Form No. 3361-545 Rev A Greensmaster® 3150 tractie-eenheid Modelnr.: 04357—Serienr.: 290000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
Waarschuwing CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken. Belangrijk: De motor van dit product is niet uitgerust met een vonkenvanger.
Inhoud Onderhoud van het luchtfilter............................. 35 Motorolie verversen en filter vervangen .............. 36 De gashendel afstellen ........................................ 36 De choke afstellen .............................................. 37 Carburateur en snelheidsregelaar afstellen ........... 37 Bougies vervangen ............................................. 37 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 38 Brandstoffilter vervangen ..................................
Veiligheid Voor ingebruikname • Inspecteer het terrein om vast te stellen welke accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 specificaties van het American National Standards Institute (ANSI), van kracht op het moment van productie, als 18 kg is toegevoegd aan het achterwiel.
• Gebruik de machine nooit als de veiligheidsschermen niet stevig op hun plaats zitten. Zorg ervoor dat alle interlockschakelaars zijn aangebracht, correct zijn afgesteld en naar behoren werken. • Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de motor en laat de motor niet te snel draaien.
• Draag altijd stevige schoenen. Draag geen sandalen, tennisschoenen of gymschoenen als u de machine gebruikt. Het verdient aanbeveling veiligheidsschoenen en een lange broek te dragen. Dit is verplicht op grond van diverse plaatselijke veiligheidsvoorschriften en verzekeringsbepalingen. • Wees voorzichtig als u omgaat met brandstof. Neem gemorste brandstof op. • Controleer elke dag of de interlockschakelaars goed functioneren.
in het systeem opheffen. Dit doet u door de motor af te zetten en de maaidekken en werktuigen neer te laten op de grond. Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van 0,5 m/s2 op het gehele lichaam gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in EN 1032. • Controleer regelmatig of de brandstofleidingen goed vastzitten en slijtage vertonen. Indien nodig moet u ze vastzetten of repareren.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 105–8291 105–5471 1. 2. 3. 4. 5. Lees de Gebruikershandleiding. UIT Choke AAN Langzaam 6. 7. 8. 9. 93-8067 1. Hydraulische vloeistof 2. Lees de Gebruikershandleiding.
3-8062 1. Om de parkeerrem te vergrendelen, trapt u het rempedaal in en activeert u de vergrendeling van de parkeerrem. 2. Om de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het rempedaal in. 105–8305 1. Messenkooien neerlaten en uitschakelen. 2. Messenkooien opheffen en uitschakelen. 3. Motor afzetten 4. AAN 3. Parkeerremvergrendeling 5. Motor starten 93–9051 1. Lees de Gebruikershandleiding. 104–2053 26–7170 1. Recyclen 105–8306 1. Vooruit-versnellingen van machine 2. Snel - Gebruiken voor transport. 3.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Risico van explosie 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 93-8063 Uitsluitend modellen voor gebruik in Europese Unie, vervangt 104-2053 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 2. Machine kan kantelen - Rij niet heuvelopwaarts tegen een helling van meer dan 15 graden. 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Blijf op veilige afstand. 4.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 2 3 4 5 6 7 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Geen onderdelen vereist – Rechter opstap Zelftappende schroef Klepplaat Rijtuigbout (5/16 x 3/4 inch) Moer (5/16 inch) Rolpen Bout (1/4 x 5/8 inch) Moer (1/4 inch) Meetstaaf Bout (#10 x 5/8 inch) Contramoer (#10) Maaidek Ring Halvekogeltap Grasmand 1 2 1 2 2 1 2 2 1 1 1 3 6 6 3 Geen onderdelen vereist – Ballast achter plaatsen.
1 Accu in gebruik nemen en opladen Geen onderdelen vereist Procedure Gebruik uitsluitend accuzuur (met een soortelijk gewicht van 1,265) als u de accu voor de eerste keer vult. Figuur 4 1. Accuzuur Waarschuwing 4. Laat de platen ongeveer 20 tot 30 minuten weken in het accuzuur. Vul indien nodig bij totdat het accuzuur ongeveer 6 mm van de onderkant van de vulbuis staat (Figuur 4). CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen.
Waarschuwing 2 CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was altijd uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest. Bestuurdersstoel instellen Benodigde onderdelen voor deze stap: Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
Figuur 8 1. Klepplaat 2. Stoelbasis Figuur 6 8. Plaats de stoel in de werkstand (Figuur 9). Monteer de draaistang van de stoel en de rolpen. 1. Vergrendelknop van stuurstangarm Belangrijk: De pen op de achterkant van de stoelbasis moet vastklikken in de stoelvergrendeling. In dit niet het geval is, moet u de (2) moeren van de stoelvergrendeling losdraaien en de vergrendeling iets verplaatsen zodat deze de pen kan grijpen. Draai de moeren vast om de afstelling te borgen. 4.
