijving. De tractiebediening afstellen Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. 1. Schakel de tractiebediening UIT. 2. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 46). 3.
Onderhoud van het maaidek Veiligheid van de messen Wees voorzichtig als u de messenkooi van de maai-eenheid controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooi. g007598 Figuur 50 Achterste trommel horizontaal stellen t.o.v. de messenkooi 1. Parkeer de machine op een egaal, horizontaal oppervlak, bij voorkeur op een stalen precisieplaat. 2.
1. 2. Opmerking: Elke klikstand van de stelschroef Parkeer de machine op een vlak, horizontaal oppervlak. van de ondermesbalk beweegt het ondermes 0,018 mm. Draai rechtsom om de rand van het ondermes dichter bij de messenkooi te brengen, en linksom om de rand van het ondermes te verwijderen van de messenkooi. Kantel de machine naar achteren op de handgreep zodat u bij het ondermes en de messenkooi kunt komen. Belangrijk: Kantel de machine niet met een hoek die groter is dan 25°.
6. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is. Belangrijk: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte. 7. Belangrijk: Om te voorkomen dat een golvend gazon wordt afgeschaafd, moeten de rolsteunen naar achteren worden geplaatst (de rol dichter bij de messenkooi). g007603 Figuur 54 1.
Stopbalk instellen U moet de stopbalk instellen zodat het maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de omgeving van de messenkooi. 1. Draai de schroeven los waarmee de bovenbalk (Figuur 59) is gemonteerd aan de maai-eenheid. g007607 Figuur 58 1. Steunstang 2. 3. 2. Scherm De hoogte van het scherm vanaf de steunstang moet voor normale maaiomstandigheden 10 cm zijn.
nylon en de 2 stalen ringen op beide uiteinden van de ondermesbalk (Figuur 62). De ondermesbalk monteren 1. Plaats de ondermesbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de ring en de stelschroef van de ondermesbalk bevinden. 2. Zet de ondermesbalk vast aan beide zijplaten met de ondermesbalkbouten (contramoeren op de bouten) en 8 ringen. g008800 Figuur 60 1. Standaard ondermesbalk 2. Agressieve ondermesbalk Opmerking: Plaats een nylon ring op beide zijden van de verdikking op de zijplaat.
Stalling GEVAAR Contact met de messenkooi of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken. De machine veilig stallen • Zet de motor af, wacht totdat alle bewegende • Blijf op een afstand van de messenkooi tijdens het wetten. • Gebruik bij het wetten geen borstel met een korte steel. Een volledige set stelen (onderdeelnummer 29-9100) of losse stelen zijn verkrijgbaar bij uw erkende Toro verdeler.
5. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Californië Proposition 65 Waarschuwingsinformatie Wat betekent deze waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.