Operator's Manual
Figuur35
1.Brandstoflter2.Ontluchtingsventiel
4.Startdemotorgedurende5secondenenpauzeer
daarna.Herhaaldeproceduretotdemotorstarten
soepelloopt.
Veiligheidssysteem
controleren
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvandemachine.
Ditkanlichamelijkletselveroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvande
interlockschakelaarsenvervangbeschadigde
schakelaarsvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomdevoorkomendatde
machinewordtgebruiktwanneerereenkansopletselvoor
debestuurderofschadevoordemachinebestaat.
•hettractiepedaalindeneutraalstandstaat.
•deschakelhendelindeneutraalstandstaat.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemotor
uitsluitendinbewegingkomtwanneer:
•deparkeerrembuitenwerkingisgesteld.
•debestuurderopdebestuurdersstoelzit.
•deschakelhendelindemaai-oftransportstandstaat.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemessenkooien
uitsluitenddraaienalsdeschakelhendelindeMaaistandstaat.
Voerelkedagdevolgendecontrolesuitomerzekervante
zijndathetveiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,traphet
tractiepedaalindeneutraalstand,zetdeschakelhendel
indeneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
Probeerhettractiepedaalintetrappen.Alsuhet
pedaalnietkuntintrappen,betekentditdathet
veiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.Verhelphet
probleemalshetsysteemnietnaarbehorenwerkt.
2.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,traphet
tractiepedaalindeneutraalstand,zetdeschakelhendel
indeneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
Zetdeschakelhendelindemaai-oftransportstanden
probeerdemotortestarten.Alsdemotornietstart,
betekentditdathetveiligheidssysteemnaarbehoren
werkt.Verhelphetprobleemalshetsysteemnietnaar
behorenwerkt.
3.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,traphet
tractiepedaalindeneutraalstand,zetdeschakelhendel
indeneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
Startdemotorenzetdeschakelhendelindemaai-of
transportstand.Alsdemotorafslaat,betekentditdat
hetveiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.Verhelphet
probleemalshetsysteemnietnaarbehorenwerkt.
4.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,traphet
tractiepedaalindeneutraalstand,zetdeschakelhendel
indeneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
Startdemotor.Zetdeparkeerremvrij,zetde
schakelhendelindeMaaistandenkomovereinduitde
bestuurdersstoel.Alsdemotorafslaat,betekentditdat
hetveiligheidssysteemnaarbehorenwerkt.Verhelphet
probleemalshetsysteemnietnaarbehorenwerkt.
5.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,traphet
tractiepedaalindeneutraalstand,zetdeschakelhendel
indeneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
Startdemotor.Beweegdebedieningshendelvande
henrichtingnaarvorenomdemaaidekkenneerte
laten.Demaaidekkenmoetenomlaagbewegen,maar
mogennietgaandraaien.Alsditwelhetgeval,werkt
hetveiligheidssysteemnietnaarbehoren.Verhelphet
probleem.
Toerentalvande
messenkooieninstellen
Omervoortezorgendatdemaaikwaliteitconstantenvan
hoogniveaublijftenhetgazonnahetmaaieneengelijkmatig
uiterlijkkrijgt,ishetbelangrijkdatdetoerentalregelingvan
demessenkooien(diezichophetverdeelstukonderdestoel
bevindt)juistisafgesteld.
Usteltdetoerentalregelingvandemessenkooienalsvolgtin:
1.Selecteerdemaaihoogtewaaropdemaaidekkenzijn
ingesteld.
2.Kiesderijsnelheiddiehetmeestgeschiktisvoorde
maaiomstandigheden.
3.Metbehulpvandebijbehorendegraek(zieFiguur36)
voormaaidekkenmet5,8of11messenkuntude
33