3 Accu monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Bout (1/4 x 5/8 inch) 2 Moer (1/4 inch) Procedure Figuur 10 1. Plaats de accu met de accupolen gericht naar de voorkant van de machine. 1. Minpool (-) 2. Sluit de pluskabel (rood) van de accu vanaf de startmotorsolenoïde aan op de pluspool (+) van de accu (Figuur 10). Zet deze vast met een sleutel en smeer vaseline op de accupool.
4 Maaidekken monteren (uitsluitend modellen 04610 en 04611) Figuur 12 1. Hefarm 2. Hefhaak Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Meetstaaf 1 Bout (#10 x 5/8 inch) 1 Contramoer (#10) 3 Maaidek 6 Ring 6 Halvekogeltap 3 Grasmand 4. Schuif de mof weer op de kogelverbinding en draai de trekarm naar beneden zodat de mof past op de halvekogeltap. Laat de mof los zodat deze over de halvekogeltap schuift en de onderdelen aan elkaar vastzet (Figuur 11). 5.
Om mogelijke schade aan het gazon te voorkomen, moet u het desbetreffende deel van het gazon onmiddellijk doordrenken met water. 13 mm draad uitsteken op elke montagebout (Figuur 14). 6 EU-stickers aanbrengen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Waarschuwingssticker (93-8063) Figuur 14 1. Bouten 2. Aandrijfmotor Procedure Als deze machine wordt gebruikt in de EU, moet u de waarschuwingssticker (93-8063) aanbrengen over de Engelse waarschuwingssticker (104-2053). 8.
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Rempedaal Het rempedaal (Figuur 15) bedient een mechanische trommelrem voor auto's op beide voorste tractiewielen. Figuur 16 Knop van parkeerrem Trap het rempedaal in om het remsysteem in werking te stellen en met een druk op het aangegeven knopje (Figuur 15) worden de remmen vergrendeld in de parkeerstand. U schakelt de parkeerrem uit door het rempedaal in te trappen. Stel altijd de parkeerrem in werking voordat u de machine verlaat.
Lekdetectortest-/lichtschakelaar Beweeg de schakelaar (Figuur 17) vanuit de middelste bedieningsstand naar achteren om de werking van het alarm van de lekdetector en de tijdvertraging te controleren. Beweeg de schakelaar naar voren om de (optionele) verlichting te controleren. Urenteller De urenteller (op het linker bedieningspaneel) toont het aantal uren dat de machine in bedrijf is geweest. De urenteller gaat lopen als de contactschakelaar op AAN staat. Figuur 19 1. Schakelhendel 2.
Vergrendelknop van stuurstangarm Draai de knop los (Figuur 21) totdat de borst van de knop vrijkomt uit de inkepingen in de stuurstangarm. Zet de stuurstangarm hoger of lager op de gewenste hoogte terwijl u de borst van de knop recht voor een inkeping in de stuurstangarm houdt. Draai de knop vast om de afstelling te borgen. Figuur 23 1. Wethendel 2.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige Bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. Figuur 24 1. Peilstok Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken, zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming, veiligheidsschoenen en een helm. 2. Dop van vulbuis 3.
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is.
De ruimte in de tank geeft de benzine de kans om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Hoogwaardige biologisch afbreekbare hydraulische vloeistof-Mobil EAL EnviroSyn 46H Belangrijk: Mobil EAL EnviroSyn 46H is de enige synthetische biologisch afbreekbare vloeistof die Toro heeft goedgekeurd. Deze vloeistof is compatibel met de elastomeren die worden gebruikt in hydraulische systemen van Toro, en is geschikt voor een groot aantal temperatuursomstandigheden.
Inrijperiode Opmerking: Onderwerp de onderdelen van het hydraulische systeem nauwgezet aan een visuele inspectie. Controleer deze op lekken, losse bevestigingen, ontbrekende delen, verkeerde geleide slangen, enz. Indien nodig, moet u dit verhelpen. Voor olieverversingsbeurten en aanbevolen onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode, zie de Gebruikershandleiding van de motor, die u hebt gekregen bij de machine. Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
neerkomen en alle messenkooien moeten draaien. Het veiligheidssysteem is bedoeld om de voorkomen dat de machine wordt gebruikt wanneer er een kans op letsel voor de bestuurder of schade voor de machine bestaat. B. Beweeg de bedieningshendel van de hefinrichting naar achteren. De messenkooien moeten stoppen en de maaidekken moeten omhoogkomen in de volledige transportstand. Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor uitsluitend start wanneer: Belangrijk: Zet de motor af.
Maaistand en kom overeind uit de bestuurdersstoel. Als de motor afslaat, betekent dit dat het veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het probleem als het systeem niet naar behoren werkt. 5. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de schakelhendel in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Start de motor. Beweeg de bedieningshendel van de hefinrichting naar voren om de maaidekken neer te laten. De maaidekken mogen niet gaan draaien.
3. Steek een schone staaf of schroevendraaier in de vulbuis en druk de vlotter voorzichtig naar beneden (Figuur 30). Na één seconde moet het alarm klinken. Figuur 31 4. Om het toerental in te stellen, draait u aan de knop (Figuur 32) tot de wijzer de gewenste instelling aangeeft. Figuur 30 1. Schone stang of schroevendraaier 2. Schakelaar indrukken 3. Waarschuwingszoemer 4. Laat de vlotter opkomen. Het alarm moet stoppen. 5. Monteer de zeef en de dop van de hydraulische tank.
over de buitenrand van de green komt. Hiermee laat u de maaidekken neer op de grasmat en start u de messenkooien. Belangrijk: U moet eraan wennen dat maaidek 1 een vertraging heeft, en daarom moet u zich oefenen de timing te verkrijgen die nodig is om het maaien van overgebleven gras tot het minimum te beperken. 3. Zorg ervoor dat een nieuwe maaibaan de vorige maaibaan zo weinig mogelijk overlapt.
Werking van de lekdetector Het alarm van de lekdetector kan om een van de volgende oorzaken overgaan: • Er is een lek van 118-177 ml. • Het vloeistofpeil in de hoofdtank van het hydraulische systeem is gedaald met 118-177 ml als gevolg van samentrekking van afkoelende vloeistof. Als het alarm klinkt, moet u dit zo snel mogelijk afzetten en controleren op lekken. Als het alarm klinkt terwijl u een gazon maait, kan het verstandig zijn om de machine eerst van het gazon af te rijden.
te controleren op eventuele lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen. Controleer tevens of de messen van de maaidekken scherp genoeg zijn. Smeer verder het maai en hefpedaal met SAE 30 olie of een sproeismeermiddel om corrosie te voorkomen en ervoor te zorgen dat de machine tot tevredenheid blijft werken als u deze de volgende keer gebruikt.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na het eerste bedrijfsuur Onderhoudsprocedure • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 8 bedrijfsuren • Motorolie verversen en filter vervangen. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Torsie van wielmoeren controleren Na de eerste 50 bedrijfsuren • Hydraulische filter vervangen. • Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
Controlelijst voor dagelijks onderhoud Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles. Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Werking van veiligheidssysteem controleren. Werking van instrumenten controleren Alarm van lekdetector controleren. Werking van de remmen controleren. Brandstofpeil controleren. Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Het motoroliepeil controleren. De koelribben van de motor reinigen. Luchtfilter controleren.
Procedures voorafgaande aan onderhoud De machine opkrikken Voordat u onderhoudswerkzaamheden aan de machine verricht, moet u deze op kriksteunen of houten blokken plaatsen. Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Laat de maaidekken neer voordat u de machine opkrikt. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Smering De machine smeren Smeer de machine regelmatig door nr. 2 vet op lithiumof molybdeenbasis voor algemene doeleinden in de smeernippels te spuiten. Als de machine in normale omstandigheden wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50 bedrijfsuren smeren.
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter U moet het schuimelement van het luchtfilter om de 50 bedrijfsuren een onderhoudsbeurt geven en het luchtfilterelement om de 100 bedrijfsuren (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). 1. Maak de sluitklemmen los en verwijder het luchtfilterdeksel (Figuur 46). Reinig het deksel grondig. Figuur 43 • Rijsnelheidshendel (Figuur 44 & Figuur 45) Figuur 44 Figuur 46 1. Luchtfilterdeksel 2.
Figuur 48 1. Aftapplug 2. Oliefilter Figuur 47 1. Schuimelement 2. Verwijder het oliefilter (Figuur 48). Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van het filter. 2. Papierelement 3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet te vast draaien. 4. Als u het schuimelement een onderhoudsbeurt geeft, moet u controleren in wat voor staat het papierelement verkeert.
3. Trek stevig aan de gaskabel totdat de achterzijde van de wartel tegen de aanslag aankomt (Figuur 49). 4. Draai de kabelklemschroef aan en controleer het toerental van de motor. • Hoog stationair: 2850 ± 50 tpm • Laag stationair: 1650 ± 100 tpm De choke afstellen 1. Draai de kabelklemschroef los waarmee de kabel is bevestigd aan de motor (Figuur 49). 2. Zet de chokehendel naar voren op Dicht. Figuur 50 Afgebeeld met verwijderde luchtfilter 3.
Onderhoud brandstofsysteem 4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode 0,76 mm bedraagt (Figuur 51). Brandstoffilter vervangen Er bevindt zich een leidingfilter in de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de carburateur (Figuur 52). Vervang het filter om de 800 bedrijfsuren of eerder als de brandstofstroom wordt belemmerd. Let erop dat het peil op het filter van de brandstoftank af wijst.
Onderhoud elektrisch systeem Als er op de accupolen corrosie ontstaat, moet u de kabels losmaken, de min (-) kabel eerst, en de klemmen en polen afzonderlijk schoonkrabben. Zet de kabels weer vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de accupolen in met vaseline. Onderhoud van de accu Waarschuwing Zorg ervoor dat het accuzuur op het juiste peil wordt gehouden en de bovenkant van de accu schoon blijft. Sla de machine op in een koele ruimte om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Onderhoud aandrijfsysteem C. Draai aan de excentriek totdat de machine niet meer naar voren of naar achteren kruipt. Als het wielen niet meer draaien, zet u de moer vast waarmee de excentriek en de afstelling worden geborgd (Figuur 54). Controleer de afstelling met de gashendel op LANGZAAM en SNEL. De transmissie afstellen voor de neutraalstand D. Draai vanaf beide kanten van het schutbord de borgmoeren waarmee de tractiekabel is bevestigd aan het schutbord gelijkmatig vast (Figuur 54).
Onderhouden remmen Remmen afstellen Aan beide kanten van de machine bevindt zich een hendel om de rem af stellen zodat de remmen gelijkmatig kunnen worden afgesteld. De remmen worden als volgt afgesteld: 1. Laat de machine vooruitrijden op transportsnelheid en trap het rempedaal in; beide wielen moeten in gelijke mate worden geblokkeerd. Figuur 55 1. Pedaalaanslag Transportsnelheid verminderen Een remproef in een afgesloten ruimte waar zich andere mensen bevinden, kan letsel veroorzaken. 1.
Onderhoud bedieningsysteem 6. Laat de machine vooruitrijden op transportsnelheid en trap het rempedaal in; beide remmen moeten in gelijke mate blokkeren. Indien nodig instellen. 7. Het verdient aanbeveling de remmen elk jaar te polijsten; zie Inrijperiode. Opheffen/neerlaten van maaidek afstellen Het circuit voor het opheffen/neerlaten van het maaidek is uitgerust met een doorstroomregelklep (Figuur 58). Deze klep is in de fabriek zo afgesteld dat deze na ongeveer 3 slagen opengaat.
De hefcilinders afstellen Onderhoud hydraulisch systeem Om de hoogte van de voorste maaidekken te regelen als ze in de opgeheven (transport) stand staan, kunnen de voorste hefcilinders worden afgesteld. Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen 1. Laat de maaidekken neer op de grond. 2. Draai de contramoer op de gaffel van de hefcilinder van het maaidek dat u wilt afstellen, los. Ververs de hydraulische vloeistof om de 800 bedrijfsuren. 3. Maak de gaffel van de cilinder los van de hefarm.
Onderhoud van maaidek systeem te ontluchten. Zet de motor af en controleer nogmaals het vloeistofpeil. 5. U moet de vloeistof en het filter op de juiste wijze afvoeren. Wetten Opmerking: Als het alarm van de lekdetector klinkt, draait u het sleuteltje op Uit en wacht u een paar minuten totdat het vloeistofpeil in de tanks gelijk is. Controleer nogmaals het vloeistofpeil en vul indien nodig vloeistof bij. Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Stalling Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u eerst de volgende handelingen verrichten: 1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel verwijderen. De messenkooien en de snijplaten slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding van het maaidek. De snijplaten en de messen van de messenkooien met een roestwerend middel behandelen. Alle smeerpunten smeren of oliën; zie Smering. Figuur 60 1. Wethendel 2. Toerenregelaar van messenkooien 2.
Schema's G009831 Elektrisch schema (Rev.
Hydraulisch schema (Rev.
De TORO Algemene Garantiebepalingen voor Producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan aangesloten onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het “Product") gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.